Aandacht 16 mei 2019 Door C.A. (Kees) van der Vloed

Ook als werkplekbegeleider kun je coaching voor je eigen werk soms goed gebruiken. In deze blog lees je hoe een coach een lesje leerde.



Ik had de hele dag op een middelbare school gewerkt. Als externe coach had ik vijf lesbezoeken afgelegd en evenzoveel nagesprekken gevoerd. Eén les was zo beroerd verlopen – ik geloof dat er zeven leerlingen onder geschreeuw de klas uitgestuurd waren – dat ik aan de betrokken docent (Henk-Jan, maatschappijleer, net afgestudeerd) vroeg of het niet wijs was om de mentor van deze leerlingen te informeren. Ik had geen nagesprek met hem als startende docent gevoerd. Het leek me onbegonnen werk. Bovendien wilde ik voor de file weg zijn.
“Ja, dat is wel een goed idee”, zei Henk-Jan en depte zijn voorhoofd met een papieren zakdoekje.

Rood lampje

Even later stonden we voor de kamer van de mentor: drs. Vincent van Ginniken. Boven de deur brandde een rood lampje. Ik wilde aankloppen, maar Henk-Jan hield me tegen. “Dat zou ik niet doen,” zei hij, “Vincent houdt er niet van als hij gestoord wordt. ‘Het lampje staat niet zomaar op rood’, zegt hij altijd. Zegt hij ook tegen leerlingen trouwens.” Henk-Jan ging iets zachter praten: “De waarheid is, dat het lampje bijna altijd op rood staat.”
“Hmm …” zei ik, “Wat nu? Het lijkt me toch echt belangrijk om hem nú te spreken, voordat de ouders van de weggestuurde leerlingen aan de lijn hangen.” Ik keek op mijn horloge; ik had nog ongeveer een kwartiertje voordat de snelweg zou dichtslibben. Ik posteerde Henk-Jan voor het raam naast de deur in de hoop dat Vincent de aangeslagen docent zou zien en als nog de ophaalbrug zou neerlaten. Maar nee, de deur bleef dicht. Vincent verdient overigens wel een Oscar. Tien minuten heeft hij overtuigend gespeeld of hij ons niet zag.

Airpods

Vijf minuten later stond ik bij mijn auto. Ik vroeg me af wat ik nu precies had meegemaakt. Ik dacht aan een ontmoeting eerder die week. Ik had met een teamleider van een andere school op het schoolplein staan praten over de noodzaak van goed mentoraat. Gijs heette die teamleider; hij stond al twintig jaar aan het hoofd van de havo-afdeling. Op enig moment passeerde er een leerling van een jaar of 14. Ik wilde net een nieuw argument inbrengen, toen Gijs me onderbrak en zei: “Moment … Hé, Joost! Ben je er weer! Je hebt het goed te pakken gehad, hè!”
Joost knikte en deed z’n airpods uit. “Ja, meneer, bronchitis. Maar het gaat wel weer, hoor.”
Gijs glimlachte. “Mooi jongen, fijne dag vandaag!”
“U ook, meneer!” Hij deed zijn airpods weer in en vervolgde zijn weg.
 
Om heel eerlijk te zijn, ik had nogal wat irritatie gevoeld toen Gijs me had onderbroken. Maar nu ik voor de dichte deur van Vincent had gestaan, wist ik wel voor wie ik de meeste sympathie voelde. Het verschil tussen Vincent en Gijs liet zich in één woord uitdrukken: aandacht.

Voorbeeld

Vanmorgen had ik een zogenoemde ‘werkplaats’ met de andere coaches van Driestar educatief. Eens per maand kwamen we bij elkaar om elkaar op te scherpen, blinde vlekken zichtbaar te maken en elkaar indien nodig verder te helpen. Ik ging er niet vaak heen, omdat ik meestal andere dingen belangrijker vond. Maar nu was ik er, ik had geen goede reden om weg te blijven. Verontwaardigd deed ik verslag van Vincents onbereikbaarheid. “Hij mag wel een voorbeeld aan Gijs nemen”, oordeelde ik, “die geeft tenminste aandacht. Wat zou het voor Vincent goed zijn om van tijd tot tijd eens samen met anderen na te denken over zijn functioneren. Zoals wij nu doen bijvoorbeeld.”
Tineke, een van mijn collega-coaches kuchte en vroeg: “Nog even over die Henk-Jan, hoe keek hij zelf terug op de les die je had bijgewoond?”
“Hoe bedoel je?” vroeg ik.
“Ik neem toch aan dat je de les hebt nabesproken,” ging mijn collega verder, “hij zal zich toch heel beroerd gevoeld hebben, denk je niet?”
Beschaamd dacht ik aan het door mij geskipte nagesprek met Henk-Jan. De ontmaskering dat ik geen haar beter was dan Vincent, deed me een besluit nemen. Ik zou nooit meer een ‘werkplaats’ verzuimen. Ik heb het nodig, dat is wel duidelijk.
 
Mag ik eens vragen, in wie herken je jezelf het meeste in dit verhaal?
Voel je je vaak als Henk-Jan, die feedback en steun nodig heeft om beter te kunnen functioneren?
Misschien herken je je in Vincent en de coach die beiden alleen aandacht geven als het hen uitkomt?
Of lijk je toch meer op Gijs en Tineke van wie veel te leren valt?
Wie je ook bent, hoe je ook functioneert, wij allemaal hebben van tijd tot tijd nodig om te reflecteren op ons functioneren. Of beter gezegd: wij hebben anderen nodig om tot reflectie te komen.



Kees van der Vloed is onderwijsadviseur. Deze blog schreef hij samen met Thea de Mots, coach en werkplaatsbegeleider bij Driestar onderwijsadvies. Voor eventuele vragen kun je bij hen terecht. Wil je meer weten over ons aanbod? Neem eens een kijkje op www.verder-leren.nl