Kinderen vertellen best vaak iets in de klas, maar krijgen ze ook wel eens de gelegenheid om een fictief verhaal te vertellen?
Ze leren hiermee vaardigheden die van pas komen bij andere presentaties, zoals een spreekbeurt. Verstaanbaar en met zelfvertrouwen presenteren is een vak apart. Kinderen (en ook volwassenen) vinden het vaak heel spannend om uit hun hoofd iets aan een groep te vertellen. Vergeet je niks? Hoe sta je erbij? Iedereen kijkt naar je.
Een manier om kinderen hierbij te helpen is om gebruik te maken van tekeningen. Het plaatje ondersteunt het praatje. Door de tekeningen onthoud je het verhaal beter. En als het publiek naar een tekening kijkt, kijken ze minder naar jou.
Een paar ideeën:
-
Vertelplaten maken: kies een eenvoudig, bestaand verhaal. Maak er vertelplaten bij door de illustraties uit een prentenboek te kopiëren of ze zelf te tekenen (of door de kinderen te laten doen).
-
Vertelkastje: in een vertelkastje (kamishibai) kun je tekeningen leuk presenteren. De platen hebben A3-formaat. Van veel verhalen zijn bestaande vertelplaten te vinden voor in het vertelkastje (meestal 12 tot 16 platen per verhaal), maar anders kunnen ze zelf gemaakt worden. Een vertelkastje is te leen in de mediatheek>>>. Ook hebben we veel vertelplaten in onze collectie.
-
Filmrol: plak alle tekeningen aan elkaar of gebruik een rol behang. Maak het begin en eind vast aan twee stokken. Rol het verhaal op. Twee kinderen houden de rol vast en laten het verhaal beeld voor beeld zien. De scènes die geweest zijn, worden weer opgerold. De verteller vertelt het verhaal erbij. Een filmrol op A4-formaat is hanteerbaar voor één persoon (dus voor de verteller zelf).
-
Waslijn: hang de tekeningen in de goede volgorde aan een waslijn. Maak de ruimte zo donker mogelijk. De verteller schijnt van onderen met een zaklamp op de tekening die aan de beurt is.
De mediatheek heeft ze>>>