Ben jij al uitgetoetst? 17 september 2018

Nederland is een echt toetsland. Er is nauwelijks een opleiding te vinden waar men cursisten klaarstoomt zonder toetsen. Zowel docenten als leerlingen lijken het als het summum van de opleiding te zien. Over het fenomeen toetsen valt echter wel één en ander te zeggen.

Leerlingen verbinden graag elke opdracht of toets aan het behalen van een cijfer. Vaak vragen leerlingen bij een opdracht: “Is het voor een cijfer?” De docent heeft uiteraard de bedoeling om de leerling iets aan te leren maar dat blijkt moeilijk te motiveren als het niet meetelt voor het rapport.
Bij het toetsen mag je gerust een paar vragen stellen:

  1. Waarom wordt er getoetst?
  2. Wat wordt er getoetst?
  3. Wat bereikt de leerling met deze toets?
  4. Is het noodzakelijk om deze toets af te nemen?

Vier tips voor beter toetsen

Als toetsen niet meer dan een gewoonte is, wordt het een loden last voor zowel leerlingen als docenten. Beiden halen zich een hoop werk op de hals met als reden slechts de cijferlijst te vullen. Helaas belanden na al die noeste arbeid veel toetsen ongebruikt in de bak voor het oud papier. Kunnen we daar niets meer mee? Uiteraard wel. Ik geef je vier tips!
  1. Leerlingen zijn blij als ze een goed cijfer krijgen voor hun toets. Maar wat zegt nu eigenlijk dat cijfer? Kennen ze nu alle stof en is het cijfer een bewijs dat ze klaar zijn om aan een volgend hoofdstuk te beginnen? Wat als het cijfer tegenvalt? Worden de missers nog gerepareerd? Beperk dus het aantal cijfers tot een absoluut minimum. Dat minimum kan zelfs nul zijn!
  2. Als je toetst, zie de toets dan als integraal onderdeel van het leerproces. Dan is de toets geen afsluiting, maar geeft het aanleiding om de hiaten bij de leerling aan het licht te brengen en daaraan te werken. Op die manier ben je niet meer summatief, maar formatief aan het toetsen.
  3. Bij de vraag wat er eigenlijk wordt getoetst, is het heel belangrijk dat een docent zich vooraf afvraagt of de toets niet alleen reproductie vraagt. Belangrijk is je ook kunt meten of de leerlingen inzicht in de stof hebben zodat ze deze kunnen toepassen in een voor hen bekende of juist nieuwe situatie.  
  4. Ten slotte is het tijdstip van toetsen belangrijk. Als je aan het begin van een hoofdstuk toetst, weet je als docent wat je nog moet behandelen. Toets je aan het eind, dan wordt het lastig om nog zaken bij te spijkeren bij de leerlingen.
Is hiermee alles over toetsen gezegd? Absoluut niet. Zie onder andere het gratis te downloaden boek: ‘Toetsrevolutie’ van de gelijknamige website.

Is je interesse gewekt om verder na te denken over toetsen? Neem gerust contact op met Albert-Jan den Butter. 

Meer nieuws