Inclusief onderwijs is een haalbare kaart, mits we de tijd nemen en goed nadenken over wat het betekent voor het speciaal onderwijs, voor leerlingen en voor de scholing van leraren, reageren dr. Neely Anne de Ronde-Davidse en Jaco van den Broek.
Sterk leiderschap is van grote invloed op de kwaliteit van de lessen op scholen. Dat is een van de conclusies van de onderwijsinspectie. Leraren en leerlingen kunnen door hun leidinggevenden aangezet worden tot rijke bloei en ontwikkeling, ongeacht de leefomstandigheden en de leerlingpopulatie. Wat is het geheim?
In een oude meelfabriek aan het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht was vorige week het jaarlijkse congres van de onderwijsinspectie. Na de presentatie van De staat van het onderwijs konden we speeddaten met mensen van de onderwijsinspectie en verschillende workshops bezoeken.
Een week waarin kinderen in hun broek plassen, ik wel vijftig bekers opendraai en bij elke stap een liedje zing. Lees hoe de frons op mijn gezicht langzaam plaatsmaakt voor een glimlach tijdens mijn stage in een kleuterklas.
Een veelbesproken onderwerp in onderwijsland is het thema ‘Leren in de 21e eeuw’. Inmiddels is er van de makers van het (inmiddels bijna bejaarde) Boektweepuntnul een boeiend boek over ditzelfde thema verschenen.
Maar aandacht voor elke leerling; dat is toch hopelijk een ideaal van iedere school – christelijk of niet?! Is het dan wel terecht dat je dit benoemt als een kenmerk van christelijk onderwijs?
“Door de Rotterdamse straten klinkt al lange tijd een naam. Overal hoort men ze praten: Ichthus heeft al wereldfaam.” Deze zin, afkomstig uit één van onze dispuutsliederen zette een eerste, duidelijk stempel op mijn studententijd. Een studententijd die zich afspeelt aan beide kanten van het treinverkeer tussen station Gouda en station Rotterdam Centraal.
Als er een overeenkomst te vinden is tussen schoolgidsen, dan is het wel dat ze zeggen dat het kind met zijn of haar mogelijkheden centraal staat in het onderwijs. Dat hoef ik u niet te vertellen. Uniciteit en ontplooiing staan namelijk duidelijk op de kaart.
Alleen jufs op de basisschool is niet goed voor jongens. Daarom is de roep om meer mannen voor de klas een veelgehoorde. Prima, vindt Jan Verburg, maar jufs en meesters zijn vooral gebaat bij kennis over jongensgedrag en hoe je daarop kunt inspelen.
Scholen herbergen een schat aan informatie, maar veel wordt niet of onvoldoende benut. Een belangrijke onderzoeksvraag voor scholen is dan ook: Hoe kun je als school data gebruiken voor schoolontwikkeling? Organisatieadviseur Alex de Bruijn blogt erover.
‘Eenheid in verscheidenheid’. Of ‘Gewoon als het kan, speciaal als het moet’. Motto’s van scholen die vrijwel inclusief werken. Hoe kijken jullie aan tegen passend onderwijs? Vanuit welke visie werken jullie? Het lijken simpele vragen, maar ze zijn essentieel als je je als school wilt ontwikkelen in passend onderwijs.
Dat je woensdag gaat stemmen, staat natuurlijk vast. Maar hóe ga je naar de stembus? Pabostudent Marieke Schalk zet zes stereotypen stemmers op een rijtje. Wat voor stemmer ben jij?
Dat de ‘christelijke leraar’ bestaat; daarover wordt niet getwijfeld in christelijk onderwijsland. Er is zelfs een lectoraat Christelijk leraarschap geweest waarin veel onderzoek is gedaan binnen deze thematiek. Dat de christelijke leraar zijn handelen laat sturen door zijn of haar christelijke geloofsovertuiging, ook daarover is geen discussie. Maar op de vraag of een ‘christelijke les’ bestaat, hoor ik verschillende geluiden.
Ouderbetrokkenheid doet ertoe! De laatste tijd staat dit onderwerp – terecht – volop in de belangstelling. Anders dan het woord doet vermoeden, zijn ouders én (voor)school verantwoordelijk voor regelmatig contact over de ontwikkeling van het kind.
Op de pabo is er voor elk wat wils, schrijft student Mariëtte de Rijke. Ze maakte een lijstje van vier skills waarmee je zeker terecht kunt op de pabo.