Boekjes voor officiële en nog-niet-officiële dyscalculici 14 maart 2016

Orthodidact Kees Geluk neemt twee boekjes over dyscalculie onder de loep: 'De DYSCALCULIE Survivalgids' en 'Stomme Sommen'.

Je bent pas officieel dyscalculist als je een dyscalculieverklaring hebt. Maar vóór het verkrijgen van deze verklaring ben je feitelijk ook al dyscalculist. Althans, als je in de derde (oranje) of vierde (rode) fase van het protocol zit. De kans is dan immers groot dat het naar een verklaring toe zal gaan. Welnu, de beide boekjes zijn bedoeld voor zowel officiële en nog-niet-officiële dyscalculici.

'De DYSCALCULIE Survivalgids'

Dit boekje is geschreven door twee Vlaamse auteurs die zowel vanuit de theorie als ook de praktijk goed thuis zijn in de problematiek. Je merkt hun Vlaamse wortels niet aan het taalgebruik, maar wel aan, bijvoorbeeld, de wat Vlaams-specifieke interpretaties van de leerstoornis dyscalculie. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen procedurele dyscalculie, semantische geheugen dyscalculie en visuo-spatiële dyscalculie. Dit onderscheid wordt in ons land niet gemaakt. Een jonge dyscalculist van zeg tien, elf jaar zal deze termen en de omschrijving ervan niet begrijpen. Ook bijvoorbeeld de termen ‘lagere school’, TSO en BSO zijn typisch Vlaams.

Ook zal een jonge dyscalculist moeite hebben met de term en omschrijving van de zogenaamde STICORDI-maatregelen. Deze gelden weliswaar ook voor ons land, maar ze functioneren daar hoofdzakelijk in het voortgezet onderwijs. Neem bijvoorbeeld de laatste lettergreep van het woord: ‘DI’. ‘DI’ staat voor dispenseren (vrijstelling krijgen van iets). Dat geldt niet zozeer voor de basisschool.

We hebben het boekje verder met instemming gelezen. Het is geschreven door Annemie de Bondt en Nico de Braeckeleer en is te verkrijgen bij uitgeverij Abimo in Sint Niklaas voor € 11,95. Volgens de uitgever is het boekje bedoeld voor 8– tot 14-jarigen.

'Stomme Sommen'

Dit boekje, met als ondertitel mijn boek over dyscalculie, is geschreven door twee Nederlandse auteurs. Het is daarom volledig van toepassing op het rekenen in ons land.

Het beschrijft de rekenmisère vanuit het oogpunt van een dyscalculische jongen. Dit gezichtspunt van beschrijven is de grote kracht van het boekje. Je snapt het als dyscalculist niet alleen, maar het neemt je ook mee. Ook mensen uit de omgeving van Raúl komen steeds aan het woord: zijn moeder Ellie (die psychologe is), zijn zus Eline en nog vele anderen. Ook in dit boekje komen soms pittige begrippen aan de orde, zoals de frontale (hersen)kwab, de parietaalkwab, en zo voort. Maar de beschrijving is zo knap op kinderlijk niveau beschreven, dat je het als jonge dyscalculist kunt snappen.

De beschrijving is niet alleen te begrijpen en boeiend beschreven voor een kind – ook als volwassene (ouder, leerkracht) leer je veel van dit boekje. Waren we over het vorige boekje niet-negatief; over dit boekje zijn we voluit positief.
Het wordt uitgegeven bij Nino,  een zogenaamde imprint van uitgeverij SWP te Amsterdam. Je betaalt € 12,50 voor het boekje.

 

Meer informatie

Wil je nog meer interessante informatie te weten komen die relevant is voor jou als IB’er? Kijk dan op onze website.


Meer nieuws