Beter burgerschapsonderwijs in vier stappen 5 maart 2019

Burgerschapsonderwijs staat weer in de schijnwerpers. Regisseur identiteit en vorming Henk Vermeulen legt uit waarom én hoe je als school zelf je verantwoordelijkheid voor burgerschapsvorming kunt nemen.



Opeenvolgende rapporten van de onderwijsinspectie laten zien dat het burgerschapsonderwijs in Nederland beter zou kunnen. De overheid vindt niet alleen dat dat kan, maar ook dat het moet. Dat moeten wordt vastgelegd in een nieuwe wet over burgerschapsonderwijs die medio 2019 tot stand komt. Het wordt spannend als de overheid zich rechtstreeks gaat bemoeien met de waarden en normen die de scholen moet overdragen. Beter is het als de scholen zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Niet alleen omdat burgerschapsonderwijs al jaren een wettelijke verplichting is, maar vooral omdat vorming van leerlingen voor de christelijke school een belangrijk thema is. 

Stap 1: burgerschapsonderwijs op de teamagenda: van incident naar structuur 

De aandacht voor burgerschapsonderwijs is op veel scholen incidenteel. Een vraag van de inspecteur of een bericht in de krant zijn redenen om even aandacht aan het thema te geven. Beter is het om een van de teamleden of (liever nog) een groepje collega’s eigenaar te maken. Dan kan er een traject uitgezet worden om burgerschapsonderwijs op school verder te doordenken. Doe dat dan wel op diverse niveaus: beleid, team of bouw, maar ook binnen de vakken.

Stap 2: basiskennis op orde 

Het blijkt belangrijk om in zo’n traject eerst de klokken in het team gelijk te zetten, want de beelden die teamleden hebben bij dit thema zijn heel verschillend. Denk dus met elkaar na over basale vragen als: wat is burgerschapsonderwijs?, wat beogen we met burgerschapsonderwijs?, wat heeft dat te maken met onze missie?, wat vraagt de overheid van ons?, waar moeten we juist op déze school op inzetten?, wat doen we al op dit gebied?, enzovoort. Vaak gebeurt er in de school al heel wat dat met burgerschap te maken heeft. Het blijkt wel nodig om goed na te denken over samenhang en opbouw van de activiteiten.

Stap 3: eigen visie tegen het licht houden 

Als iedereen helder heeft waar het bij burgerschapsvorming over gaat, is het belangrijk de eigen visie op burgerschapsvorming weer eens tegen het licht te houden. Ergens in een schoolplan staat er vast een alinea over, maar op veel scholen is die visie nauwelijks uitgewerkt. Burgerschapsonderwijs vindt plaats in de concrete context van een bepaalde school: een school met een bepaalde identiteit, een bepaalde leerlingenpopulatie, in een stad of dorp, enz. Doordenking van de eigen visie op burgerschapsonderwijs brengt het team bij het hart van het onderwijs, omdat het over de vorming van leerlingen gaat.

Stap 4: activiteiten bepalen 

Daarna kunnen bestaande activiteiten bekeken worden (hoe is de opbouw en samenhang?) en nieuwe activiteiten ontwikkeld. Als dat allemaal gebeurt vanuit een drive om leerlingen te vormen tot betrokken christelijke burgers die een belangrijke bijdrage leveren aan onze maatschappij past dat helemaal bij de christelijke school – en bij de maatschappelijke aandacht voor burgerschap.
 
Lees onze Handreiking burgerschapsonderwijs. Die vindt u samen met informatie over onze adviestrajecten op de pagina Burgerschapsvorming.
 

Meer nieuws