Gillend, duwend en trekkend lopen de leerlingen van groep 7 naar de plek waar ze een rij moeten maken om naar binnen te gaan. De pauze zit erop. Niels geeft Jan nog snel een duw en haakt een pootje bij Erik. Dat hadden die twee verdiend! Dan komt de juf er aan en zegt: “Niels dat doen we hier niet, je weet wat de afspraken zijn, blijf van de ander af!” Niels zegt gelijk: “Ze deden het ook bij mij en van mijn ouders mag ik terugslaan of schoppen, juf, dat doe ik thuis ook.”
Elke leerkracht zal erkennen dat hij dagelijks spreekt met zijn leerlingen. Waarom hebben we het in het onderwijs dan specifiek over ‘kindgesprekken’? Wat is daar anders aan dan het dagelijkse gesprek wat je reeds voert? En hoe kun je ze het beste inzetten?
Inclusief onderwijs, je hebt er vast wel een beeld bij. Een veelgehoorde definitie is: zoveel als mogelijk leerlingen in het regulier onderwijs een plek bieden. Dat laatste lijkt niet overal te lukken; de toestroom naar het speciaal onderwijs is toegenomen en er zijn inmiddels wachtlijsten. Komend jaar evalueert de kamer de Wet passend onderwijs. Ik merk vanuit schoolleiders, leerkrachten en samenwerkingsverbanden dat het systeem wringt, maar dat de achterliggende gedachte mooi is. Een pleidooi om je als school verder te ontwikkelen vanuit een duidelijke visie op inclusief onderwijs.
Uit heel veel onderzoeken in binnen- en buitenland blijkt overtuigend dat het maken van muziek een positieve werking heeft op het brein. Veel scholen zijn wel overtuigd van het nut van muziekonderwijs, maar vinden de omslag naar de praktijk lastig.
De schrik zit er weer goed in: een week met grote zaak rondom sextortion in Leiden waarbij een bende tientallen jongeren afgeperst heeft met een vals verkregen naaktfotos én een ‘dramatische kaping’ op Schiphol die explodeerde door fakenews op sociale media (‘drie kapers met messen’, ‘chaos in het vliegtuig’, ‘er is een F-16 opgestegen’).
Gideon Samson won de Gouden Griffel met Zeb., een bijzonder jeugdboek. Ik vraag me af of onze pabostudenten en alumni het lezen en probeer me voor te stellen wat ze ervan vinden. Wie waardeert Zeb. en wie niet?
Engels op de basisschool. Daar wil jij je warm voor maken. De nascholing die jullie als team hebben gehad, heeft je echt enthousiast gemaakt. Maar hoe houden jullie het niveau op peil, werk je samen aan goede leerlijnen én krijg je alle collega’s enthousiast?
“Wat vinden jullie van de protesterende boeren?”, vraagt meester Blok in groep zeven. De klas veert overeind. “Stoere boeren”, reageert Merlijn meteen. “Anders moeten ze hun dieren wegdoen voor het milieu.” Roderick is het niet met haar eens. “Protesteren is niet goed toch? Iedereen heeft er last van.” De betrokkenheid van de klas is gegarandeerd. Maar hoe bereikt dit gesprek een vormende diepte?
School, kerk en gezin horen bij elkaar als het gaat om de geloofsopvoeding van kinderen. Maar dat betekent niet dat iedere partij op dezelfde wijze een bijdrage levert. Volgens leraren uit het basisonderwijs verschilt hun rol op vijf gebieden van de rol van ouders of mensen in de kerk.
Het is belangrijk dat leerlingen vaardigheden leren. Dat geldt bij bijna ieder vak. Minstens zo belangrijk is dat dat gebeurt met iets inhoudelijks. Iets dat ook zelf al betekenis heeft. En daar komt de luizenbil in beeld.