2016: het jaar van de christelijke pedagogiek? 7 januari 2016 Door Bram de Muynck

Bram de Muynck, lector Christelijk leraarschap, vraagt zich af: Wordt 2016 eindelijk het jaar van de zo lang begeerde christelijke pedagogiek? Wat hem betreft wel.

Zo tegen het einde van 2015 is de trom geroerd. Waar blijft nu die christelijke pedagogiek, waar we al jaren over spreken? Richard Toes refereert er in zijn proefschrift aan (zie p. 132 van De toets ter kritiek). Veel pennen zijn in beweging gekomen. Het zou toch niet zo moeilijk moeten zijn, zo stelde Bart Jan Spruijt in het Nederlands Dagblad van 13 november, om de rijkdom van christelijk pedagogisch denken in 150 pagina’s leesbaar proza samen te vatten. Gaat het er dit jaar van komen? Wordt 2016 eindelijk het jaar van de zo lang begeerde christelijke pedagogiek?

Nodig?

Niet iedereen is het er over eens dat het nodig is. Henk Dijkgraaf, die al op 5 november 2015 in het Reformatorisch Dagblad reageerde op het idee, is een voorstander. Aan het einde van zijn opiniestuk zegt hij: ‘Het reformatorisch onderwijs heeft kortom alle reden om zich te bezinnen op hoe salonfähig het wil zijn en duidelijkheid te verschaffen over hoe het nou zit met het spanningsveld tussen pedagogiek en theologie’ (RD, 5 november 2015). Anderen zeggen dat het een hedendaagse christelijke verwoording niet nodig is. Zo betogen de directeuren van aan het Ds. G. H. Kerstencentrum gelieerde scholen in het RD van 14 december dat we genoeg hebben aan de Bijbel en de oudvaders.

Rol Driestar educatief

Al is het dus niet voor iedereen zeker of er iets moet gebeuren,  Driestar hogeschool als enige professionele educatieve instituut in reformatorische kring, krijgt wel de rol toegedicht om zo’n pedagogiek te schrijven. Zo’n eervolle taak kun je niet negeren. Onze cvb-voorzitter heeft het pleidooi voor een voortgaande bezinning dan ook ondersteunt. Tijdens het symposium over het proefschrift van Toes (3 december jl.) waren de forumleden het er over eens dat Driestar-mensen ook weer niet te veel pretenties moeten hebben. Het mag namelijk niet een groot pedagogisch handboek zijn, maar zou alleen enkele grondlijnen moeten bevatten.

Alleen grondlijnen

Waarop sommige mensen verwonderd reageerden: zoiets hebben we toch al? En inderdaad: in het boek van Toes wordt het werk van Arie Visser genoemd (Een leer- en leefgemeenschap, 2000) dat bedoeld was om contouren van een schoolconcept te beschrijven. Sommige basisscholen hebben daar hun schoolplan destijds op gebaseerd. Daarna is in 2005 het Driestar-boekje Essenties van christelijk leraarschap verschenen, dat eveneens een aantal grondtrekken van een schoolpedagogiek geeft. En als we nog verder terug gaan dat blijkt dat de bundels Visie op het onderwijs van Bregman en Kole (1981, 1987) uiting zijn van het werken aan een vergelijkbaar verlangen. De ondertitel luidt: Contouren van een gereformeerde beschouwing van de school. De Essenties, de Contouren of Grondlijnen zijn dus al meerdere keren beschreven. De jaren van christelijke pedagogiek liggen al achter ons. Voordat je 2016 tot een nieuw jaar van de christelijke pedagogiek uitroept, moet je dus wel weten welke doelen je dient. Ik kan er ten minste drie bedenken.

Toetsing

De eerste is dat een pedagogische tekst kan dienen als toetsingskader, het motief dat door Toes en door anderen steeds is genoemd. Grondlijnen van een pedagogiek moeten uitlopen in criteria waarom je een vernieuwing wel of niet afwijst. Toes verwoordt het afgelopen zaterdag 2 januari als volgt. ‘Als er geen eigen pedagogisch grondlijnen zijn, ligt het onderwijs ervoor open om gekaapt te worden’ (RD). Ik heb daar een paar kanttekeningen bij, waarover ik in een volgende weblog zal schrijven.

Gezamenlijke reflectie

Een tweede reden lijkt me minstens zo belangrijk. Een tekst over christelijke pedagogiek is een neerslag van gezamenlijke reflectie. Iedere generatie pedagogen moet zich opnieuw verhouden tot de onderwijskundige en pedagogische context van haar tijd. Een eigen pedagogisch statement kan gelden als een stukje christelijk getuigenis, of zo je wilt als verantwoording. Ook mensen die buiten het christelijk onderwijs kunnen dan begrijpen waarom we de dingen proberen te doen zoals we ze doen. Dat betekent overigens ook dat je niet tot een tijdloze christelijke pedagogiek kunt komen.

Inspiratie

Naast het toetsingsmotief en het verantwoordingsmotief is er nog een derde motief, ik noem het het inspiratiemotief. Misschien is die wel het belangrijkste. Een goede pedagogische tekst moet vooral dienen om de harten van onderwijsmensen warm te maken en hen te helpen ontdekken: hier gaat het om! Het geeft hun begrippen, waar ze zich aan op kunnen trekken. Het geeft woorden aan hun verlangen tot authentiek christelijk leraarschap. Op die manier heeft Essenties van christelijk leraarschap ook gefunctioneerd.

Het jaar 2016

Ja, inderdaad: als alles goed gaat wordt 2016 toch echt weer het jaar van de christelijke pedagogiek. Insiders weten dat we bezig zijn het boekje Essenties van christelijk leraarschap grondig te herzien. We hopen Deo volente dit jaar de tekst te publiceren. Het gaat om een beknopte, maar goed onderbouwde tekst die we met een groot aantal mensen van binnen en buiten Driestar educatief aan het beproeven zijn. Maar hier bij blijft het niet, er zijn toch heus ook pretenties voor een groter werk. In dit jaar van de christelijke pedagogiek zullen ook de contouren van een omvangrijk christelijk pedagogisch handboek ontstaan. We hopen materiaal te bieden dat recht doet aan de behoefte tot toetsing en verantwoording, maar vooral materiaal dat de harten en zinnen van onderwijsmensen warm maakt en hun denken aanscherpt. U bent vast voorbereid!