Jongens zijn anders dan meisjes 16 april 2015 Door Jan Verburg

Passend is het onderwijs als het leerlingen uitdaagt en uitgaat van mogelijkheden van kinderen en rekening houdt met hun beperkingen. Maar met het meest essentiële kenmerk wordt weinig rekening gehouden: het verschil in sekse!

“Zoeken jullie allemaal blz 30 op in het rekenboek. Ik ga daar eerst wat over uitleggen. Vooral som 3 en 4 vinden heel veel kinderen nog lastig. Dat geeft niets, je kunt ook niet alles in één keer goed snappen. Zo, ik zie dat intussen alle boeken zijn gepakt. Precies, bladzij 30 van het gele boek. Alle gezichten deze kant op. Nee, je hebt nog geen pen nodig, eerst allemaal eerst even luisteren. Hoho Mark! Eerst even luisteren had ik gezegd, nog niet beginnen. Kijk allemaal even naar het smartboard, daar heb ik som 3 tevoorschijn gehaald. Joanne, wil jij eens lezen wat daar staat?”

Bekend instructiemodel

De standaardroute tijdens de les is: spullen pakken – bladzijde opzoeken – stil worden – uitleg met gesprek – oefenen – aan de slag etcetera. Deze patronen zijn logisch en ontleend aan het instructiemodel Activerende Directe Instructie (ADI). Sinds de jaren ’80 het meest gebruik in het basisonderwijs. Het wordt gezien als superieur aan welke aanpak dan ook. Er is in dit model veel aandacht voor zaken zoals het stellen van duidelijke lesdoelen, het activeren van voorkennis van de leerlingen, voortdurende controle of de instructie ook is geland bij leerlingen, feedback en actieve betrokkenheid. In dit model wordt echter geen rekening gehouden met de verschillen in leren tussen jongens en meisjes. Een interessante vraag is of dit model wel geschikt is voor jongens! In deze opzet van instructie immers worden de leerervaringen van de leerlingen grotendeels door de leerkracht gestructureerd en niet door de leerlingen zelf.

Wat het probleem is

Bij het veel gebruikte instructiemodel ADI is in de les een geleidelijke afname te zien in ondersteuning (ook wel scaffolding genoemd). In het ADI-model loopt dat van presentatie door de leerkracht via begeleide in-oefening naar individuele verwerking door de leerling. Deze aanpak blijkt echter minder geschikt te zijn voor jongens en leidt vaak tot ongemotiveerd gedrag en een consumerende houding bij zowel jongens als meisjes.

Motiverend vanaf het begin

Er zijn manieren om de aandacht van jongens, maar ook veel meisjes, vanaf het begin beter vast te houden. Een goede manier van instructie is er één die vanaf het begin meer gelegenheid geeft om eerst te leren door middel van uitproberen en fouten maken voordat de instructie volgt. Bij de meeste leerlingen leidt dit tot meer intrinsieke motivatie om tot leren te komen en bevordert het een zelfstandige houding. Om toch structuur en duidelijkheid te bieden moeten fasen in de instructie visueel worden ondersteund om de aandacht van jongens te ondersteunen. Over het algemeen zijn jongens verbaal minder geoefend dan meisjes. De leerkracht moet zijn instructie met zo min mogelijk woorden proberen vorm te geven omdat jongens meer dan meisjes moeite hebben met gesproken instructies. Deze andere aanpak van instructie is onderdeel van een meer op jongens toegespitste didactiek die ervoor zou moeten zorgen dat de betrokkenheid van jongens op hun taak toeneemt en leerkrachten beter inspelen op de verschillen tussen jongens en meisjes. Dit kan leiden tot meer tevredenheid bij zowel jongens als leerkrachten.