Pelgrims op snapchat 16 augustus 2016 Door Dr. Ir. S.M. de Bruijn

Leven als een vreemdeling hier beneden, op reis naar een Stad die fundamenten heeft - en dan tegelijkertijd op Youtube en Snapchat. Valt dat met elkaar te rijmen?

Nog anderhalve maand en dan start weer het grootste wandelevenement van ons land. Vier dagen lang lopen 50.000 wandelaars in en rond Nijmegen tot ze uiteindelijk het Vierdaagsekruis ontvangen. De inspanning en het doorzettingsvermogen van de wandelaars kunnen ons tot voorbeeld zijn bij het nadenken over de bagage van de christenpelgrim en zijn mediagebruik. Zo’n wandelaar zorgt niet alleen voor het juiste schoeisel en lichte kleding, maar hij pakt ook z’n rugzak heel zorgvuldig in. Bij elk flesje drinken en ieder rolletje energiesnoep vraagt hij zich af of hij het wel nodig heeft. Hij zal alle overtollige bagage vermijden, want iedere 100 gram extra ervaart hij als ballast. Zo worden de lopers in Hebreeën 12:1 aangespoord om alle last af te leggen die hen kan hinderen. Zulke wandelaars of pelgrims gaan tijdens hun reis ook zorgvuldig om met hun tijd en vermijden alles wat hen van hun reisdoel afleidt. Een Griekse mythe vertelt dat prinses Atalante een hardloopwedstrijd verloor omdat haar concurrent drie gouden appels over de renbaan rolde. Ze kon de verleiding niet weerstaan, raapte de appels op en verloor de wedstrijd.

Gewenning of verslaving

Wat betekent dat nu in de praktijk voor een christen in de 21e eeuw? Hoe kan een vader dit beeld van de pelgrim vertalen naar het opvoeden van zijn pubers? ‘Toe pa, je kunt toch niet de hele dag met je hoofd in de wolken lopen?’ Een van de venijnige kanten van media is dat ze voortdurend onze aandacht opeisen. Dat
was al met de ouderwetse telefoon die binnendrong in onze gesprekken, onze rust verstoorde of onze maaltijd onderbrak. Moderne media rinkelen niet meer, maar het trilsignaal is al voldoende om onze concentratie te doorbreken.

Hoe komt dat? Sinds een aantal jaren weten we beter wat er in de hersenen gebeurt tijdens het gebruik van sociale media. Het checken van mails, berichten of WhatsApp leidt tot een gewoonte of zelfs tot een verslaving omdat er regelmatig interessante ‘beloningen’ tussen die berichten zitten. Die beloning leidt in de hersenen tot de aanmaak van dopamine, een ‘opwindingshormoon’ dat een kick geeft en stimuleert om verder te gaan: nóg een filmpje, nóg even reageren, nóg een paar berichten lezen. Wéér een trilsignaal: misschien is er nóg iets interessants. Juist het onverwachte en onbekende ervan (denk aan Snapchat), maakt het effect sterker. Dopamine is een stofje in de hersenen dat allerlei verschillende functies heeft, maar onder andere betrokken is bij verslaving en het ervaren van genot. Hersenen kunnen zo gewend raken aan die dopamineprikkels dat we er steeds meer van nodig hebben om ons ‘normaal’ te voelen.

In zijn boek Ontketen je brein beschrijft de Vlaamse neuropsychiater Compernolle hoe we aan al die kleine onvoorspelbare beloningen op onze smartphone gewend raken en niet meer in staat zijn offline te gaan. Het verraderlijke ervan is dat we het juist plezierig vinden. Een tweede gevolg is dat die media ons telkens onderbreken als we ons willen concentreren of even willen uitrusten of slapen. Dat verstoort belangrijke hersenprocessen als reflecteren en archiveren. Zijn advies is daarom: ga een paar keer per dag een uur offline, werk slechts aan één taak tegelijk en neem regelmatig pauzes, dat bevordert je concentratie, je wilskracht, je zelfbeheersing en je creativiteit.

Christenen moeten dit signaal bij uitstek serieus nemen. Jongeren – maar ook ouderen – klagen er regelmatig over dat ze zich slecht kunnen concentreren. Realiseren we ons dat dat apparaat dat telkens onze aandacht vraagt, een zware betonklinker is in de rugzak van een pelgrim? Dat die honderden prikkels per dag de gouden appels zijn die over onze renbaan rollen? Ze zien er aantrekkelijk en veelbelovend uit, maar eisen een hoge tol als ze onze aandacht afleiden tijdens de preek, tijdens het lezen van de Bijbel of tijdens ons gebed. Hier past alleen een radicale keuze waarbij ouders een belangrijke voorbeeldfunctie hebben: ga een uur voor het slapen gaan offline, reserveer ‘mijmertijd’ en tijd voor het overdenken van en mediteren over Gods Woord, lees je Bijbel niet vanaf een apparaat. Zorg dat digitale prikkels je zondagsrust niet kunnen verstoren, door je smartphone vanaf zaterdagavond tot maandagmorgen tot zwijgen te brengen. Vermijd sociale netwerken die juist bestaan bij de gratie van verrassing en prikkels (Snapchat). Zet – als het (huis)werk
dat toelaat – geluiden en signalen van andere netwerken (WhatsApp, Facebook e-mail) uit en beperk jezelf tot het op vaste tijden verwerken van die berichten. Als iemand je écht nodig heeft, belt hij je wel.

Vlogs

Er is een tweede gevaar aan de vele vormen van media-afleiding waarvoor een pelgrim zeer beducht zal zijn. In Bunyans Christenreis zien we hoe Christen voortdurend ‘afleiders’ tegenkomt. Als hij met Getrouwe de stad IJdelheid passeert en niet om de kermis heen kan, steken ze hun vingers in de oren en houden ze hun ogen hemelwaarts gericht. Verderop houden Christen en Hopende elkaar wakker met geestelijke gesprekken en gezangen als ze de Betoverde Grond passeren, waar slaperigheid dodelijk zou zijn. In een eerdere aflevering van dit drieluik hebben we gezien welke schitterende mogelijkheden nieuwe media bieden. Een keerzijde van die medaille is de seculiere invloed van de beeldcultuur op onze gezinnen. Games, video’s en vlogs op YouTube en series via NPO en Netflix verslaan hun duizenden. Het is van groot belang dat ouders eens meekijken met hun kinderen en zelf kennis nemen van Enzoknol, Dylan Haegens, Flikken Rotterdam en Spangas.

Regelmatig blijkt dat ouders zelf niet erg overtuigd zijn van de schadelijkheid daarvan of zich hooguit zorgen maken om de schuttingtaal. De Amerikaanse predikant John Piper denkt daar heel anders over. Wat hij in 1995 over tv schreef, geldt onverkort voor het beeldvermaak van deze tijd. ‘Zet de tv uit. Ze is onbelangrijk. En ze is een dodelijke plek voor je ontspanning. De doordringende banaliteit, de seksuele suggesties en de God-ontkennende waarden verheffen je ziel niet. Zij doodt de geest. Zij drijft God weg. Zij dooft het gebed. Zij verduistert de Bijbel. Zij verlaagt de waarde van je ziel. Zij verwoest geestelijke kracht. Zij bederft vrijwel alles. Zij is onnodig voor de meesten van u en is geestelijk dodelijk voor allen van u.’ Later schreef hij over internet dat je daar weliswaar selectiever kunt zijn, ‘maar u kunt er ook slechtere dingen opzoeken terwijl alleen de Rechter van hemel en aarde toekijkt.’ Wie deze woorden ter harte neemt, zal met de dichter van Psalm 119 zeggen: ‘Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden’ (vs. 101). Dan ben je, zowel voor jezelf als voor je kinderen, blij met filters en hulpmiddelen die deze ‘ontspanning’ op een afstand houden.

Filters

Maar filters – die werken toch helemaal niet? Inderdaad, wie zo’n digitale beveiliging wil omzeilen, vindt allicht een gaatje. Maar wie de arglistigheid van z’n eigen hart kent en daarvoor beducht is, heeft juist behoefte aan bescherming. Deze vaders en moeders zullen hun kinderen vertellen dat ze het filter in de eerste plaats voor zichzelf nodig hebben. Dan sporen ze net als Christen en Christinne al hun kinderen aan om te vertrekken uit stad Verderf en mee te gaan op de pelgrimsreis.

Wat dat betreft is er nog een leerzame les te trekken uit de Vierdaagse: niet iedereen kan zomaar meedoen. Iemand kan zich wel bij de stoet wandelaars voegen, dezelfde moeite doorstaan, dezelfde afstand afleggen en dezelfde stad binnenkomen langs dezelfde Via Gladiola. Maar alléén zij die zich officieel hebben geregistreerd en hun identiteitsbewijs kunnen tonen, ontvangen daar het Vierdaagsekruis. 

Dat geldt ook voor de christenpelgrim. Mediaopvoeding begint met bekering. De Engelse evangelist Arthur Pink wijst erop dat we geen genoegen mogen nemen met een opvoeding tot ‘rijke jongeling’: ‘Het baat ons niets dat we proberen een goed karakter te vormen en te doen wat Gods goedkeuring zal wegdragen, als de zonde tussen Hem en onze zielen staat. Wat hebben we aan schoenen als onze voeten verlamd zijn? Of wat hebben we aan een bril als we blind zijn? De kwestie van de vergeving van mijn zonden is grondleggend, fundamenteel, van levensbelang. (…) Waar het in het stervensuur op aan komt is: zijn mijn zonden weggedaan door het bloed van Christus?’

  Deze blog werd eerder gepubliceerd in het Kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk, en is het derde deel in een drieluik. Lees ook deel een en deel twee!