De leraar niet betrokken bij passend onderwijs? Kijk maar eens in de klas! 26 maart 2014 Door Jan de Waard

Het ministerie zag genoeg aanleiding om de week van 24 tot en met 28 maart uit te roepen tot de week van passend onderwijs. De geringe betrokkenheid van leraren wordt als een van de redenen aangevoerd.

Door Jan de Waard, lid van de kenniskring Passend leraarschap
 

Geringe betrokkenheid?

Volgens een voortgangsrapportage van eind november  over de invoering van passend onderwijs geven leraren aan dat passend onderwijs hen weinig zegt. Dit leidde tot de toezegging van staatssecretaris Dekker dat in de tweede helft van dit schooljaar de focus gelegd zal worden op de inhoud. De vraag is of er inderdaad sprake is van een lage betrokkenheid van leraren.

Invalshoek

Zoals bij iedere rapportage is het de vraag vanuit welke invalshoek je een onderwerp belicht. Laten we eens kijken naar de rapportage over passend onderwijs. Inderdaad, als je aan leraren vraagt wat passend onderwijs betekent en welk beleid passend onderwijs vraagt, dan blijft het vaak stil. Veel leraren verdiepen zich hier niet in. De vraag is of dit op voorhand ernstig is. Mijn primaire reactie is: nee, laten leraren zich vooral niet druk maken om de hele organisatorische rompslomp die met passend onderwijs gepaard gaat. Hun taak ligt primair in de groep die elke dag aan hun zorgen is toevertrouwd.

Betrokken op de groep

Met het noemen van het eigenlijke werk van leraren ontstaat er een andere invalshoek. Blijkt  betrokkenheid van leraren bij passend onderwijs in hun groep? Bij mijn bezoeken aan scholen kom ik een betrokkenheid tegen waarvoor ik veel waardering heb. Iedere dag weer opnieuw spannen leraren zich in om passende ondersteuning te geven aan hun leerlingen. Op dat concrete niveau liggen de vragen van leraren, want eenvoudig is het niet. Situaties van leerlingen en groepen zijn soms dermate complex, dat leraren voor hun gevoel voor vraagstukken staan die haast onoplosbaar lijken. Wat is dan nodig?

Complex systeem

Terecht wordt gewezen op de noodzaak van professionalisering van leraren. De vraag is dan wel waar die professionalisering zich het beste op kan richten. Een impulsieve reactie zou kunnen zijn om bijvoorbeeld een cursus ‘omgaan met gedragsproblemen’ te organiseren. Of leraren een master SEN laten volgen. Zonder iets af te willen doen van dergelijke initiatieven, is de focus ‘professionaliseer de leerkracht en hij is beter in staat om tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoeften van leerlingen’ te kort door de bocht. Het ontkent de werkelijkheid dat de leerkracht zijn werk in een complex systeem verricht.

Teamcultuur

De school zelf is een van de systemen. Daarin functioneert de leerkracht als individu, verantwoordelijk voor zijn groep leerlingen. Maar dit functioneren vindt plaats binnen het geheel van een team en onder leiding van de schoolleider. Elke individuele nascholing van een leraar kan alleen succes hebben als die ingebed is in een teamcultuur, waarin mijn leerling onze leerling is, met een schoolleider die het primaire proces als brandpunt in zijn leidinggeven ziet.