PLG’s: What’s in a name? 18 februari 2021 Door P.M. (Piet) Murre

Het is niet zo moeilijk om te beweren dat je een lerend team bent of, zoals het tegenwoordig vaak genoemd wordt, een professionele leergemeenschap (PLG). Maar iets een naam geven zegt niet zoveel. Zeker als het eerder gaat om een bestaande manier van werken van een school of team, dan een nieuw initiatief. De aanduiding PLG kan dan zelfs iets worden van een vlag op een modderschuit. Dat is jammer, want een goede PLG kan veel betekenen.

Vanuit empirisch onderzoek is het nodige bekend over de karakteristieken van een effectieve PLG. Sommige daarvan lijken vanzelfsprekend. Maar schijn bedriegt, juist dan  is het de kunst om die eigenschappen echt, feitelijk, vorm te geven. Dat geldt bijvoorbeeld voor het hebben van gedeelde waarden, een gedeelde visie, en doelen die gericht op het leren van leerlingen en het zich daarvoor verantwoordelijk weten. Dat geldt ook voor de noodzaak dat ondersteunende          randvoorwaarden aanwezig zijn, zoals voldoende tijd, leiderschap dat steun biedt, en een effectieve manier van organiseren. Deze woorden omzetten in daden is niet altijd makkelijk en vraagt goed luisteren, maar ook iets doen.
 
Andere eigenschappen van een effectieve PLG zijn een gerichtheid op leren en verbetering van allen en als groep, het dichtbij de eigen lespraktijk starten en blijven, binnen de PLG actief en betrokken samenwerken, en als PLG zowel praktisch gericht zijn als op een reflectieve manier actie- en resultaatgericht zijn. Ten slotte laat de literatuur zien dat het ook belangrijk is dat er een expert actief aanwezig is. Het hele bovengenoemde rijtje eigenschappen blijkt cruciaal te zijn wil een groep docenten (of wie dan ook) echt een professionele leergemeenschap vormen.
 
Niet iedere groep is dus automatisch een PLG, maar er valt wel aan te werken:

  1. Voer het gesprek over hoe je als groep deze karakteristieken kunt vertonen, en voorkom tegelijkertijd oeverloos geneuzel.
  2. Stel de vraag wie de expert is en op welk onderwerp precies. En als die expert er domweg niet is, haal die dan van buiten naar binnen.
  3. Bij een PLG van docenten moet altijd de vraag aanwezig zijn (latent of expliciet) naar de (eigen) lespraktijk, het tastbare resultaat, en of haalbaar is wat gewenst wordt gegeven de beschikbare tijd.
P-L-G. Prachtige naam – mits het echt een PLG betreft, en niet een schuit met alleen maar de vlag.

Wie meer wil lezen:

  • Aanen, E., Hoencamp, M., De Muynck, B. (2013). Bevordering van Persoonlijk Meesterschap in professionele leergemeenschappen. Gouda: CEPM.
  • Dufour, R., & Fullan, M. (2015). De vijf essenties van leidinggeven aan een PLG. Rotterdam: Bazalt educatieve uitgeverijen.
  • Hall, G.E., & S.M. Hord. (2015). Implementing change. New Jersey: Pearson Education.
  • Olsson, D. (2019). Improving Teaching and Learning Together: A Literature Review of Professional Learning Communities. Retrieved from http://www.diva-portal.org/smash/get/diva2:1341682/FULLTEXT01.pdf
  • Stoll, L., Bolam, R., McMahon, A., Wallace, M., & Thomas, S. (2006). Professional learning communities: A review of the literature. Journal of educational change, 7(4), 221-258.
  • Van Schaik, P. (2020). Utilizing, co-constructing and sharing of knowledge in collaborative teacher learning. Unpublished PhD thesis, University of Amsterdam