Waarom voeden we op? 23 januari 2018 Door Willemieke Reijnoudt

In 2017 verscheen een nieuwe Nederlandse vertaling van het boekje Vergeten samenhang. Over cultuur en opvoeding. Het is een vertaling van de Duitse uitgave Vergessene Zusammenhänge. Über Kultur und Erziehung van Klaus Mollenhauer. Op verschillende media is er aandacht aan geschonken en het NIVOZ organiseerde over deze publicatie een onderwijsavond. Het boek is een pedagogische klassieker en daagt je uit om als pedagoog en/of onderwijskundige te reflecteren op opvoeding en onderwijs.

Mollenhauer geldt als één van de belangrijkste Duitse pedagogen van de twintigste eeuw. Hij is een vertegenwoordiger van de zogenaamde kritische pedagogiek, die zich onderscheidt van de geesteswetenschappelijke pedagogiek die tot in de jaren zestig niet alleen in West-Duitsland maar ook in Nederland dominant was. In de jaren zeventig transformeerde de pedagogiek zich in een multidisciplinaire wetenschap die vanuit verschillende sociaalwetenschappelijke invalshoeken de opvoeding onderzocht. Het gevolg daarvan is dat de algemene pedagogiek (de grondslagen van de pedagogische wetenschappen) nauwelijks meer ter sprake komt. Mollenhauer blijft zich inzetten voor een algemene pedagogiek: een brede, algemene pedagogiek van en voor de opvoeding.

De ideeën van de opvoeding

Mollenhauer constateert dat de vraag ‘waarom voeden we op?’ nauwelijks meer gesteld wordt. Het hoe is centraal te komen staan, niet het waarom van de opvoeding. Vergeten samenhang gaat over wat aan de (sociale) wetenschap voorafgaat: het pedagogische conceptuele raamwerk, de ideeën, de grondbegrippen. Opvoeding kun je niet afschaffen, hooguit verbeteren, is Mollenhauers stelling. Maar wat is verbeteren? Dan zal je een idee moeten hebben waar het in de opvoeding om gaat.

Grondbegrippen

Mollenhauer werkt een aantal grondbegrippen uit, waar het volgens hem om gaat in de opvoeding: presentatie, representatie, vormbaarheid en zelfstandigheid. De oudere generatie heeft als taak de jongere in te leiden in de wereld. In een niet complexe context doen de jongeren mee en wordt hen daarin de wereld gepresenteerd. In een meer complexere samenleving komen er scholen, die niet meer de alledaagse culturele objecten tonen, maar datgene wat door de volwassene als van waarde wordt beschouwd. Vaak gebeurt dat door gemaakte afbeeldingen. Mollenhauer noemt dat het representeren. Dit is alleen mogelijk wanneer je als opvoeders gelooft in het feit dat kinderen vatbaar zijn voor vorming. Jongeren hebben de mogelijkheid om aan de hand van datgene wat wordt aangereikt zich te vormen; wat een denkend vormen is. Het is een zelfstandige activiteit. De samenhang tussen deze begrippen vormt het fundament van de pedagogiek.

Methode

Vergeten samenhang is een bewerking van een serie colleges, geen afgerond theoretisch stuk. Mollenhauer presenteert niet een theorie die algemeen geldend is. De wijze waarop hij dat doet maakt dit boek aantrekkelijk. Mollenhauer overdenkt zijn grondbegrippen aan de hand van ervaringen en herinneringen. Bijvoorbeeld door de brief van Kafka aan zijn vader, de Belijdenissen van Augustinus, een brief van Pestalozzi, een roman – maar ook een aantal schilderijen en gravures. Boeiend is het hoe hij vandaaruit spreekt over opvoeding, gerelateerd aan Comenius, Rousseau, Schleiermacher. Elk grondbegrip werkt Mollenhauer uit aan de hand van teksten, verhalen en beelden. Daarmee toont hij aan hoe de verschillende cultuurhistorische contexten de wijzen waarop er tegen opvoeding aan wordt gekeken zich ontwikkelt. Bijvoorbeeld ten tijde dat het leerplan ontstaat, gaat het spreken over vormbaarheid, naar de achtergrond. Op een rationele manier gaat men spreken over opvoeding en onderwijs; over middelen die kunnen beïnvloeden, over kansen van slagen bij een bepaalde opvoedingswijze. De huidige wetenschappen berusten op deze rationele principes, waardoor we bijvoorbeeld weten hoe we intelligentie meten, of hoe vormbaarheid gestimuleerd kan worden.

Vormbaarheid is maakbaarheid geworden. Deze interpretatieve wijze waarop we de pedagogiek bestuderen is verdwenen. Onderwijs en maatschappij en politiek vragen om ‘wat werkt’, om voorspelbare oplossingen. Of we hierdoor beter gaan opvoeden en of dit pedagogiek is, betwijfelt Mollenhauer.

Betekenis onderwijs 2018

De vertaler van Vergeten samenhang, Wouter Pols, schetst in zijn inleiding de huidige dominantie van de empirisch-analytische pedagogiek als een wetenschap die alles wegfiltert: ‘de waarden, de culturele context van de opvoeding en de intenties van de betrokkenen’. Binnen deze wetenschap is de opvoeding een te onderzoeken (en te verbeteren!) object, wat op zoek is naar mechanismen die opvoeding kunnen verklaren. Voor mij ligt hier de betekenis van dit boekje voor onderwijzers en opvoeders anno 2018. Het onderwijsklimaat is prestatiegericht, het wordt gedomineerd door de empirisch-analytische vraag: ‘Wat werkt in het onderwijs’. Veelal zijn onderwijskundige uitlatingen en beleidsplannen op deze onderzoeken gebaseerd, wat tot wisselvallig onderwijsbeleid kan leiden (of geleid heeft). De uitgave van dit boekje en de aandacht die het krijgt is een uiting van de kritiek richting het huidig onderwijsklimaat. Binnen het christelijk onderwijs (pedagogiek) is deze kritiek niet nieuw. Ook binnen dit veld wordt er wantrouwend gekeken naar de meetbaarheid en maakbaarheid van het onderwijs. Het lezen van dit boekje ontsluit een nieuw perspectief en een nieuw begrippenkader om weerstand te bieden tegen enkel prestatiegericht onderwijs.

Het is verademend om dit boekje ter hand te nemen, te lezen en te herlezen. Van waarde is het om de filosofisch pedagogische vragen te delen en te bespreken met bijvoorbeeld je collega’s: Waarom voeden we op? Wat geven we aan de jongere generatie mee? Is vorming maakbaar? Hoe stimuleer ik de zelfstandigheid van de jongeren in mijn klas? Laat dit gesprek voortduren!