Hoe kunnen doeners via nieuwe media betrokken worden bij de kerkelijke gemeente? En hoe kunnen doeners zelf media gebruiken ten dienste van die gemeente?
Op het op woensdag 13 november 2013 gehouden symposium ‘Doeners in de Kerk’ hebben twee leden van de kenniskring van het Lectoraat media in vorming en onderwijs een workshop verzorgd waarin deze vragen centraal stonden.
In het eerste gedeelte van de workshop presenteerde kenniskringlid Jeroen van der Laan cijfers uit recent onderzoek van het lectoraat. Uit de database van beschikbare cijfers zijn twee clusters van respondenten geconstrueerd. Eén cluster van doeners en één cluster van denkers.
Uit de gepresenteerde cijfers en verbanden ontstaat een beeld dat doeners een hoge waardering geven aan sociale media als het gaat om het waarheidsgehalte. Ook vinden zij het veel belangrijker hoe hun vrienden reageren op hun berichten dan de denkers. De doeners gebruiken minder de nieuwste media, en gebruiken nieuwe media minder intensief en ontvangen minder berichten.
Doeners zijn ook naïever, nodigen veel vaker onbekenden uit en verwachten dat de media hun niet of nauwelijks beïnvloedt. Doeners gebruiken media meer onderweg en meer stiekem. Ten slotte zijn zij ook sneller afgeleid en hebben kortere spanningsboog.
In het tweede gedeelte van de workshop gaf kenniskringlid Gijsbert Bouw een aantal adviezen over het betrekken van doeners bij de kerkelijke gemeente via nieuwe media. Als uitgangspunt noemde hij dat media ten dienste moeten staan van de offline kerkelijke gemeente. Een online kerk moet niet het doel zijn van mediagebruik in de kerk.
Ook adviseert hij ambtsdragers en kerkelijk werkers maatwerk toe te passen bij mediagebruik. “In een behoudende gemeente kan het al een hele stap zijn om je mailadres aan jongeren te verstrekken; in een gemeente waarin sociale media verder ingeburgerd zijn valt het te overwegen om naast de preekbespreking ook een maandelijkse afspraak te maken voor een digitale variant erop.”
Ambtsdragers en kerkelijk werkers moeten discussies op sociale media door jongeren van de gemeente volgen, zo luidde een advies. “Reageer zo nodig als iets u niet bevalt; jongeren zien dat u hen ziet. Geef ook het goede voorbeeld als ambtsdrager, door op een gepaste manier van sociale media gebruik te maken.”
Doeners kunnen ook zelf media inzetten in de gemeente. Zo zouden ze een rol kunnen spelen bij de techniek in de gemeente: de website van de gemeente of de site van de actie van de jeugdvereniging. Ook kunnen ze bijvoorbeeld de Facebookpagina van de JV actueel houden en vormgeven. Ten slotte kunnen doeners zelf ideeën aandragen hoe ze via sociale media wat kunnen doen voor evangelisatiedoeleinden of het zendingswerk.