Een imam in je bastion 28 september 2016 Door Elsbeth Visser-Vogel

Vorming van jongeren is een belangrijk, maar spannend proces, stelt 
dr. Elsbeth Visser-Vogel.

Richard Toes heeft een punt: reformatorische scholen moeten geen bastion zijn. Op 13 september lichtte hij in het Reformatorisch Dagblad toe dat de scholen niet alleen een bastion moeten zijn, maar ook een uitvalsbasis. Om te voorkomen dat er vanuit de samenleving met scheve ogen naar reformatorische scholen wordt gekeken, moeten deze scholen meer naar buiten treden.

Voorbeelden die genoemd worden zijn: cursussen en concerten geven voor buurtbewoners, het houden van een kerstdiner en het schoonmaken van de wijk. Het lijkt er vooral om te gaan dat de school dienend bezig kan zijn voor de omgeving om de school, iets kan betekenen voor anderen.

Dat is zeker waardevol en elke reformatorische school zou dat moeten doen. Maar er is nog een ander belang, dat minstens zo veel aandacht verdient, of zelfs méér: scholen en leraren moeten inzien dat het vooral van belang is voor de vorming van de leerlingen. Zulke activiteiten moeten ook in dat kader bedacht en uitgezet worden.

Vorming

Veel (reformatorische) scholen bezinnen zich momenteel op de manier waarop zij de leerlingen vormen. Vanuit de overheid wordt gestimuleerd aandacht te hebben voor de brede kwaliteit van onderwijs. Hiervoor worden de drie doeldomeinen van Biesta (2012) vaak als uitgangspunt genomen: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming.

Bij kwalificatie gaat het om de rol die de school speelt in het verwerven van kennis, vaardigheden en houdingen die de leerling ervoor kwalificeren om iets te doen. Bijvoorbeeld de kwalificatie voor vervolgonderwijs, voor het doen van een taak of voor een beroep. Een leerling leert rekenen, zodat hij boodschappen kan doen.

Bij socialisatie gaat het om de wijze waarop de school ervoor zorgt dat de leerling deel wordt van tradities en praktijken. Dit kan de socialisatie zijn in een beroepspraktijk, in een cultuur van democratie, in het christendom, of zelfs de reformatorische gezindte. Je vindt het bijvoorbeeld belangrijk dat de leerling de taal van de Bijbel kent of kennis heeft van belangrijke bronnen in de traditie. Of je wilt graag dat de leerling weet hoe hij als christen zou moeten reageren op bepaalde ethische kwesties.

Behalve om kwalificatie en socialisatie gaat het in het onderwijs ook om persoonsvorming, subjectivering, of subjectwording. Deze dimensie is veel lastiger te vangen dan kwalificatie en socialisatie. Bij persoonsvorming gaat het er volgens Biesta om dat de persoon subject wordt, in plaats van object. Een rekenkundig model kun je aan een klas vol leerlingen uitleggen, waarbij je de leerlingen ziet als object. Bij persoonsvorming leert de leerling wie hij is in relatie tot anderen. Dit betekent dat de leraar de leerling de mogelijkheid moet geven subjectiviteit te ervaren. Biesta stelt dat de leerling dan ervaart dat hij onvervangbaar is. Welke keuzes hij maakt en wat hij doet, is van belang.

Een voorbeeld om dit te verduidelijken: een jongen van 17 staat op zaterdag op de markt. Hij heeft goed contact met een collega. De collega vertelt dat hij wel gelooft in iets, vooral in het goede van de mens. De jongen ervaart: dat wat ik nu ga zeggen is van belang. De geleerde antwoorden lijken opeens te simpel. Of: een meisje heeft een EHBO-cursus gevolgd. Als ze van school naar huis fietst, ziet ze een oude man vallen. Ze weet het: ze moet helpen. Ze stapt van haar fiets, knielt bij de man neer en vraagt wat er is.

Imam

Naar aanleiding van de beleidsstukken van de overheid zeggen veel scholen (en ook reformatorische scholen) bezig te zijn met kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Wat kwalificatie en socialisatie betreft kunnen scholen hier ook gemakkelijk mee uit de voeten. Biesta geeft namelijk ruimte voor een eigen invulling. Het ‘waartoe’ van kwalificatie en socialisatie kun je als school (vooralsnog) zelf bepalen. Alles wat je als school doet om dat te bereiken kun je dus zelf bedenken, passend bij de groep leerlingen die je hebt. Voor reformatorische scholen lijkt het in de praktijk niet zo moeilijk te bedenken waartoe ze de leerlingen willen laten socialiseren.

Wat betreft persoonsvorming ligt dat veel minder eenvoudig. Je kunt al snel denken bezig te zijn met persoonsvorming, terwijl het eigenlijk socialisatie is. Veel regels en activiteiten staan mijns inziens in het kader van socialisatie: de leerling thuis laten raken in de eigen traditie. Het waartoe is vaak helder gedefinieerd en er worden allerlei activiteiten bedacht om de jongeren te laten wortelen in de eigen traditie. Ook het uitnodigen van een imam of het evangeliseren in Amsterdam kan gezien worden als socialisatie. Het heeft namelijk tot doel dat de jongere leert zich staande te houden, antwoorden te geven. Als je daar enkel aandacht voor hebt, dan vorm je leerlingen uiteindelijk voor het bastion.

Een mooi voorbeeld kwam ik tegen op een middelbare school, waarbij de leerlingen in veel gevallen echt gevormd werden: vanaf leerjaar 1 laten ze de leerlingen regelmatig communiceren via brief of mail met een persoon in een bejaardentehuis. Degene met wie ze corresponderen heeft een andere geloofsovertuiging. In het derde of vierde leerjaar wordt een ontmoeting tussen de personen gearrangeerd. Dan ontstaan er echte ontmoetingen.

Deze weg naar persoonsvorming is een spannende. Wanneer je als school hier aandacht voor wilt hebben, zal dit vormend zijn voor de leerling, maar ook voor de leraar. Het vereist van de docent dat hij uit zijn rol stapt, waarbij hij de leerling als object ziet en waar hij de macht heeft. Zodra hij de leerling als subject ziet, opent dat een ruimte en komt de docent in een andere relatie tot zijn leerling te staan.

Van de leerling vraagt het openheid, respect en verantwoordelijkheidsgevoel. Van de school vraagt het openheid en ruimte. En dat is spannend. Maar áls deze persoonsvorming gestalte krijgt, zullen de leerlingen veranderen in íémand. Je moet het durven…

Deze blog verscheen op 24 september als opinie-artikel in het Reformatorisch Dagblad.