De lectio divina en het godsdienstig vormingsonderwijs 30 september 2021 Door J.H. (Jan) van Doleweerd

Met jongeren uit de Bijbel lezen volgens de oude methode lectio divina kan indringende gesprekken opleveren. Hoe kun je met deze methode aan de slag in jouw klas?



Hoe kun je de lectio divina een plek geven in het godsdienstig vormingsonderwijs op openbare scholen? Dit was een van de thema’s die op de lectoraatsdag van het Protestants Centrum voor Godsdienstig Vormingsonderwijs (PC GVO) en Driestar educatief op 29 september jl. aan de orde kwam.
 
De lectio divina is een oude methode van mediterend Bijbellezen die teruggaat op Benedictus van Nursia (480-547): vermijd aan de tekst jouw vragen op te leggen en laat de tekst jou bevragen. Het lezen van de Bijbel loopt in deze benadering door vier fasen heen: lezen (lectio), mediteren (meditatio), biddend overdenken (oratio) en aanschouwen (contemplatio). Het is een oefening in Bijbellezen waarmee de lezer in gesprek is met een stukje uit de Bijbel, en daarmee met God en zichzelf.
 
Voor gebruik in het godsdienstig vormingsonderwijs kun je de methode aanpassen aan de situatie van de klas groep. Na het gezamenlijk en individueel zorgvuldig lezen van de tekst en na een moment van geconcentreerd overdenken van de tekst, vraag je leerlingen om wat zij hierin hebben gevonden weer te geven in een tekening. De derde fase, die van het gebed, is dan een oefening die betrekking heeft op de omgang met God en hoe je dat voor je ziet. Vervolgens gebruik je de vierde fase van de contemplatie om met elkaar te delen wat je daarin gevonden hebt. Je presenteert de tekeningen aan elkaar. Meestal ontstaat er dan een indringend gesprek.
 
Niet alle teksten in de Bijbel zijn even geschikt om in een groep te lezen. Het moeten vooral teksten zijn die iets over God ter sprake brengen en iets over jou als mens. Het is ook belangrijk dat het teksten zijn die leerlingen kunnen aanspreken, bijvoorbeeld omdat het thema speelt in hun leefwereld. Voorbeelden zijn teksten uit de Bergrede, denk aan de woorden van Jezus over gebedsverhoring (Matth. 7:7-11). Maar ook gedeeltes met onderwijs van Jezus aan de discipelen zijn erg geschikt, zoals aan de vissers op de zee van Tiberias (Joh. 21:2-6). Ook teksten uit de Psalmen of uit Spreuken kunnen veel stof tot nadenken geven.
 
De lectio divina is een methode waarmee je ongekunsteld en direct leerlingen in verbinding kunt brengen met de Bijbel, de levende Stem van God. Je oefent geen dwang uit op de interpretatie. Je nodigt hen uit in samenspraak met de tekst tot interpretatie te komen. Wel is van belang dat de tekst niet “vogelvrij” is. Bijbelse teksten zijn aan regels van interpretatie gebonden. Daarom mag jij als gespreksleider in het gesprek tijdens de fase van de contemplatie, naast het inbrengen van je eigen ervaring met de tekst, erop toezien dat de gelezen tekst geen geweld wordt aangedaan. Toch blijft je inbreng ingetogen omdat je ruimte wilt scheppen voor het zelfgetuigende karakter van de Bijbel en de werking van de Heilige Geest. De lectio divina blijkt op deze wijze een krachtig middel tot godsdienstige vorming.
 
Meer weten over dit lectoraat? www.pcgvo.nl/over-ons/lectoraat