Sjalom-zoekend burgerschap 19 december 2024 Door Dr. Peter van Olst

‘Natuurlijk kunnen we als christelijke scholen iets met de burgerschapsopdracht van de overheid’, zegt Henry vol overtuiging. ‘In onze identiteit zit toch genoeg om daar een positieve bijdrage aan te leveren?’

Als ervaren leerkracht op een reformatorische basisschool blijft Henry niet steken in theoretische discussies. Voor zijn alledaagse lespraktijk zoekt hij naar verbinding. In het nieuwe Driestar-lectoraat onder leiding van collega dr. A.J. (Bram) Kunz, over de vorming van christelijke professionals in de context van de 21ste eeuw, leggen we ons oor graag te luister bij leraren als Henry.

Toen ik dat eerder deed, tijdens mijn promotiestudie (in september verschenen onder de titel ‘Faithfully Connected’), ontdekte ik dat het gaat stromen als christelijke leraren de burgerschapsopdracht kunnen verbinden met hun eigen Bijbelse wereldbeeld en de vertrouwde begrippen die daarbij horen. Zo kwamen we ‘sjalom-zoekend burgerschap’ op het spoor.

Het betekent: leerlingen helpen om als vredestichter aanwezig te zijn in de ingewikkelde wereld waarin zij leven, zonder in die wereld op te gaan. Op basis van mijn proefschrift maakte ik recent een model om het werken aan sjalom-zoekend burgerschap verder te verduidelijken:

Model-Peter-van-Olst.png
Een model ondersteunt een verhaal. Hierbij kort het verhaal dat achter het model schuilgaat:

  • Sjalom-zoekend burgerschap is gebaseerd op twee geleiders die als rails bij elkaar horen en elkaar nodig hebben. Om christen in onze niet meer christelijke, pluriforme, gefragmenteerde samenleving te leven, heb je beginselvastheid en openheid nodig. Beginselvast betekent: standvastig, verbonden aan het beginsel, gebaseerd op de Bijbel, vervat in de belijdenis. Open betekent: aangelegd op relatie en verbinding (zoals we geschapen zijn), ook in een gebroken werkelijkheid, met oog voor naastenliefde en zelfs liefde tot ‘vijanden’: mensen die fundamenteel anders denken en leven.
 
  • Beginselvastheid en openheid staan in een spanningsvolle relatie ten opzichte van elkaar. Maar ze zijn verbonden door een accolade waarvan de punt naar Boven wijst. Het is God Zelf Die ons gebiedt om Hem boven alles lief te hebben en de naaste als onszelf. Als dat allebei geboden is, moet het met de hulp van de Heere ook allebei mogelijk zijn. Sterker: de wederkerige pijl onderaan laat zien dat de van goed-uitgeoefende openheid beginselvaster kunt worden; en andersom. Leer en leven raken dan echt aan elkaar.
 
  • Sjalom-zoekende burgerschapsvorming gaat over hoofd, hart en handen. De hele mens is erbij betrokken. Ten diepste is het op het hart gericht: ‘To teach is to touch a heart’. Kerkvader Augustinus zei al over het hele menszijn: het hart gaat aan het hoofd en de handen vooraf. Het hart staat voor verlangen, het hoofd voor kennis, de handen voor het alledaagse doen.
 
  • Waar het gaat om het hart, moet sjalom-zoekend burgerschap worden gevoed door een basishouding van dienstbaarheid. Als het goed is, zien leerlingen die terug in hoe hun leraar voor de klas staat en met de groep omgaat. De leraar nodigt leerlingen uit om aan klas, school en samenleving deel te nemen en met hun unieke gaven en talenten aan dat geheel bij te dragen. We hebben iets te doen in de wereld en de manier waarop we in de wereld aanwezig zijn moet daardoor gestempeld zijn.
 
  • Bij het hoofd hoort een relationeel kennisbegrip. Let op: dat is iets anders dan een relatief waarheidsbegrip. Wie beginselvast wil zijn, belijdt standvastig de absolute waarheid van Gods openbaring. Daarbij is wel heel belangrijk dat mensen niet op het niveau van God staan. Wij kennen ten dele. De Bijbel waarschuwt ons om niet te snel te zijn met ons oordeel. We kunnen leren van anderen, ook als die helemaal geen christen zijn. Bescheidenheid is van belang. Samen met anderen zoeken we naar wat juist en goed is. We leren van anderen en mogen Bijbelse inzichten naar voren brengen.
 
  • Aan de rechterkant, de kant van de handen en dus van ons doen en laten, gaat het over subjectiverend onderwijzen. We willen dat leerlingen een eigen zelf (subject) in de wereld leren zijn. Dat komt in de eerste plaats naar voren in hun doen en laten. Daaruit blijkt wie je bent. Neem je verantwoordelijkheid voor wat er op je pad komt? Hoe reageer je op wat mensen om je heen en op wat jij zelf nodig hebt? Kijk je weg als iemand gepest of uitgesloten wordt, of schiet je te hulp? Om een zelf te kunnen zijn, heb je vrijheid nodig. Een goede leraar geeft die vrijheid, maar begeleidt de leerling ook in het nemen van verantwoordelijkheid.
Sjalom-zoekend burgerschap is dus niet alleen iets wat even aan kunt leren. Je moet het ook oefenen, bijvoorbeeld in de klas, en er zelfs op een bepaalde manier voor in het leven staan. Om dat te verduidelijken, zou je ter linkerzijde van het model het woordje ‘orthodoxie’ kunnen zetten.

Letterlijk betekent dat: de juiste leer. Hoe belangrijk die ook is, als het alleen daarbij blijft, hebben we een dode orthodoxie. Ter rechterzijde zou je het woordje ‘orthopraxie’ kunnen zetten: het juiste handelen. Leer en leven horen immers bij elkaar. Maar om het compleet te maken, is ónder het model het woordje ‘orthopathie’ nodig: de juiste harts-gesteldheid (pathos, verlangen, levensrichting).

Een christelijke leraar zal dat niet uit het oog willen verliezen. Het is, volgens mij, precies wat Henry bedoelt. Samen geven we taal aan de verbinding die hij allang heeft aangevoeld. Vanuit het model kan Henry, op zijn beurt, aan jongere collega’s meegeven wat sjalom-zoekend burgerschap van hen vraagt. Zodat ze er met overtuiging, maar ook biddend, mee aan de slag gaan.

Dr. Peter Chr. van Olst is vanuit Driestar educatief betrokken bij de kenniskring van het lectoraat voor de vorming van christelijke professionals in de 21ste eeuw.