Tips voor kleuterrekenen 29 oktober 2014

Orthodidact C.C. (Kees) Geluk geeft tips om aan de slag te gaan met kleuterrekenen. De beschrijving is compact gehouden, omdat de praktijk heeft geleerd dat leerkrachten hiermee genoegzaam uit de voeten konden.

Bij het kopje ‘Een goede rekenstart’ geven we effectieve tips door die komen uit de wereld van het opbrengstgericht werken, i.c. een artikel in Didactief een poosje geleden. Onder het kopje ‘Kleuters met rekenachterstand’ geven we tips door die we haalden uit een artikel van professor Hans van Luit in Balans Belang een tijdje geleden. Deze tips zijn op de werkvloer geperfectioneerd.

Een goede rekenstart 

  1. Zorg voor rékenen, rékenen, rékenen… (anders gezegd: besteed veel tijd aan voorbereidend rekenen)
  2. Tellen: synchroon
  3. Hoeveelheid vast kunnen stellen na te hebben geteld.
  4. Vooruit tellen vanaf een wisselend vertrekpunt.
  5. Terugtellen vanaf een wisselend vertrekpunt.
  6. Snelle cijferkennis
  7. Subiteren (subiteren houdt in òf snel de hoeveelheid van een aantal kunnen bepalen òf ineens zonder tellen kunnen vaststellen hoeveel het aantal is. Dit kan bij de zgn. waarnemingsgetallen [één tot en met zes à zeven].)
  8. Getalbeeldherkenning (dominofiguraties, opgestoken vingers en rekenrekbeelden)

 Kleuters met rekenachterstand

  1. Beheersing rekentaalbegrippen (hoeveelheidswoorden zoals meer, minder, zoveel meer, zoveel minder, groter, kleiner, zoveel groter, zoveel kleiner. Eerst in concrete gespeelde situaties, daarna met klein materiaal, vervolgens getekend op papier en tenslotte alleen mondeling)
  2. Werkgeheugen training
  3. Eventueel: memory, ‘ik ga op reis en ik neem mee’)
  4. Vooral: ontlasten van het werkgeheugen door vermindering van het aantal tussenstappen
  5. versterking van het werkgeheugen door hardop dubbel-verwoorden [een tussenstap twee keer direct achter elkaar zeggen])
  6. ‘Mapping’ (en aanwijzend een concrete hoeveelheid tellen èn dat tevens hardop doen èn vervolgens deze hoeveelheid tekenen èn het cijfer bij deze getekende hoeveelheid noteren.)
  7. Afbouwende directe instructie

Protocol ERWD 

Tenslotte verwijzen we naar pagina 59 en 60 van het protocol ERWD (het zogenaamde dyscalculieprotocol). Op deze pagina’s vind je nog meer goede adviezen. (Het genoemde protocol is op elke Nederlandse basisschool aanwezig, dus ook op jouw school).

Wil je nog meer interessante informatie te weten komen die relevant is voor jou als IB’er? Kijk dan op deze pagina.

C.C. (Kees) Geluk
orthodidact


Meer nieuws