Dyslexie of algemeen leerprobleem: hoe stel je de diagnose? 9 februari 2017

Het verschil tussen dyslexie en een algemeen leerprobleem is vaak lastig te zien. Daarom gaan onze dyslexieonderzoekers uiterst zorgvuldig te werk. Lees hier hoe ze hun diagnose stellen.

Voor het vaststellen van de diagnose ernstige, enkelvoudige dyslexie is zogenaamde differentiaaldiagnostiek nodig. Dat wil zeggen dat tijdens het dyslexie onderzoek nauwkeurig na wordt gegaan of de achterstanden op lees- en/of spellinggebied niet door andere oorzaken dan door dyslexie kunnen worden verklaard. 

In het geval van kinderen met een beneden gemiddelde intelligentie zou het kunnen zijn dat er geen sprake is van ernstige, enkelvoudige dyslexie, maar van een algemeen leerprobleem. Daarbij is dan sprake van vergelijkbare achterstanden op meerdere gebieden.

Uitsluiten algemeen leerprobleem

Het uitsluiten van een algemeen leerprobleem wordt vastgesteld door middel van een intelligentiebepaling. Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Bij kinderen met een intelligentie tussen de 70-85 (scores in het 95% betrouwbaarheidsinterval meegerekend) is er voldoende reden om aan te nemen dat hun achterstanden op lees- en/of spellinggebied wel door dyslexie verklaard kunnen worden.

Hoe stel je de diagnose dyslexie

In de praktijk blijkt echter dat de diagnose dyslexie bij deze doelgroep, door allerlei belemmerende problematieken, soms moeilijk te stellen is. De dyslexieonderzoeker zal dan heel zorgvuldig kijken hoe de achterstanden met lezen en/of spellen verklaard kunnen worden. Hierbij wordt gekeken naar de volgende zaken:
  1. Is er sprake van dyslexie in de familie?
  2. Hoe zijn de resultaten bij rekenen? Vindt de leerling rekenen in het geheel ook heel moeilijk of is er duidelijk sprake van automatseringsproblematiek die met de eventuele dyslexie samenhangt?
  3. Hoe is de verhouding tussen lezen/spellen en rekenen/ begrijpend lezen?
  4. Heeft de leerling als kleuter al moeite gehad met het aanleren van zaken als kleuren, liedjes, etc.?
  5. Is er een verschil te bemerken tussen de fonologische vaardigheden (veel moeite hebben met het ‘spelen’ met klanken) en de talige vermogens van een leerling? Relatief zwakkere fonologische vaardigheden pleiten dan voor het vaststellen van dyslexie. 
Als de diagnose ernstige, enkelvoudige dyslexie na een zorgvuldige afweging gesteld kan worden, wordt bij deze leerlingen vaak een proefperiode voor de dyslexie behandeling geadviseerd zodat in de praktijk gezien kan worden of de behandelingen ook daadwerkelijk aanslaan.

Meer lezen over dyslexie? Bekijk onze themapagina Dyslexie.

Meer nieuws