Toen ik pas samen met een collega Duits onze partnerhogeschool in Wenen bezocht mochten we ook kijken in de klassen met VO-leerlingen, die in hetzelfde gebouw naar school gaan. 25 leerlingen en twee (!) docenten. Gewoon een normale klas op deze school.
In samenwerking met de North West University heeft het onderzoekscentrum van Driestar educatief onderzoek gedaan naar tolerantie. Door het onderzoek is duidelijk geworden dat we vanuit christelijk perspectief beter kunnen denken in termen van ‘gastvrijheid’.
Ook in het reformatorisch onderwijs dringt het gedachtegoed van professor Gert Biesta door. Met zijn driedeling kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming biedt hij de broodnodige bezinning op basale punten. Maar past dit wel bij het christelijk onderwijs?
Enkele weken geleden was er veel media-aandacht voor het Verus-onderzoek naar Bijbelgebruik op protestants-christelijke scholen. De media sprongen vooral in op één conclusie: leraren worstelen met de Bijbel in hun klas. Elsbeth Visser deed in de VS mooie inzichten op die kunnen helpen bij deze worsteling.
Een frisse kijk op gedrag. Wat zit er achter gedrag van leerlingen en welke invloed heb jij daarop? Daar gaat ons symposium Passend onderwijs dit jaar over. Een voorbeeld.
Een onderzoek hoe leraren op reformatorische scholen de Bijbel gebruiken zou waardevolle informatie opleveren, betogen Corina Nagel en Elsbeth Visser.
Wil je grote kans maken dat leerlingen gevormd worden door jouw les, dan moet je ze uit hun comfortzone brengen. Buiten de bekende kaders zetten. Hen in het diepe gooien. Hen laten spartelen. Dat wordt duidelijk door twee waargebeurde voorbeelden.
Waarom is onderwijzen zo’n mooi vak? Waarom heb je voor dat vak gekozen en wat wil jij je leerlingen bijbrengen? Vragen die ondersneeuwen bij de huidige demotiverende berichten over het onderwijs en de prestatiegerichtheid die van ons gevraagd wordt. Toch kun je als leraar voor jouw leerlingen het verschil maken als je vasthoudt aan je ideaal.
Over onderwijsvernieuwing wordt heftig gediscussieerd. Hoe maak je leerlingen eigenaar van hun leerproces? Hoe zit het dan met de autonome mens? Past het moderne denken over vernieuwing bij onze identiteit? We besteden daar veel aandacht aan. En terecht.
In landen waar christelijk onderwijs privé onderwijs is, hebben veel christelijke scholen een goede naam omdat ze bereid zijn om zich in te spannen voor kinderen met (wat wij noemen) speciale onderwijsbehoeften. Kinderen met allerlei problemen, doof, slechtziend, dyslectisch, zitten in dezelfde klas met alle anderen. In ons land heeft confessioneel onderwijs niet die naam. Waarom eigenlijk niet?
Inclusief onderwijs is een haalbare kaart, mits we de tijd nemen en goed nadenken over wat het betekent voor het speciaal onderwijs, voor leerlingen en voor de scholing van leraren, reageren dr. Neely Anne de Ronde-Davidse en Jaco van den Broek.
In een oude meelfabriek aan het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht was vorige week het jaarlijkse congres van de onderwijsinspectie. Na de presentatie van De staat van het onderwijs konden we speeddaten met mensen van de onderwijsinspectie en verschillende workshops bezoeken.
Maar aandacht voor elke leerling; dat is toch hopelijk een ideaal van iedere school – christelijk of niet?! Is het dan wel terecht dat je dit benoemt als een kenmerk van christelijk onderwijs?
Als er een overeenkomst te vinden is tussen schoolgidsen, dan is het wel dat ze zeggen dat het kind met zijn of haar mogelijkheden centraal staat in het onderwijs. Dat hoef ik u niet te vertellen. Uniciteit en ontplooiing staan namelijk duidelijk op de kaart.
Kinderen zijn geen varkens. Zo is Luthers lesje over schoolverzuim samen te vatten. Ik kwam het tegen in een van de twee bundels Lutherteksten die recent verschenen onder redactie van Herman Selderhuis. Een blog van Bram de Muynck.