Onlangs rondde ik op een van de reformatorische scholen een ‘PLG christelijk leraarschap’ af. PLG staat voor professionele leergemeenschap: een mooie vorm waarin collega’s met en van elkaar leren rondom een bepaald thema.
In het christelijk onderwijs willen we dat leerlingen steeds meer ervaren wat hun leven in het licht van de Bijbel betekent, ook in de lessen van alledag. What if Learning (WIL) helpt leraren om daar op een bevlogen én nuchtere manier rekening mee te houden.
Samen op de bank. Vraagt mijn zoon plotseling: ‘Pap, wat heb je nu aan Latijn?’ Samen aan het eten. Vraagt plotseling een VO-collega: ‘Hoe onderbouw je nu dat we dit vak moeten aanbieden?’ Samen in het lokaal. Zegt een leerling: ‘Waarom is aardrijkskunde eigenlijk belangrijk?’ Kortom, het nut van schoolvakken en haar drieërlei aanleiding, drieërlei antwoord, drieërlei vrucht - en een enkel woord ter toepassing. In 300 woorden.
Afgelopen week ontving de eerste lichting studenten van de nieuwe minor Kunst & Kids hun ICC-cursuscertificaat. Docent beeldende vorming Winnie Verbeek mocht die aan hen overhandigen. In het licht hiervan schrijft ze een column over de vraag: Hoe verbind je godsdienst en expressie?
Geagiteerd kijkt Lisa’s moeder je aan. Een rode blos trekt over haar gezicht. Op scherpe toon vertelt ze het echt niet te begrijpen waarom Lisa met rekenen zo achteruit is gegaan. Waarom heeft de school niet eerder aan de bel getrokken? Je wilt antwoord geven, maar het lukt je niet haar te onderbreken. Je voelt je onzeker. Hoe ga je met deze ouder om?
Dr. Neely Anne de Ronde-Davidse, lector passend leraarschap, denkt veel na over inclusieve klassen en leerkrachtcompetenties. In deze boekrecensie deelt ze een aantal toegankelijke inzichten voor onderwijs en dagelijks leven.
Kritiek krijgen van ouders vinden veel (aanstaande) leraren lastig. Soms heeft dat te maken met het onverwachte ervan. Een ouder overvalt je ermee en je kunt je er niet op voorbereiden. Het kan ook liggen aan de manier waarop een ouder zijn kritische boodschap uit: ongezouten. Er word je iets verweten of je hebt het gevoel dat je van een fout beschuldigd wordt. Hoe voorkom je als leraar dat je in zo’n situatie uit je evenwicht raakt?
Een aantal weken geleden bevond ik mij aan de andere kant van de Noordzee. Ik was op werkweek in Liverpool, samen met een aantal andere pabostudenten en twee docenten. Op zondag bezochten we een lokale gemeente. Eén moment blijft me in het bijzonder bij: de ontroerende reactie van een jongetje van een jaar of zeven.
Wat zijn ze druk! Gelijk als ze binnenkomen voel je dat er in de groep iets gaande is. Vooral bij de jongens is de een nog ‘grappiger’ dan de ander. De meisjes kunnen er trouwens ook wat van. Iedere keer weer worden de hoofden fluisterend bij elkaar gestoken. Hoe krijg je hun aandacht voor de catechisatieles die jij hebt voorbereid?
Samen met de kinderen sta ik te wachten om te slaan, te rennen en te scoren. De meester heeft de regels van slagbal uitgelegd, het startsein heeft geklonken en ondertussen zijn de eerste punten al binnengehaald. Ik word aan mijn shirt getrokken en kijk om: ‘Juf, wel heel hard slaan hè?!’ ‘Ja juf, dan hebben we weer een punt!’ Ik knik: ‘Ik ga mijn best doen!’
De laatste ‘volle’ dag van deze bijzondere werkweek in Nepal trokken we naar de rand van de Kathmanduvallei. We gingen op bezoek bij de plattelandsscholen van Nepal. Dat vroeg wat onze improvisatiekwaliteiten én onze vooroordelen moesten aan de kant.
Uit een groot onderzoek van DUO bleek afgelopen week dat de sociale veiligheid van leraren en leerlingen op veel scholen onder druk staat. De NOS vertelde schokkende verhalen van docenten uit het hele land. Wat is er op de scholen aan de hand? En wat kunnen we eraan doen?
In het onderwijs zijn we gewend om allerlei metaforen te gebruiken. We geven input en verwachten output, we geven feedback en monitoren het leerproces dat we ook nog eens faciliteren. We kunnen niet makkelijk zonder dit soort metaforen, omdat onderwijzen en leren ingewikkelde dingen zijn. Taal helpt ons om wat we zien terug te brengen tot iets begrijpbaars. En dan liggen de beelden uit de techniek voor de hand.
Kunnen mannen beter orde houden dan vrouwen? Het blijkt dat vrouwelijke leerkrachten anders met ordeproblemen omgaan dan hun mannelijke collega’s.
Meester Johan heeft een gesprek met de moeder van Lynn over problemen van haar dochter in de omgang met de andere kinderen. Meester Johan geeft eerst zijn visie op wat er aan de hand is. Als hij zijn verhaal beëindigt, vraagt hij: “Hoe kijkt u hier tegenaan?” Vervolgens zwijgt hij en kijkt moeder vriendelijk aan. Nu kan de moeder van Lynn zeggen wat zij ervan vindt. Leren luisteren is belangrijk voor leerkrachten, blogt Jan Noteboom.