Hoogbegaafde leerlingen: allemaal het beste idee 22 september 2016 Door Jenny Tamminga

“Juf! Gert en Guido willen niet meehelpen. En Stefan maakt zelf een huis …” Ze zijn nog maar kort bezig aan hun opdracht om samen een energiezuinige woning te bouwen. Maar dat is lastig voor deze hoogbegaafde jongens. Hoe werk je samen als je alle vier vindt dat je het beste idee hebt? Hoogbegaafdheidsexpert Jenny Tamminga deelt een ervaring uit de praktijk.

Op een school voor hoogbegaafde leerlingen geef ik les aan de middenbouw, groep 5 en 6. We zijn bezig met een project over het milieu. Hoe ben je zuinig met energie? Geen onnodig water verbruiken en het licht uitdoen als je weggaat. Maar ook het installeren van zonnepanelen, water hergebruiken en een huis isoleren zijn manieren om energiezuiniger te leven.
 
Gert, Guido, Rick en Stefan krijgen de opdracht een huis voor de toekomst te ontwerpen, energiezuinig en milieubewust. Het is een groepsopdracht, dus ze moeten met elkaar bespreken wat ze gaan maken en hoe ze de taken verdelen. Ik ben benieuwd hoe ze dat aan gaan pakken. Het groepswerk is de opdracht, maar samenwerken is voor mij het onderliggende leerdoel.
 
De jongens beginnen enthousiast. Er worden papieren en potloden gepakt en daarna steken ze de hoofden bij elkaar om te bespreken wat ze gaan maken. Er wordt druk overlegd, te zien aan hun handgebaren. Maar al snel is het groepsgevoel verdwenen. Gert en Guido haken af en hangen wat op de vloer, Stefan is druk bezig met pen en papier en Rick komt naar mij toe.
 
Hoog tijd om eens met de heren in gesprek te gaan.
 
Het blijkt dat ze allemaal een goed idee hadden over het huis van de toekomst. Op de gewone basisschool waren zij meestal degenen die het beste idee hadden en dat werd dan ook zonder problemen overgenomen door de rest van de groep. Maar in deze klas voor hoogbegaafde kinderen hebben ze alle vier direct het beste idee. Gert en Guido vertellen hun ingeving als eerste, maar als Stefan en Rick met een ‘beter’ idee komen, vinden ze dat niet leuk meer en haken ze af. Stefan is toen maar voor zichzelf begonnen en Rick besloot steun te gaan zoeken bij de juf.

Deze jongens zijn niet gewend om met goede argumenten hun idee te verdedigen om de ander te overtuigen. En, nog belangrijker: ze hebben niet geleerd te luisteren naar de suggesties van anderen. Ons gesprekje geeft hun inzicht in wat fout ging en dat ze kunnen leren van elkaars ideeën om het huis nog mooier, beter en energiezuiniger te maken.
Ik ben ervan overtuigd dat de jongens met elkaar nog een beter ontwerp maken. Maar hoe laat je ze dat ontdekken? Ik laat de jongens op de grond zitten en geef ze een ideeënvel. Op dat papier mogen ze in hun eigen kleur twee dingen schrijven. Daarna krijgen ze het papier van hun buurman; ze kijken naar wat hij opgeschreven heeft en proberen er iets nieuws bij te verzinnen. Zo verzamelen we alle ideeën. Daarna bespreken we wat we goed kunnen gebruiken voor het ontwerp van ons huis.
 
Dit is een leuk moment. Omdat we het samen hebben bedacht is het ineens ons huis geworden. Het is dan ook niet moeilijk meer om de opdrachten te verdelen.
Aan het einde van de week staat er een prachtig huis. Met zonnepanelen. Omdat de zon niet steeds op dezelfde plek staat, draait het huis mee op gerecyclede autobanden. Het regenwater wordt opgevangen op het dak en gebruikt om het toilet door te spoelen. Kortom, een superhuis voor de toekomst.
 
Goed samengewerkt, jongens!
 
Jenny Tamminga werkt op een basisschool voor hoogbegaafde kinderen en heeft zelf kinderen die hoogbegaafd zijn. Haar expertise zet ze sinds kort in voor Driestar onderwijsadvies. Zij geeft vanaf oktober 2016 de basiscursus hoogbegaafdheid. Ook op het symposium Passend onderwijs zal zij een workshop verzorgen.