Woensdag 29 januari 2014 kwamen er zo’n 170 mensen uit alle hoeken van het land naar Gouda om met elkaar na te denken over christelijk leraarschap. Met die bezinningsdag startte de themamaand identiteit van Driestar Educatief.
In het reformatorisch onderwijs is het woord identiteit zoveel gebruikt, dat je afvraagt of je er nog wel over moet praten. Het is toch een volledig afgesleten onderwerp? In het openingswoord op de bezinningsdag heb ik beweerd dat het volgens mij inderdaad nodig is om te blijven praten over identiteit.
Het is immers met de identiteit van een school als met de gezondheid van veel mensen. Ze besteden er pas echt aandacht aan als er zorgen zijn.
Natuurlijk, iedereen benadrukt dat gezondheid een groot goed is. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen een goede gezondheid bovenaan zetten als het gaat om de dingen die ze belangrijk vinden in het leven. Maar moet je er dan ook voortdurend mee bezig zijn? Zeker in christelijke kring staan velen wantrouwend tegenover mensen die zo verschrikkelijk druk zijn met hun lichaam. Al die aandacht voor eten, gewicht, beweging… - zwaar overdreven allemaal. Totdat er iets op doet: we voelen ons niet goed, er zijn zorgelijke signalen… We bezoeken de arts, die tegen ons zegt: ‘Met een gezonde levensstijl was dit te voorkomen geweest.’
In het christelijk en reformatorisch onderwijs onderschrijft iedereen het belang van de identiteit. De vraag is echter of dat ook leidt tot een ‘gezonde levensstijl’: een voortdurende aandacht voor het vitaal houden van die identiteit.
De identiteit is het kloppend hart van de christelijke school. Zeker! De identiteit is immers ons bestaansrecht. En dat warme bloed van de christelijke identiteit wordt met kracht gestuwd tot in de verste haarvaten van de organisatie.
Weet u het zeker? Er is geen sprake van aderverkalking?
Gelukkig als er in uw school een breed gedragen verlangen is om in alle facetten christelijke school te zijn. Hoe waardevol is dat! Belangrijk voor leerlingen en medewerkers. Van groot belang met het oog op het Koninkrijk van God. Laten we er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het zo blijft. Dan hebben we als christelijke school bestaansrecht voor onze leerlingen en hun ouders. Dan hebben we als christelijke school bestaansrecht voor de maatschappij en voor onze overheid. Dan hebben we ook – als genade- bestaansrecht als christelijke school voor God.
Henk Vermeulen, projectleider lectoraat Christelijk leraarschap