Navolging in identiteit en identiteit in navolging 2 juli 2014

14 mei 2014 - In een koude Bovenkerk in Kampen houdt Roel Kuiper zijn inaugurele rede met de titel: Identiteit & navolging.

Overzicht

Kuiper is lang en past maar net in de overkoepelde preekstoel waaruit elke verhoging verwijderd moet worden. Lange mensen hebben een goed overzicht. In dit geval gaat dat niet alleen fysiek op. Kuiper zijn inaugurele rede geeft in vogelvlucht een inhoudsvol overzicht op zijn eigen toekomstige werkveld: ‘Christelijke identiteit in maatschappelijke praktijken’. Dat roept verwachtingen op voor de toekomst. Want wat gaan de invullingen en uitwerkingen worden bij deze oriëntatie? De concretisering in de praktijk(en).

Terecht merkt Kuiper op dat christelijke organisaties zich regelmatig bezinnen op hun missie en visie. De organisaties hebben identiteitsdocumenten, soms met vergaande concretiseringen. Maar overal is het besef dat die missie en visie alleen gedragen en uitgedragen kan worden als er mensen zijn die zich geroepen weten, en in staat zijn, handen en voeten te geven aan de christelijke identiteit. Dat alles onder de zegen van God en in afhankelijkheid van Christus. Wie herkent dit spanningsveld niet binnen zijn eigen christelijke school/organisatie? Hoe belangrijk zijn dus de concrete invullingen en uitwerkingen op een werkvloer.

Concretisering van de identiteit

Op de werkvloer werken, leven en ontmoeten de mensen elkaar en handelen overeenkomstig hun identiteit. Kuiper stelt dat we niet zozeer een identiteit hebben, zoals bijvoorbeeld een paspoort, maar dat we er naar handelen en er mee navigeren door de wereld. Waarbij deze identiteit gekenmerkt wordt door twee polen. Een pool die zich richt op de ander, de sociale omgeving, en ons daarnaar laat handelen en vormen. En een pool die zich richt op onszelf. Wanneer ik Kuiper goed beluister, maakt hij nog een onderscheid binnen identiteit. Er is een primaire (onze persoonlijke) identiteit en een secundaire (professionele of maatschappelijke) identiteit. Die laatste is een niet noodzakelijke en kan je afleggen. Mijn kinderen ervaren het als irritant wanneer ik mijn beroepsidentiteit (leraar) thuis nog steeds uitoefen. Terecht merkt Kuiper op dat maatschappelijke praktijken kruispunten van identiteit zijn. En dat daar vele roepstemmen op je afkomen. Roepstemmen die om antwoord vragen, concretisering van de identiteit.

Navolging

Kuiper ziet als kerntaak van een christelijke organisatie dat ze ‘een christelijke identiteit tot ontwikkeling brengt die christenen steunt in hun maatschappelijk optreden’. Daar ligt een cultuurmotief verbonden met identiteit. Voor Kuiper is dat het motief van de navolging. Onze identiteit is in Christus. Daarmee komt het centrum van de persoonsidentiteit niet in ons, maar buiten ons te liggen. En dat is rijkdom, de rijkdom van een georiënteerd bestaan. Wij mensen zijn antwoord wezens. Antwoordend op de roepstem van de Vader en van de naaste. Wat hebben christelijke organisaties daarmee veel in handen wat ze zegenrijk kunnen (uit)delen in deze wereld. Maar hoe belangrijk worden dan de concrete invullingen en uitwerkingen.
 
Kuiper belicht de navolging van Christus in zijn rede aan de hand van Thomas à kempis, Bonhoeffer en H. Bavinck. Daarbij vooral aansluitend bij Bavinck die de navolging sterk koppelt aan de opgestane Heer die zetelt aan Gods rechterhand. Een breder en rijker perspectief dan wanneer vooral gefocust wordt op de ‘aardse tijd’ van Christus. De discipelen volgen na hemelvaart niet zozeer hun Heer, maar worden door Hem uitgezonden. Een tweede punt in de navolging is de mens als beeld van God. Kuiper ziet daarin ‘een grond voor identificatie in karakteristieken die God en mens allebei bezitten’. Zo komt Kuiper uit bij relatie en zegt hij: ‘Mensen kunnen meerdere identiteiten aannemen, maar onze meest fundamentele persoonlijke identiteit ontstaat in deze relatie.’ Hier wil ik een kanttekening plaatsen. Dat lijkt mij zeker waar, maar tevens heerlijk vaag. Iedere christen knikt van ja, en geeft er een eigen invulling aan. Wat worden nu de concrete invullingen en uitwerkingen.
 
Navolgen van Jezus brengt spanning en vraagt inspanning. Kuiper wijst erop dat de rijke jongeling met zijn vele goederen moest leren afzien van zijn zelfbeeld als rechtvaardige. ‘Jezus vraagt hem in een diepere zin trouw te zijn aan de wet. ‘ Het is niet onterecht dat de christen filosoof D.H.Th. Vollenhoven ‘het beeld van God zijn’ koppelt aan het houden van Gods geboden. Daarin is de mens beeld van God en daarin kan hij dat beeld verliezen. De vervulling van deze wet, daartoe kwam Christus op deze aarde; de mens verzoenende met God de Vader. Dan zal daar ook de norm liggen voor de concrete invullingen en uitwerkingen. En welk een rijkdom heeft God dan gegeven in zijn Woord, in Zijn handelen door de tijd, in Christus, in de vele getuigen die ons zijn voorgegaan en in de broeders en zusters om ons heen, als lichaam van Christus.
 
We zien uit naar de volgende (denk)stappen van Kuiper op dit levendige terrein dat ons werkveld is.

Lees zelf de rede van Kuiper.

Bron afbeelding: www.gkv.nl

Meer nieuws