PISA-rapport: lees meer authentieke teksten 7 december 2017 Door Janneke de Jong

Er is weer een nieuw PISA-rapport verschenen. Uit dat driejaarlijkse onderzoek blijkt dat het met de resultaten van leesvaardigheid op de Nederlandse vo-scholen niet goed gaat. De onderzoekers doen aanbevelingen waar ik blij mee ben. Zo moeten leerlingen meer authentieke teksten lezen.

Het PISA-onderzoek is een internationale peiling naar de kennis en vaardigheden van 15-jarigen. In Nederland is al jaren sprake van een dalende trend: leerlingen van havo en vwo blijven weliswaar gelijk, maar het aantal laaggeletterde vmbo-leerlingen neemt toe. Dat geeft reden tot zorg.
 
Pragmatisch
In het vo is het leesonderwijs vooral pragmatisch: de kerndoelen schrijven voor dat de leerlingen strategieën moeten leren gebruiken om informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen en planmatig hun taaltaken voorbereiden en uitvoeren en daarop leren reflecteren. De term leesplezier mis ik. Op het basisonderwijs is deze veelzeggende term expliciet in de kerndoelen opgenomen.
 
Buitenlandse curricula
In Amerika, Australië, Finland en Canada geven de curricula meer aandacht aan leesplezier en boekpromotie en aan waardering van fictie/literatuur, zo blijkt uit het rapport. Vaak is er een doorgaande lijn vanaf de kleuterschool tot de bovenbouw van het vo. Begrijpend lezen onderwijzen als afzonderlijk vak is in de meeste landen onbekend. Het is gekunsteld en levert weinig op.

Met een geïntegreerde aanpak met mooie, authentieke teksten waarvan de leerlingen kunnen genieten, zou veel gewonnen zijn. Leerlingen kunnen over een goed verhaal op een natuurlijke manier in gesprek gaan met hun klasgenoten en docent. Ze noteren wat hen opvalt, vertellen dat aan hun buurman en verwerken zodoende de leesstof: sociaal, interactief en betrokken.
 
Creativiteit
Uit het PISA-rapport blijkt dat leraren die zelf graag lezen, ook naast het bestaande curriculum wel jeugdliteratuur aanbieden. Het eerste hoofdstuk voorlezen, de leerlingen nieuwsgierig maken, hoofdstuk 2 voorlezen en dan stoppen… ‘Meneer, hoe gaat het verder?’ De docent kopieert hoofdstuk 3 en alle vmbo’ers lezen de tekst. Leesplezier en praten over het verhaal horen daarbij. Als de docent open vragen stelt en de leerlingen ruimte geeft, groeit hun betrokkenheid en kan hun leesattitude een positieve impuls krijgen. Het PISA-rapport laat zien dat het daaraan schort.
 
Een nieuw curriculum
Ik droom van taalonderwijs waarin jeugdliteratuur een grote plaats heeft, waarin niet ‘informatie zoeken en vinden’ het hoogste doel is, maar waar de verbeelding gestimuleerd wordt, nieuwe werelden opengaan, empathie gaat groeien, waar docenten leerlingen inwijden in onze rijke cultuur, waar leerlingen genieten van verhalen en gedichten en waar door lezen en gesprek hun kennis van de wereld toeneemt en hun woordenschat groeit.

Binnenkort mag ik bij de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) meepraten over de plaats van jeugdliteratuur in het nieuwe curriculum (Onderwijs 2032). Het PISA-rapport is een steun in de rug. Ik hoop op een mooi vervolg.
 
>> Download hier het PISA-rapport