In landen waar christelijk onderwijs privé onderwijs is, hebben veel christelijke scholen een goede naam omdat ze bereid zijn om zich in te spannen voor kinderen met (wat wij noemen) speciale onderwijsbehoeften. Kinderen met allerlei problemen, doof, slechtziend, dyslectisch, zitten in dezelfde klas met alle anderen. In ons land heeft confessioneel onderwijs niet die naam. Waarom eigenlijk niet?
Inclusief onderwijs is een haalbare kaart, mits we de tijd nemen en goed nadenken over wat het betekent voor het speciaal onderwijs, voor leerlingen en voor de scholing van leraren, reageren dr. Neely Anne de Ronde-Davidse en Jaco van den Broek.
In een oude meelfabriek aan het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht was vorige week het jaarlijkse congres van de onderwijsinspectie. Na de presentatie van De staat van het onderwijs konden we speeddaten met mensen van de onderwijsinspectie en verschillende workshops bezoeken.
Maar aandacht voor elke leerling; dat is toch hopelijk een ideaal van iedere school – christelijk of niet?! Is het dan wel terecht dat je dit benoemt als een kenmerk van christelijk onderwijs?
Als er een overeenkomst te vinden is tussen schoolgidsen, dan is het wel dat ze zeggen dat het kind met zijn of haar mogelijkheden centraal staat in het onderwijs. Dat hoef ik u niet te vertellen. Uniciteit en ontplooiing staan namelijk duidelijk op de kaart.
Kinderen zijn geen varkens. Zo is Luthers lesje over schoolverzuim samen te vatten. Ik kwam het tegen in een van de twee bundels Lutherteksten die recent verschenen onder redactie van Herman Selderhuis. Een blog van Bram de Muynck.
Staatssecretaris Sander Dekker wil dat scholen zich meer bezighouden met kernwaarden. De kernwaarden waar scholen zich op zouden moeten richten zijn volgens hem vrijheid, verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid. Gezien de aanleiding voor deze suggestie zou de kernwaarde ‘kritisch denken’ eerder gepast zijn.
‘Het symposium vond ik (…) erg inspirerend en verrijkend. Complimenten voor alles wat jullie doen aan onderwijsontwikkelingen rondom vorming. Ik heb er erg van genoten!’
Sinds september 2016 heeft Driestar educatief, als voortzetting van de voormalige lectoraten, een onderzoekscentrum met de titel ‘Christelijk leraarschap’.
Het verhaal dook vorig jaar nog op. De stichting MDKL in Nuth riep leden op om theezakjes te verzamelen om veteranen een plezier te doen: „Deze veteranen hebben bijvoorbeeld een rolstoel nodig. Als dan een paar kilo aan theezakjes wordt ingezameld kan één veteraan blij worden gemaakt met een rolstoel.”
Interview met lector Nieuwe media Steef de Bruijn, door Pieter Ariese (Reformatorisch Dagblad, 28 november 2016). Feiten checken met behulp van internet: dat kunnen ”digital natives”, de jongeren voor wie een wereld zonder schermen iets is uit verhalen van vroeger, als geen ander. Zou je denken. Maar dat valt vies tegen.
Een leerling met het syndroom van Down wordt aangemeld op je school. Hoe reageer je? Misschien stel je de vraag of deze leerling wel past op je school. Of onderzoek je samen met je collega’s of jullie als school klaar zijn voor het welkom heten van deze leerling?
Hebben leerlingen jou nodig, of heb jij hén juist nodig? Onlangs hoorde ik een anekdote waaraan iedereen die met jongeren werkt zich kan spiegelen. Het verhaal speelt zich af in Afrika.
Heb je je wel eens gerealiseerd dat het gevaarlijk kan zijn geen aandacht te hebben voor je leerling? En dan bedoel ik aandacht voor zijn vragen, zijn waarden, zijn idealen. Weet je wat de jongere in jouw klas denkt, vindt, nastreeft en misschien wel doet?
Waarom zou je een paskamer instappen als de webshop meteen een filmpje laat zien van jou in die nieuwe jurk? Grote bedrijven als Facebook, Google, Intel en Microsoft ontsluiten een virtuele wereld waarbij Pokémon GO kinderspel is. Praten in beelden, dat is de toekomst van sociale media.