Digitaal burgerschap: een stevige opdracht 19 juni 2019 Door W. (Wim) van den Bosch

Bij veel scholen nadert een flinke klus de afronding: het schoolplan. In de achterliggende maanden is door de teams stevig nagedacht over de speerpunten voor de komende vier jaar. Een van de thema’s die ik op scholen opvallend vaak tegenkom, is burgerschap. Niet heel vreemd, gezien de aandacht hiervoor in politiek en media.

(Digitaal) burgerschap

Wat verstaan we eigenlijk onder burgerschap? Burgerschap is de manier waarop inwoners deel hebben en deelnemen aan de maatschappij en die zo helpen vormgeven (Wij-leren.nl, 2019). Er is in deze definitie zowel een passief als een actief deel te onderscheiden. Burgers hebben deel aan de maatschappij en ontlenen hier bepaalde rechten aan. Aan de andere kant hebben burgers ook een actieve rol en leveren ze een bijdrage aan dezelfde maatschappij. Beide zijden dienen in burgerschapsvorming belicht te worden. Leerlingen moeten leren hoe de maatschappij waar ze deel van uitmaken in elkaar zit en hoe ze hier zelf een bijdrage aan kunnen leveren.

Nu maken leerlingen niet alleen deel uit van de Nederlandse maatschappij, maar ook van een digitale maatschappij. Naast het belang van de vorming van kinderen tot Nederlandse burgers is het ook belangrijk dat we aandacht hebben voor digitaal burgerschap. Naarmate de leerlingen ouder worden maken ze steeds meer deel uit van de digitale maatschappij. Voor een deel doet dit beroep op dezelfde competenties en attitudes als waar de analoge maatschappij een beroep op doet, voor een deel is dit ook wezenlijk anders.
Een van de eigenschappen van de digitale maatschappij is dat deze los is van tijd en plaats. Als digitale burger kun je waar en wanneer je maar wilt actief zijn en je bijdrage leveren. Dit heeft onder andere gevolgen voor de wijze waarop burgers in de analoge maatschappij hun baan waarderen en vormgeven. Flexwerken is hier een voorbeeld van. Als onze leerlingen in de toekomst de arbeidsmarkt opkomen, zal er een beroep worden gedaan op competenties, waarvoor we nu nog minder aandacht hebben. Flexibiliteit, creativiteit, assertiviteit, het omgaan met verschillende culturen, geloven en achtergronden, zijn hier voorbeelden van (Emejulu & McGregor, 2019).

Naast de onafhankelijkheid van tijd en plaats is er door sociale media een nieuwe, virtuele dimensie gekomen in de wijze waarop we contact hebben met anderen. Dit vraagt nadrukkelijk nieuwe vaardigheden. Ook komen digitale burgers gemakkelijker in contact met andersdenkenden, terwijl de huidige algoritmes ervoor zorgen dat men steeds bevestigd wordt in de eigen denkbeelden. Dit kan polarisatie in de hand werken (Zuckerberg, 2017). Ook hierin is het nodig om leerlingen bewustwording bij te brengen.

Burgerschapsvorming

Het is belangrijk dat we onze leerlingen op een bewuste wijze leren participeren in deze online wereld. In dit verband roepen Emejulu & McGregor op tot radicaal digitaal burgerschap. Hiermee bedoelen ze een proces waarin we met elkaar de sociale, politieke en economische consequenties van digitale technologieën kritisch analyseren en ons hiertoe verhouden (Emejulu & McGregor, 2019, p. 140). We moeten onze leerlingen dus gebruik leren maken van de mogelijkheden die deze technologieën bieden en tegelijk moeten we ze beschermen tegen negatieve invloeden. Met andere woorden: wanneer participeren ze in de digitale wereld en hoe doen ze dat dan? En wanneer leren we ze zich hiervan te distantiëren en wat is hiervan de reden? Gaan ze automatisch mee met de digitale stroom, of maken ze bewuste keuzes?

Een ding is duidelijk: digitale burgerschapsvorming wordt steeds meer noodzakelijk voor ons en onze leerlingen. We dienen ons christen-zijn ook als burger digitaal vorm te geven. Digitaal burgerschap is het voortdurend ontwikkelen van normen over gepast, verantwoordelijk en effectief gebruik van technologie (Ribble, 2019). Normen die gebaseerd zijn op onze christelijke waarden. Waarden die ook voor onze leerlingen waarde hebben gekregen.

‘It takes a village…’

Steeds meer scholen zien het belang hiervan in. Ik hoor vaak in scholen de opmerking dat vooral de ouders hierin aan zet zijn. Scholen kunnen toch niet alle verantwoordelijkheid van de ouders overnemen? Er wordt dan een ouderavond georganiseerd. Op deze avond hoor ik ouders zeggen dat mediaeducatie wel belangrijk is, maar ook dat het wel erg moeilijk is. Ouders weten zelf niet hoe de digitale maatschappij in elkaar steekt en ze voelen zich dus onbekwaam om kun kinderen hierin wegwijs te maken. Er wordt dan met een schuin oog naar de school gekeken. Daar zijn tenslotte de professionals.

Waar ligt nu de verantwoordelijkheid? Het antwoord hierop is helder: ‘in de gemeenschap’. Ouders, scholen en ook kerken hebben ieder hun eigen taken en verantwoordelijkheden, ook als het gaat om digitale burgerschapsvorming. Uiteindelijk geldt ook hierbij: ‘It takes a village to raise a child…’

Scholen zijn een onderdeel van deze ‘village’ en het is belangrijk dat zij deze verantwoordelijkheid proactief aanpakken. Een van de eerst belangrijke elementen van deze aanpak is het neerzetten van positieve rolmodellen (Hollandsworth, Dowdy, & Donovan, 2011, p. 38). Leraren dienen zelf bewuste digitale burgers te zijn, zodat zij hun leerlingen hierin kunnen voorgaan en begeleiden.

In de conceptteksten van het nieuwe curriculum wordt er daarom uitgebreid aandacht besteed aan burgerschap en digitale geletterdheid (curriculum.nu). Kennisnet (Pijpers, 2017/2018) verdeelt digitale geletterdheid in vier onderdelen: informatie verwerking, ICT-basisvaardigheden, computational thinking en mediawijsheid. Scholen kunnen beginnen met in te steken op burgerschap en mediawijsheid.

Driestar educatief

Binnen Driestar educatief is in de achterliggende jaren visie ontwikkeld over het thema mediawijsheid en is er een aanbod gerealiseerd scholen helpt om het thema mediawijsheid in de school stevig neer te zetten.

Zo is de aanschaf van Stapp als een methode voor mediawijsheid aanbevelenswaardig, maar niet genoeg. Het is broodnodig om daarnaast ook te investeren in de deskundigheid en mediabewustheid van de leraren. En om na te denken over het stimuleren van de betrokkenheid en deskundigheid van ouders ten aanzien van dit thema. Verder is het aanstellen van een mediawijsheidcoach een goede stap om de borging van alle initiatieven zeker te stellen. Neem gerust contact op met een van onze adviseurs om de mogelijkheden hiervoor te verkennen.
 

Bibliografie

(2019, 06). Opgehaald van curriculum.nu: https://curriculum.nu/
Emejulu, A., & McGregor, C. (2019). Critical Studies in Education. Towards a radical digital citizenship in digital education, 60, 1, 131-147. doi:10.1080/17508487.2016.1234494
Hollandsworth, R., Dowdy, L., & Donovan, J. (2011, July/August). Digital Citizenship in K-12: It takes a village. TechTrends, 55(4), 37-47.
Pijpers, R. (2017/2018). Handboek Digitale Geletterdheid. Zoetermeer: Kennisnet.
Ribble, M. (2019, 05 24). Opgehaald van digitalcitizenship.net: http://www.digitalcitizenship.net/home.html
Wij-leren.nl. (2019, 05 24). Opgehaald van https://wij-leren.nl/burgerschap.php
Zuckerberg, M. (2017, 2 16). Building Global Community. Facebook. Opgehaald van https://www.facebook.com/notes/mark-zuckerberg/building-global-community/10103508221158471/