Refojongere praat soms niet over media uit angst voor afwijzing 27 juni 2018

Dat reformatorische jongeren minder met hun ouders praten over media dan hun seculiere leeftijdsgenoten, is verklaarbaar. „De Bijbel noemt verkeerde dingen zonden. Als er online dan iets negatiefs gebeurt, praat je daar niet gemakkelijk over met je ouders.”

Henrieke Hoogendijk-van Dam, mediapedagoog en onderzoeker bij Driestar educatief, ziet naast de zorgelijke uitkomsten iets bemoedigends in het onderzoek ”Jongeren en online veiligheid”, dat woensdag naar buiten kwam. „Veel jongeren zien hun ouders nog altijd als de belangrijkste bron voor kennis als het om onlinerisico’s gaat. En bijna de helft stapt naar vader of moeder als er iets vervelends is gebeurd. De rol van ouders is nog altijd belangrijk.”

De verschillen tussen reformatorische jongeren en hun seculiere leeftijdsgenoten rond mediagesprekken met ouders noemt Hoogendijk „voorzichtig verklaarbaar.” „In de gereformeerde gezindte heerst een ander normatief kader. Wij bezien gedrag vanuit de Bijbel. Dat betekent dat we verkeerde dingen als zondig benoemen. Bij refojongeren ontstaat daarom eerder schroom om over negatieve ervaringen te vertellen dan bij seculiere jongeren."

>> Lees het volledige interview bij het Reformatorisch Dagblad

Meer nieuws