Dyslexie voor kinderen (uitleg)

Welkom op deze site, leuk dat je er bent! Misschien heb je zelf dyslexie of heb je pas een onderzoek gehad om te kijken of je dyslexie hebt. Dan is deze site precies voor jou bedoeld.

Dyslexie. Je hebt dat woord misschien al vaak gehoord. Eigenlijk best een moeilijk woord, vind je niet? En dat, terwijl het juist gaat over kinderen die lezen en spellen lastig vinden.

Wat betekent dyslexie niet?

  • Dat je nergens goed in bent
  • Dat je niet goed je best doet
  • Dat je dom bent

Kinderen met dyslexie doen juist heel goed hun best! Maar het lezen en spellen kost hen veel moeite. Dat is eigenlijk knap: je vindt het moeilijk en je doet het toch!

Vanaf groep 3 op de basisschool leer je lezen en schrijven. Op de kleuterschool wordt er ook al een klein beetje begonnen met letters, maar in groep 3 begint het echt. En als je dan aan het einde van groep 3 gekomen bent, moet je alle letters kunnen lezen en schrijven. Niet alleen de losse letters, maar ook letters-achter-elkaar (woorden dus). Bij veel kinderen gaat dit goed. Er zijn ook kinderen bij wie dit meer moeite kost.

Bij het leren worden er in je hersenen allerlei verbindingen gelegd. Maar soms kunnen je hersenen die verbindingen niet goed leggen. Als bij het lezen en spellen je hersenen niet de juiste verbindingen aan kunnen leggen, heb je dyslexie. Dyslexie is lastig. Je kunt er niets aan doen. Je wilt wel heel graag goed lezen en spellen, maar het lukt niet.

Maar wat bijzonder is, is dat jouw hersenen toch maar blijven proberen om die verbindingen aan te leggen. Daarvoor maken ze wel een omweg. En je weet het vast wel: als je via een omweg naar iemand toe moet, doe je er langer over. Zo is dat ook met je hersenen: het duurt langer voordat je een bepaalde letter herkent. Daarom gaat het lezen en spellen bij iemand met dyslexie minder snel dan bij iemand zonder dyslexie. Soms wordt de verbinding ook verkeerd aangelegd. Dan staat er bijvoorbeeld een ‘b’, maar dan lees jij een ‘d’.

Als het lezen en spellen helemaal vanzelf gaat, noemen we dat ‘geautomatiseerd’. Daar zit het woord ‘automaat’ in. Dat betekent eigenlijk ‘vanzelf’. Het gaat vanzelf, je hoeft er niets voor te doen.

Een auto heeft een versnellingsbak. Met een pook kun je de auto tijdens het rijden in een hogere versnelling zetten. Dat heet schakelen. Maar sommige auto’s hebben een automaat: dan hoef je niet zelf te schakelen, maar doet de auto het voor je. Iemand zonder dyslexie heeft eigenlijk een automaat. Iemand met dyslexie moet zelf blijven schakelen. Die moet dus steeds heel goed nadenken als hij leest of schrijft. Wat knap als je dan toch blijft lezen en schrijven!

Dyslexieonderzoek

Als er het vermoeden is dat jij dyslexie hebt (omdat je lezen en/of spellen lastig vindt), kun je worden aangemeld voor een dyslexieonderzoek. Dat is een onderzoek om te kijken of jij dyslexie hebt. Er

komt dan iemand van onze organisatie speciaal voor jou naar school. Diegene neemt een grote koffer mee, met daarin wat testjes. Met die testjes kun je bekijken of jij dyslexie hebt.

Als het onderzoek klaar is, schrijft degene die het onderzoek gedaan heeft een verslag. Dat verslag wordt naar je vader en moeder gestuurd. In dat verslag staat de uitkomst van het onderzoek: er staat dus in of je wel of geen dyslexie hebt.

Als uit het onderzoek blijkt dat je dyslexie hebt, word je aangemeld voor ‘behandeling’. Dat is geen behandeling met een pilletje of een vies drankje (zoals bij de dokter). Voor deze behandeling mag je elke week een poosje samen met een juf werken. Zij is er speciaal voor jou. Ze weet heel veel over dyslexie en ze weet ook heel goed hoe ze jou kan helpen. Samen gaan jullie ervoor zorgen dat jij minder last hebt van je dyslexie. Dyslexie kan helaas niet overgaan. Je kunt er niet van genezen, zoals je dat wel kunt van bijvoorbeeld keelontsteking. Maar je kunt er wel minder last van krijgen. En dat is de bedoeling van de behandeling.

Ik schreef dat je elke week een poosje met een juf gaat werken. Dat is niet het enige. Die juf geeft je ook huiswerk mee. Iets om op school te oefenen en iets om thuis te oefenen. Hoe vaker je oefent, hoe meer het helpt! Natuurlijk vertelt de juf ook aan je vader en moeder én aan je school wat er gedaan moet worden. Zo helpt iedereen jou!