Stuur schooljeugd op avontuur in de jeugdliteratuur 10 oktober 2025 Door Tineke Boele , Peter Dijkstra en Janneke de Jong-Slagman

Het is weer Kinderboekenweek. Het thema ervan, Vol avontuur!, moet niet alleen voor deze week gelden, maar voor het hele leesonderwijs.

De eerste week van oktober is traditiegetrouw de Kinderboekenweek. Veel scholen in Nederland besteden op feestelijke wijze aandacht aan het kinderboek: vlaggetjes hangen in het lokaal, boeken krijgen een prominente plaats en leerkrachten doen extra hun best om kinderen te enthousiasmeren voor lezen. Het thema van dit jaar is Vol avontuur!, een thema dat veel kinderen zal aanspreken. En dat is ook nodig.

Veel jeugdliteratuur ademt een tijdgeest die anders is dan in de meeste christelijke boeken

We moeten namelijk alles uit de kast trekken om kinderen warm te maken voor het lezen en voor de waarde van mooie, vormende verhalen. In dit opzicht valt een voorzichtige, maar mooie trend op: meer kinderen werden in het afgelopen jaar lid van de openbare bibliotheek.

Onderzoek van de Koninklijke Bibliotheek en het CBS wees uit dat maar liefst 73 procent van de jeugd tot 18 jaar vorig jaar lid was van de bibliotheek. Scholen, bibliotheken en andere culturele instellingen werken samen en ontplooien veel mooie initiatieven.

Goede lezers

Ook scholen voelen steeds meer de noodzaak om kinderen en jongeren met literatuur in aanraking te brengen. Een interessante invalshoek komt naar voren in de recent verschenen publicatie ”A Children’s Right Approach tot the Right to Read” van Matheus Mendes en Maria de Kruijf (2025).

Zij bepleiten het recht om te lezen als een kinderrecht binnen het VN-Kinderrechtenverdrag. Het artikel bespreekt drie dimensies: (1) het recht om te leren lezen, (2) de vrijheid om zelf te kiezen wat te lezen en (3) toegang tot leesmateriaal.

Sommige boeken vragen erom, door hun wellicht schurende inhoud, gezamenlijk gelezen én besproken te worden

We verkeren in de gezegende omstandigheden dat we ons in Nederland geen zorgen hoeven te maken over dat eerste punt. Althans, wat het leren lezen betreft. Maar als we de kwaliteit van het lezen in ogenschouw nemen, valt er wel een verbeterslag te maken. Mendes en De Kruijf bespreken het recht van kinderen om goede lezers te worden. Lezers die verhalen ook kunnen toepassen op hun eigen leven, kunnen waarderen en interpreteren.

Andere tijdgeest

Hoe kunnen we op een goede manier gebruikmaken van die vrijheid om te kiezen wat we lezen? En hoe kunnen we genoeg en goed leesmateriaal aanbieden? Door tegenvallende begrijpend-lezenresultaten en geringe leesmotivatie zijn veel scholen al bezig met het verbreden én vergroten van hun lees- en boekenaanbod, op een manier die bij hun identiteit past.

 

Repertoirekennis is cruciaal voor goed leesonderwijs

Dat is niet altijd eenvoudig: veel jeugdliteratuur ademt immers een tijdgeest die anders is dan in de meeste christelijke boeken. Voor scholen die hun onderwijs graag nauw willen afstemmen op de opvoeding en de kerkelijke achtergrond van de leerlingen kan dit vragen oproepen en dilemma’s opwerpen. In veel schoolplannen staat dat men kinderen weerbaar wil maken. Passende boeken kunnen daarin een belangrijke rol vervullen.

Begeleid confronteren

Het is van groot belang dat leerkrachten didactisch goed toegerust zijn en zich bewust zijn van de verschillende mogelijkheden die passende boeken bieden. Niet ieder boek is geschikt om kinderen zelfstandig te laten lezen. Sommige boeken vragen erom, door hun wellicht schurende inhoud, in gezamenlijkheid gelezen én besproken te worden.

Zij bieden juist een kans om leerlingen begeleid te confronteren met lastige thema's. Die moeten leerkrachten onzes inziens niet uit de weg gaan. Ze kunnen bijvoorbeeld in het kader van burgerschap via de verhaalwereld bespreekbaar gemaakt worden in de klas.

In deze tijd komt er veel op kinderen af via (onder andere) de digitale media. Informatie komt fragmentarisch, snel en vluchtig en vanuit allerlei invalshoeken hun wereld binnengevlogen. Een goed geschreven verhaal daarentegen vertraagt: het biedt juist een samenhangend narratief schema dat betekenis kan geven, kan verrijken en verdiepen.

Door goede gesprekken kunnen leerkrachten veel betekenen in de begeleiding bij en het nadenken over deze thema’s. Daarmee leren kinderen dus echt hoe te lezen, wat de eerste dimensie is binnen het Kinderrechtenverdrag.

Actuele boeken

Overigens zijn er veel goede boeken die prima geschikt zijn om kinderen zelf te laten lezen. Uit een rijke schoolbibliotheek met veel verschillende genres kunnen kinderen in vrijheid kiezen. Naast bekende klassiekers als het prachtige boek ”Een brief voor de koning” van Tonke Dragt moeten leerkrachten natuurlijk ook actuele boeken kennen. Repertoirekennis is cruciaal voor goed leesonderwijs.

Door de jarenlange beperktheid van schoolbibliotheken –een algemeen bekend fenomeen– weten leerkrachten vaak onvoldoende wat momenteel voorhanden is. Maar ook dat is aan het veranderen. Zo vernieuwen scholen met hulp van bijvoorbeeld de ”Bibliotheek op School” hun collectie.

Wellicht staat in die collectie als gevolg daarvan het vorig jaar verschenen boek van Wouter Klootwijk ”De zee hield het lang geheim” (2024). Het is „een wat dromerig verhaal waarin landschap, natuur en water ook een personage zijn”, aldus Jaap Friso op Jaapleest.nl.

In trefzekere en heldere zinnen gaat het over Kaat en Luuk, die elke dag iets anders ontdekken over en in de zee. Hun vader is mosselvisser en de kinderen doen op een dag een bijzondere ontdekking. Het boek zit „vol avontuur”, maar dan op een subtiele en invoelbare wijze.

Een ander voorbeeld is een verhalend non-fictieboek dat Bibi Dumon Tak onlangs vertaalde: ”Een onverwachte held. Het verhaal van wolf 8”. Dit is een sprankelend én informatief verhaal over verschillende wolvenroedels in het Yellowstone National Park. Zo begint het: „Niemand weet hoe een wolf denkt. Maar de mensen die het gedrag van deze fantastische dieren al tientallen jaren bestuderen, hebben wel een idee wat er in de kop van een wolf omgaat.” Wat volgt is een fascinerend verhaal waar je veel van leert en dat allerlei vragen oproept over de verschillen én overeenkomsten tussen wolven en mensen en over hun rol in de schepping.

Vormende gesprekken

Deze boeken zouden prima in een brede en goed gevulde schoolbibliotheek kunnen staan. Onder de bezielende leiding van leerkrachten die veel boeken kennen, kunnen ze ontsloten worden met vormende gesprekken. En vaak zijn er combinaties met andere vakken mogelijk.

Daarmee werken scholen aan de drie genoemde dimensies van het Kinderrechtenverdrag. Dit gunnen we alle kinderen in de Kinderboekenweek (1 tot 12 oktober) – en alle weken daarna. Op avontuur in de jeugdliteratuur!

Tineke Boele, Peter Dijkstra en Janneke de Jong-Slagman zijn docent-onderzoekers en lector geletterdheid bij Driestar hogeschool.

Dit artikel is als opinie-artikel verschenen in het RD van 7 oktober 2025.