Zó kun je beter omgaan met emotionele reacties van ouders 31 januari 2019 Door N. (Mirelle) de Lange

Geagiteerd kijkt Lisa’s moeder je aan. Een rode blos trekt over haar gezicht. Op scherpe toon vertelt ze het echt niet te begrijpen waarom Lisa met rekenen zo achteruit is gegaan. Waarom heeft de school niet eerder aan de bel getrokken? Je wilt antwoord geven, maar het lukt je niet haar te onderbreken. Je voelt je onzeker. Hoe ga je met deze ouder om?

Ouders vertrouwen hun kostbaarste ‘bezit’ aan een school toe: hun kind. Zij zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kind en dragen aan jou als leraar een deel van die opvoeding over. Het is goed om je te realiseren dat ouders en kinderen een onbreekbare emotionele band hebben. Ze hebben een relatie die met geen andere te vergelijken is. Loyaliteit, elkaar trouw zijn, speelt hierin een belangrijke rol.

Vanwege deze bijzondere relatie kunnen ouders hun kind heel anders beleven en zien dan jij als leraar. Het is hún kind, van wie ze houden, op wie ze trots zijn, van wie ze veel verwachten of over wie ze zich zorgen maken. Een emotionele reactie – zoals de moeder van Lisa – laat zien hoeveel ouders van hun kind houden!

Wat er in bovenstaande situatie eigenlijk gebeurt, is het doorlopen van een acceptatieproces. Elke ouder maakt ditzelfde proces mee wanneer zijn/haar kind problemen heeft. Het proces kent vier fasen, zo beschrijft Peter de Vries in Handboek ouders in de school:
  • ontkenning
  • boosheid
  • verdriet
  • acceptatie

Een opmerking als ‘Ach, ik kon vroeger ook niet rekenen, maar met mij is het ook helemaal goed gekomen’ is een voorbeeld van ontkenning. In deze fase is het van belang te luisteren naar de ouder, en niet te oordelen.

Na ontkenning volgt boosheid. Dit is met name zichtbaar bij de moeder van Lisa. Boze mensen verkeren in een irrationele fase, waarin het zinloos is om argumenten aan te dragen. De enige remedie is dan erkenning van de boosheid. Erkenning zorgt ervoor dat de boosheid verdwijnt en brengt ouders weer in een rationele fase.

De volgende fase is verdriet. Begrip is het sleutelwoord voor de manier waarop de school met ouders en hun verdriet moet omgaan. Overigens is het goed om met enige professionele afstand om te gaan met dit verdriet, om de rol van ‘helper’ te vermijden.

Voor ouders (en school) is het prettig wanneer zij de fase van acceptatie hebben bereikt. Het is winst wanneer een leraar ouders mag steunen gedurende alle fases van ontkenning, boosheid en verdriet! Meestal verlopen de fasen chronologisch – dus van ontkenning naar acceptatie – maar ook schoksgewijs. Nieuwe gebeurtenissen kunnen ouders ineens weer een aantal stappen terug doen gaan.

Het zojuist geschetste acceptatiemodel kan je helpen (emotionele) gedragingen van ouders beter te begrijpen en er dus vervolgens ook beter mee om te gaan.

Wil je je verder verdiepen in communicatie met ouders? Bestel het boek ‘Even over mijn zoon juf’ of neem vrijblijvend contact op met Gerben Heldoorn voor een cursus over oudercommunicatie en ouderbetrokkenheid op jouw school!