Bijbel en onderwijs 14 juli 2014 Door Dick Janse, kenniskringlid Christelijk leraarschap

Onderwijs en ook opvoeding zijn geen gethematiseerde onderwerpen in de Bijbel. Toch is het een terugkerend thema en is de Bijbel ervan doordrongen. Het doorgeven van Gods Woord.

Continuïteit, vastheid en discontinuïteit, verandering

Onderwijs in de Bijbel moet zich steeds richten op continuïteit, vastheid en op discontinuïteit, verandering. Gods Waarheid kan en mag niet fossiliseren in onbruikbaarheid. Gods Waarheid mag en kan niet opgaan in het relativisme van het veranderen. Het kan niet blijven hangen als een bevroren, niemand aansprekende canon van ‘waarheden’, noch verdwijnen in het relativistische ‘ieder moment moet zijn eigen waarheid uitvinden.

De Bijbel geeft steeds een antwoord, hernieuwd antwoord op de totaal veranderde situatie. Dat antwoord grondt echter wel volledig in de traditie. Dat is wijsheid, dat is leven.

Hoe is dat in het Oude en Nieuwe Testament

We moeten er dus op letten hoe het Oude Testament en Nieuwe Testement omgaan met moeilijke zaken als traditie en vernieuwing, stabiliteit en flexibiliteit, continuïteit en discontinuïteit. Dat zal kracht en inhoud geven aan ons onderwijs in deze tijd.
We zijn gewend het Oude Testament op te delen in drie soorten geschriften:
De Thora, de vijf boeken van Mozes, vertelt waar we vandaan komen en hoe God over ons, zijn schepping, denkt. Wat zijn de leefregels hier op aarde en wat is de plaats van zonde en dood.
De profeten, het tweede deel van het Oude Testament, worden door ons vaak gezien als geschiedenis(sen). De Bijbel zelf ziet ze echter als het tweede deel van een tweeluik: de wet (Thora) en de profeten. Inhoudelijk zijn de profeten dan ook niet zozeer gefocust op gebeurtenissen, (belangrijke) mensen of de volken zelf. Veeleer gaat het om de doorwerking van de Thora, van Gods handelen in die concrete geschiedenissen. Daar waar antwoord gegeven wordt op de roepstem van de Thora in een concreet historische context. Wat is de richting?
De wijsheidsboeken vormen het derde deel. Afleidingen uit de eerste twee delen om door te geven aan het nageslacht. Minder strak in autoriteit dan de eerste twee.

Zijn het niet deze drie die het hart van het Bijbels onderwijs vormen? Zijn het niet deze drie, die binnen een gelovig leven met God, altijd samengaan? Onderling verbonden en niet uit te spelen tegen elkaar. 
Deze drie bronnen vertellen ons veel over hetgeen ‘wat’ Israël onderwezen werd en ‘hoe’ het onderwezen werd. Wanneer het ons lukt aan te sluiten bij deze drie bronnen dan worden veel eenzijdigheden voorkomen.

Verschillen in denken

Veel conservatieve denkers binnen het onderwijs zullen graag aansluiten bij de Thora. Datgene wat altijd en overal geldig is en onderwezen zal moeten worden. Liefst zoals vanouds.
Veel vernieuwende. revolutionair denkende mensen binnen het onderwijs zullen liever putten uit de profeten. Men moet zich bekeren, loskomen uit verkeerde verstarringen, een vernieuwde intensivering aangaan. Gaan voor de 'nieuwe' waarheid.
De meer humanistisch denkenden binnen het onderwijs, zullen hun onderkomen zoeken in de wijsheidsliteratuur. Het potentieel aan menselijkheid aanboren. Eerder gericht op het experimentele leren dan op autoriteit.

Maar door ze zo te duiden verwijder je de Bijbelse eenheid van de drie en de gerichtheid op elkaar.

Zou het lukken om deze drie bronnen in hun Bijbelse verhouding en spanning te laten doorklinken in ons onderwijs.  Zonder de één tegen de ander uit te spelen? Onbalans tussen deze drie betekent onbalans in onderwijsmethode en in onderwijsinhoud. Zou het lukken om verder te komen dan een mengsel: van alle drie wat? Kunnen we komen tot een Schriftuurlijke eenheid?