Sociale acceptatie binnen passend onderwijs begint bij de leraar 10 juni 2015 Door N.J. (Neely Anne) de Ronde-Davidse

Via sociale media deed het verhaal over Ben en Mary de ronde. Mary, een meisje met het syndroom van Down, werd vaak buitengesloten, maar niet door Ben. Ben beloofde haar mee te nemen naar het schoolgala en kwam die belofte ook na. Maar hoe vaak komt dit voor? Worden kinderen zoals Mary wel geaccepteerd door klasgenootjes? Worden ze na schooltijd gevraagd om te komen spelen? Zie jij als leraar in je klas vriendschappen ontstaan tussen leerlingen met een ontwikkelingsachterstand en andere klasgenootjes?

Ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand hebben die wens in ieder geval wel. Zij kiezen vaak voor plaatsing in het reguliere onderwijs, in de verwachting dat sociale vaardigheden beter ontwikkelen. Daarnaast hopen ze dat er vriendschappen ontstaan met medeleerlingen. Een begrijpelijke wens van ouders, want vriendschappen zijn uiterst belangrijk voor het welbevinden van het kind en het ontwikkelen van sociale vaardigheden die ieder kind nodig heeft op school en in zijn verdere leven. Daarnaast vinden ouders het fijn als hun kind met vriendjes en vriendinnetjes uit de buurt kan spelen. 

Ouders als voorbeeld

Helaas is de praktijk weerbarstiger; sociale vaardigheden van kinderen met een ontwikkelingsachterstand blijven vaak achter, met als gevolg dat ze niet geaccepteerd worden door medeleerlingen, minder vrienden krijgen of dat vriendschappen niet lang stand houden. Juist het wel hebben van een vriendschap is belangrijk. Kinderen met een ontwikkelingsachterstand worden daardoor ook makkelijker door andere klasgenoten geaccepteerd en het verkleint de kans op psychische problemen op latere leeftijd. Hierbij hebben de ouders van de andere leerlingen ook een belangrijke rol! Als zij de kinderen met een ontwikkelingsachterstand accepteren, kunnen hun kinderen hun voorbeeld navolgen. Uit onderzoek blijkt gelukkig dat de meeste ouders er geen problemen mee hebben als hun kinderen zulke klasgenootjes hebben. Waar ik echter van schrok, is dat 65% van de ouders aangaf het niet goed te vinden als hun kind een van deze kinderen op een verjaardagspartijtje zou uitnodigen. Met andere woorden: prima in de klas, maar niet als vriendje bij ons thuis over de vloer. 

Jouw voorbeeldfunctie als leraar

Hoe kun je als leraar hiermee omgaan? Ook jij bent, net als de ouders, een voorbeeld voor de leerlingen. Juist jij bent degene die kan stimuleren dat de leerling in een rolstoel, de leerling met het syndroom van Down of de leerling met gedragsproblemen geaccepteerd wordt door zijn medeleerlingen. Er zijn veel activiteiten die sociale acceptatie bevorderen, maar het begint vooral bij jezelf. De leerlingen moeten aan jou kunnen merken dat je iedere leerling accepteert zoals hij is. Dat is geen gemakkelijke opgave. Soms frustreert het je dat die ene leerling voortdurend de aandacht vraagt. Wat kan het dan fijn zijn als er binnen jouw school ruimte is om even stoom af te blazen bij een collega. Of dat een collega aanbiedt de leerling even over te nemen. Ook is bekend dat het opdoen van meer kennis over specifieke ontwikkelingsproblematiek helpt om meer vanuit een positieve grondhouding te kunnen werken. Op die manier krijg je meer zicht op vragen als: Waarom gedraagt deze leerling zich nu zo? Wat zit daar achter? Dat helpt je om het gedrag niet meteen te veroordelen. Meer ervaring opdoen leidt vaak ook tot een positievere houding.
Woon bijvoorbeeld eens een les bij van een collega die in het speciaal basisonderwijs werkt, of start een intervisiegroep waaraan ook collega’s uit het s(b)o meedoen. Dat helpt je om als leerkracht beter om te gaan met kinderen die extra aandacht nodig hebben. 

Bewustwording van je eigen houding

Maar met alleen meer kennis en ervaring red je het niet. Nog belangrijker is dat je je bewust bent van je eigen houding. Die veranderen is iets waar je constant aan moet werken. Ik realiseer me dat dat niet gemakkelijk is, dat merk ik bij mezelf ook. Het helpt je echter wel om bewust te kunnen werken aan de onderlinge sociale acceptatie in jouw klas en leerlingen zich bewust te maken van hun eigen houding. Hoe begin je daarmee? Je kunt starten met het in kaart brengen van sociale relaties. Een handig hulpmiddel daarbij is het sociogram in Parnassys. Je krijgt daarmee zicht op vragen als: Wie accepteert wie als vriend? En is dat wederzijds? Op bestaande sociale relaties kun je als leraar vervolgens inspelen. Zet bepaalde leerlingen eens bewust bij elkaar of bespreek in de groep hoe het moet voelen om nooit te worden uitgenodigd om te komen spelen na schooltijd. Zomaar een paar voorbeelden om je leerlingen te vormen met de gedachte dat we iedereen accepteren zoals hij/zij is. Want hoe mooi kan het zijn als je aan ouders kunt vertellen dat hun zoon met het syndroom van Down geaccepteerd wordt door zijn medeleerlingen en mooier nog, een vriendje heeft in de klas! Natuurlijk kun je vriendschappen niet afdwingen, maar je kunt er als leraar wel voor zorgen dat er een positief klassenklimaat heerst waarin leerlingen oog hebben voor elkaar, elkaar helpen en accepteren. Dat begint bij jezelf!
 
Meer lezen over dit onderwerp? Bekijk eens het boekje van Anke de Boer: Inclusie een kwestie van attitudes? Onderzoek naar de acceptatie van leerlingen met leerlinggebonden financiering in het reguliere basisonderwijs (pdf). Een kort informatief boekje over sociale acceptatie van leerlingen met ontwikkelingsproblemen waarin meer tips staan over hoe je daar als leraar aan kunt werken in je klas.