Advent en de Apenrots 12 december 2017 Door Jacquelien Bulterman

Een paar jaar geleden, tijdens de European Conference for Educational Research, woonde ik een sessie bij van onderzoekers die de ambitie hadden om kennis te ontwikkelen die leraren helpt om beter les te geven. De onderzoekers waren zelf leraar en hadden ruime ervaring in nascholing. Ze deden onderzoek waarbij ze wetenschap en vakmanschap combineerden. We noemden dit onderzoek ‘klinisch onderzoek’.

Onze discussiant waarschuwde voor het bijvoeglijk naamwoord ‘klinisch’. Ze had al heel vaak gezien dat pogingen om praktijkgericht onderzoek op de kaart te zetten, stuk liepen. Alles met een bijvoeglijk naamwoord, of het nu praktijkgericht heet, ‘teacher research’ of klinische onderzoek, loopt volgens de mores van zittende wetenschappers het risico om als ‘minder’ te worden afgedaan. Het is geen ‘echt’ onderzoek, dus dan kun je het schudden.

Eén grote apenrots

Status- en machtsverhoudingen. De hele wereld is er vol van.  Een vriendin van mij probeert haar vader door het medische circuit heen te loodsen. Samenwerking tussen artsen spreekt niet vanzelf, je moet alles zelf in de gaten houden. Tegenover een assistente verontschuldigde ze zich dat ze alweer aan de lijn hing. ‘Mevrouw, daar doet u alleen maar goed aan,’ sprak de assistente. ‘Want het is hier één grote apenrots. Het gaat áltijd om de vraag ‘wie is de baas’. Chirurgen zitten bovenaan de rots en laten dat merken ook.’
 
Kwesties van status en macht kunnen inhoudelijke processen danig verstoren. Patiënten zijn de dupe. Realiseren die chirurgen zich waar ze mee bezig zijn? Ik denk van niet. Niemand denkt bij zichzelf: ‘laat ik dit inhoudelijke proces eens verstoren, want eigenlijk vind ik mijn eigen positie belangrijker.’ Wij hebben andere beelden van onszelf dan anderen. Iedereen gebruikt onbewust bepaalde technieken om zichzelf te rechtvaardigen.
 
Onderwijsonderzoek heeft ook status. Als we niet uitkijken, dienen promoties en publicaties geen ander doel dan dat ze posities markeren.

Een moment om wakker te worden

Het is momenteel advent, vanouds een tijd van inkeer en bezinning. Een goede gelegenheid om onze eigen schaduw te onderzoeken. Advent roept ons op om waakzaam te zijn. Vroeger betekende ‘waakzaam zijn’ voor mij bang zijn voor het laatste oordeel. Nu denk ik dat ‘waakzaam zijn’ te maken heeft met ‘wakker worden’. Met bewustwording. Met ontdekt worden aan jezelf, niet één keer, maar bij vernieuwing. Dit is een genadegave, je doorziet jezelf heus niet zomaar, maar áls je het ziet, komt het patiënten, leraren, leerlingen, collega’s ten goede. Het is heilzaam, iets om dankbaar voor te zijn. Reden te meer om in deze adventstijd onszelf wat extra tijd te gunnen voor gebed en meditatie.