Excellentie: niet belonen maar begeleiden 4 november 2013

Met een cum Laude diploma de middelbare school verlaten, vmbo-leerlingen met beta-talent die natuur- en scheikunde volgen op het vwo, maar ook onderpresteerders boven tafel krijgen. Staatssecretaris Dekker is er duidelijk over, zo moet de toekomst van het Nederlandse onderwijs er uit zien. In Nederland worden leerlingen te weinig uitgedaagd. Daardoor gaat veel talent verloren.

Excellentie mag gezien worden
Er zit veel goeds in deze ideeën. Leerlingen worden te vaak onterecht aangemoedigd niet met hun hoofd boven het maaiveld uit te steken. Vaak komen we de mentaliteit ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ tegen. Dit doet niet recht aan de identiteit van excellente leerlingen. Excellentie mag gezien en benoemd worden. Om optimaal te floreren en excelleren is het nodig dat leerlingen hun talenten kennen. Als talent niet (h)erkend wordt, ontstaat scheefgroei. Een beloningssysteem wat toegang tot beurzen en netwerken biedt, beschikbaar voor talent, zou leerlingen mooie kansen kunnen bieden die er anders niet waren. Bij deze gedachten plaatsen we echter ook een paar kanttekeningen.

Voortreffelijkheid
Opvallend in de aanpak is het belonen van excellente prestaties. De eigenlijke betekenis van excellentie is ‘voortreffelijkheid’. Een talent komt tot zijn recht omdat het in zichzelf goed is. Dat is iets anders dan dat het talent van belang zou worden door iets van buitenaf. Bij het talent voor muziek gaat het eerst om de muziek en dan pas om het applaus en niet andersom. Dit geldt voor elk talent. Als de nadruk op het belonen ligt, verschuift de aandacht naar het resultaat, de score, het diploma.

Intrinsiek
Het kan voor excellente mensen wel een vraag zijn of ze wel zoveel ruimte in mogen nemen. Mag je consequenties aan je excellentie verbinden? Mag je – omdat je zo nieuwsgierig of creatief bent - langer studeren of een schildercursus volgen en daar tijd, geld en energie in investeren? Of is dat luxe of egocentrisch? Streven naar voortreffelijkheid heeft te maken met het realiseren van kwaliteit. Dat is iets moois. Nieuwsgierigheid is niet voor niets een kernwaarde in het onderwijs. Het is goed om intrinsiek gemotiveerd te zijn om te weten en te kunnen. En dan is de vraag niet slechts ‘mag het wel?’, maar ook ‘moet het niet’? Want met de jou gegeven gaven kun je God danken en eren en je omgeving dienstbaar zijn. Excellente leerlingen hebben veel potentie. Zij zullen echter prioriteiten aan moeten brengen. Meer aandacht voor schilderen betekent wellicht minder tijd voor rekensommen maken of je oma helpen. Begaafde leerlingen moeten leren hier afwegingen in te maken. Ze komen niet automatisch tot het juiste inzicht of tot voortreffelijk presteren. Dit laat zien hoe belangrijk aandacht voor begeleiding is. Centraal moet hierbij staan ‘wie is de leerling, welke capaciteiten heeft hij, hoe komen die zoveel mogelijk tot hun recht en hoe kan hij daarin groeien?’. Belonen kan ook een grote druk met zich mee brengen om de beste te ‘moeten’ zijn. Als je leerlingen gaat belonen voor excellente prestaties, dan doet dat ook iets met de klasgenoten. Zij behoren dan ineens bij de categorie die geen of minder loon waard is.  

Motivatie en kennis
Dat brengt ons bij de vraag: is al die aandacht voor excellentie eigenlijk wel goed? Werkt het geen hoogmoed in de hand? Lijkt ‘excellent zijn’ niet te suggereren dat die persoon beter zou zijn dan ‘gewone’ mensen? Begaafde mensen krijgen soms dit verwijt en kunnen hiermee worstelen. Het christelijk mensbeeld in onze gezindte lijkt dit ook te versterken. Mensen zijn onvolmaakt en in zonde gevallen. Daarom is men soms schaars met complimenteren en denkt men niet te goed van zichzelf. Kinderen in ontwikkeling mogen echter horen wat ze goed doen, en goed kunnen. We mogen kinderen nooit naar beneden halen. Het antwoord ligt in het belang van de deugd van nederigheid. Augustinus wees al op het gevaar kennis vanuit een verkeerde motivatie na te streven, bijvoorbeeld iets te willen weten of kunnen wat een ander niet weet of kent, om je boven hem te kunnen verheffen of macht over hem uit te oefenen. Nederig kennis nastreven gaat daarentegen gepaard met liefde en is deugdzaam. Mensen zijn geneigd kennis op de eerste manier na te streven. Christenen zouden hier bedachtzaam op moeten zijn. Als wij de beste leerlingen in het zonnetje zetten, waar zijn we dan mee bezig? Motiveren we ze dan intrinsiek of zetten we ze aan tot trots of het hebben van invloed?

Twee kanten
Een christelijk mensbeeld kent de dubbelheid van enerzijds het beeld van God dragen en anderzijds de zondigheid en onvolmaaktheid. Aandacht voor excellentie zou in dit licht moeten staan. Dit gaat veel verder dan de drijfveren van Dekker om door investeren in excellentie de kenniseconomie hogerop te brengen. Christenen moeten hier reflecterend en biddend mee bezig zijn. Alles wat we hebben en kunnen, hebben we ontvangen. Wellicht is dit ook een belangrijk onderdeel bij de begeleiding van excellente leerlingen: leer ze naast te excelleren in hun talent, hun hart zuiver te houden.

Auteurs: Hanke de Vries, projectmedewerker, Ria Looij, lid werkgroep hoogbegaafdheid en Bram de Muynck, lector Christelijk Leraarschap