Online met uw kind 1 april 2014

“Mijn dochter heeft met iedereen contact – behalve met mij”. Bij veel ouders roept die klacht herkenning op. Juist voor de media-opvoeding is een goede band met pubers van groot belang. Een van de barrières daarbij is dat ouders weinig affiniteit hebben met de leefwereld van hun kinderen. Daar komt bij dat ze de ontwikkelingen rond sociale media moeilijk kunnen volgen. Dat leidt al snel tot een achterdochtige, bevooroordeelde houding bij het gesprek met de puber.

Goed gesprek

Juist het feit dat die sociale media zich zo snel ontwikkelen, is een reden om het goede gesprek met uw kind te koesteren. Ouders beoordelen het mediagedrag van kinderen vaak vanuit hun eigen gebruik van media: het raadplegen van websites, e-mailen, een Skype-sessie met een ver familielid en soms een eigen Facebook-pagina.

Maar jongeren zijn al in een volgende fase: de smartphone is een onmisbaar onderdeel van hun lifestyle. Communicatie is niet langer een afgebakend contact via e-mail of sms tussen twee mensen, maar bestaat uit ‘inhaken’ op een vrijwel eindeloze berichtenstroom tussen wisselende groepen via WhatsApp, Skype of Twitter.

De daaropvolgende fase dient zich al aan: het internet der dingen, waarbij horloges, armbanden, sieraden, kleding onderling gegevens uitwisselen. Het weblog wordt een livelog. Ook minder persoonlijke apparaten zijn verbonden: de sleutelbos, kamerthermostaat en wasmachine. Samengevat: internet wordt een nutsvoorziening zoals we die kennen voor gas, water en elektriciteit, maar dan voor het verplaatsen en uitwisselen van data.

Wat ouders daar ook van vinden - opvoeders die het gesprek hierover aangaan moeten zich deze ontwikkelingen terdege realiseren. Die vragen een andere manier van denken over internet. Internet is niet alleen een bundel websites variërend van de KNMI tot die van Playboy, of een reeks sociale media van Facebook tot Tinder. Het internet van nu gaat over autorijden en winkelen, over studeren, lezen en werken. Een vader gebruikt dat op de Tomtom, die file-informatie van allerlei weggebruikers bundelt. Zijn zoon schaft de livelog-armband van Sony aan, de Smartwear, die naast hartslag en bloeddruk ook alle fotomomenten en beluisterde muziek registreert. Hoe verschillend die apparaten ook lijken, de achterliggende principes ervan ontlopen elkaar niet zoveel.

Inscherpen èn dialoog

Deze ontwikkeling betekent dat jongeren hun ouders des te meer nodig hebben. Jongeren leven anno 2014 is een geestelijk krachtenveld dat ze zelf moeilijk kunnen overzien. Juist daarin kunnen ouders hen zoveel bieden. Het gesprek daarover verloopt een stuk beter als ouders zich in de leefwereld van hun jongeren kunnen verplaatsen.

Er is nog een andere reden om zulke gesprekken over media behoedzaam te voeren. Als u uw kind vraagt om een klus in de tuin te doen of even op een jonger broertje te passen, dan is het resultaat daarvan goed zichtbaar. Bij media ligt dat anders. Het mediagebruik van pubers is voor de meeste ouders moeilijk te doorgronden en jongeren zijn gesteld op hun privacy. Niet zelden gaan jongeren een ander sociaal medium gebruiken als vader of moeder vriendschapsverzoeken stuurt of te kritisch is over Facebook.

Dit is geen pleidooi om al te toegeeflijk te zijn rond mediagebruik – maar wel om regels daarover in goed overleg op te stellen. Sommige ouders zullen dat een al te softe benadering vinden. De Bijbel geeft toch duidelijk aan dat een kind moet gehoorzamen? Wie de Spreuken van Salomo leest, treft telkens de oproep tot gehoorzaamheid aan en het gezin van Salomo lijkt geen onderhandelingshuishouden.

Daar staat tegenover dat de Bijbel ook duidelijk ruimte biedt aan de dialoog bij de opvoeding. Het bekende deel in Deuteronomium 6 dat spreekt over het inscherpen van de woorden van God (vers 6-9) wordt juist gevolgd door een dialoog (vers 20-21): “Wanneer uw zoon u morgen zal vragen (...) zo zult gij tot uw zoon zeggen...”. Dit en andere voorbeelden laten zien dat bij zo’n gesprek tussen ouder en kind het heel nuttig is om uw standpunt uit te leggen en te beargumenteren.

Het Nieuwe Testament laat diverse voorbeelden zien die nog een stuk verder gaan. In het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw neemt Hij het initiatief en sluit Hij aan bij haar activiteit (water halen) en haar behoefte (dorst). De Engelse bisschop J.C. Ryle schreef hierover: “Let eens op de combinatie van tact en vriendelijkheid wanneer Christus met een zorgeloze zondaar omgaat. (..) Hij wacht niet tot zij wat tot Hem zegt. Hij begint ook niet met haar haar zonden te verwijten, hoewel Hij daar ongetwijfeld van op de hoogte was. Hij begint het gesprek met het vragen om een gunst. (..) Hoewel dit verzoek heel eenvoudig was, opende het wel de deur naar een geestelijk gesprek. Het sloeg een brug over de kloof die er was tussen haar en Hem.” Jezus laat Zich dus niet ontmoedigen door haar onbegrip en arrogantie maar houdt vol. Pas nadat de brug is gelegd, laat Hij haar subtiel maar duidelijk zien waar het aan hapert in haar leven.

Een ander mooi voorbeeld van zo´n benadering treffen we aan bij Paulus op de Areopagus (Hand. 17). Je zou je kunnen voorstellen dat de apostel zijn woede nauwelijks kon onderdrukken na een wandeling in zo’n afgodische stad. Toch is de toon in de eerste zin van zijn toespraak (vs. 22) niet verwijtend maar klinkt er eerder verwondering of zelfs een compliment in door. Paulus sluit aan bij de belevingswereld van de Grieken, beweert dat hij hen nieuwe dingen kan vertellen over een van hun altaren. Hij citeert Salomo en Jesaja (vs. 24, 29), maar doet dat terloops zonder naar het Oude Testament te verwijzen – maar Paulus citeert ook de Griekse dichter Aratus (vs. 28). En pas na een uitvoerige beschrijving waarmee hij de interesse van de toehoorders wil wekken, komt hij met zijn oproep tot bekering (vs. 30).

Luisterend oor

Een goed gesprek met pubers kan gebaat zijn bij zo’n ‘brug’. In de praktijk betekent dat dat u begint met begripvol en invoelend luisteren, zonder meteen met een (voor)oordeel te komen. Even op de tanden bijten en uw mening achterwege laten. Ook dat is overigens Bijbels. Salomo zegt: “Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande” (Spr. 18:13).

Probeer zo’n gesprek niet te snel af te ronden, maar neem er de tijd voor. Dat kan door échte vragen te stellen. In haar boekje “Focus! Over sociale media als de grote afleider” geeft Justine Pardoen daar mooie voorbeelden van. Dat zijn vragen waarop u zelf het antwoord nog niet weet en waarover uw kind diep moet nadenken. “Stel dat jij zelf kinderen krijgt, wat zou je dan doen om ze te helpen in het omgaan met internet?” Of: “Als jij nu eens aan ouders op een ouderavond moet vertellen over WhatsApp, waar zou je dan mee beginnen? En zou je dan ook nadelen kunnen noemen?”

Gezamenlijke regels

Uiteraard mogen ouders hun kinderen ook duidelijke regels stellen. Die werken vaak het beste als je die samen hebt vastgesteld. Belangrijk is om zulke regels niet (alleen) af te stemmen op wat andere kinderen wel of niet mogen. De eerste stap is om te zoeken naar een gezamenlijk uitgangspunt en dat is vaak te vinden in een waarde of deugd.

Een voorbeeld is “matigheid”. De Bijbel leert ons expliciet het belang van matigheid, zowel in het tiende gebod als in de brieven van Paulus (Gal. 5:22) en Petrus (2 Petr. 1:6). Dat staat haaks op de trends op mediagebied, waar “onbegrensd” juist de mantra is. Als we matigheid als uitgangspunt kiezen voor ons leven, zal ieder zijn eigen grens moeten bepalen, maar zijn we het eens over ons motief. Voorbeelden van regels kunnen dan zijn: Als we een nieuwe smartphone nodig hebben, kiezen we niet het allernieuwste model maar dat van vorig jaar of twee jaar terug. Dat kost maar de helft en heeft toch driekwart van de mogelijkheden. Of: We kiezen wel een smartphone, maar dan simlockvrij en prepaid zodat we het verbruik ervan bewuster beseffen.

Op deze manier kunnen we komen tot allerlei concrete afspraken in ons gezin, rond onderwerpen als tijdsbesteding, transparantie, eerbaarheid, vreemdelingschap et cetera. Door zulke afspraken vanuit een gezamenlijk uitgangspunt te maken, verdwijnt er een stuk spanning en beseft een kind beter wat de achterliggende motieven zijn.

Deze blog is een beknopt verslag van de workshop die Steef de Bruijn, lector NIeuwe media in vorming en onderwijs, verzorgde tijdens het ROV-congres op 20 maart jl. in Vianen.