Het ontwikkelingsperspectief in een tijd van passend onderwijs 17 november 2015

Het ontwikkelingsperspectief is voor ib’ers en leerkrachten nooit eenvoudig geweest, maar nu we allemaal te maken hebben met passend onderwijs wordt het nog ingewikkelder. Hoe kunnen we het zo eenvoudig mogelijk houden? Onderwijsadviseur Bert van der Mel legt het uit.

Als je weet hoe je het ontwikkelingsperspectief in kunt zetten, heeft het iets moois. Het helpt namelijk bij de vraag: waar ontwikkelt dit kind zich naartoe? We merken nu echter dat er veel vragen zijn rondom het ontwikkelingsperspectief. Wanneer stel ik een ontwikkelingsperspectief op, en wanneer hoeft het niet? Wat zegt de wet? Wat zegt de Inspectie? Moeten we alleen een ontwikkelingsperspectief opstellen voor de didactische/cognitieve kant, of ook voor gedrag? Kan het ook in ParnasSys? In dit artikel gaan we in op de verschillende soorten ontwikkelingsperspectieven en op welke manier je deze in kunt zetten.

Schoolniveau

Laten we op schoolniveau beginnen. Handelingsgericht werken leert dat je eerst en vooral op groepsniveau denkt en handelt. Houd zo lang mogelijk alle kinderen bij de groep. Pas aan, stem af, geef andere instructie, maar probeer alle leerlingen van de groep de groepsdoelen van een planperiode te laten bereiken.
  1. Dit basisaanbod voor de hele groep is verwoord in het groepsplan.
  2. a) Daarbij kan het nodig zijn om voor een aantal kinderen (een cluster), aanvullend op het basisaanbod, nog bepaalde stof uit het verleden te remediëren. b) Voor een aantal andere leerlingen wordt er, ook aanvullend op het basisaanbod, een verrijking/verdieping aangeboden.
  3. Individuele aanpak: er zijn mogelijk leerlingen voor wie punt 1 en 2a/2b niet meer uitvoerbaar of wenselijk is. Deze leerlingen krijgen dan een eigen leerroute of ontwikkelingsperspectief.

Ontwikkelingsperspectief binnen passend onderwijs

Als extra ondersteuning nodig is, komt het samenwerkingsverband om de hoek kijken. Je hebt dan te maken met afspraken over basisondersteuning en extra ondersteuning tussen het samenwerkingsverband en de scholen. Die afspraken verschillen per samenwerkingsverband. Vaak valt er veel onder basisondersteuning, zoals dyslexie en dyscalculie. Een kind komt meestal alleen in aanmerking voor extra ondersteuning bij ‘zeer moeilijk leren’, ‘langdurige ziekte’, ‘lichamelijke handicap’ of ‘gedrag’. Als je voor een leerling een onderwijsarrangement hebt aangevraagd (bijvoorbeeld via Kindkans) en het toegewezen wordt, dan kan dit toegekende arrangement in ParnasSys aan het dossier van de leerling worden toegevoegd. ParnasSys zorgt er dan automatisch voor dat zo’n onderwijsarrangement uitgewisseld wordt met BRON. Hier kan enige  spraakverwarring ontstaan, want BRON noemt een onderwijsarrangement een ontwikkelingsperspectief. Alleen het aantal arrangementen wordt in BRON geregistreerd; niet de inhouden daarvan.
Als extra middelen vanuit het samenwerkingsverband worden toegekend, moet je voor de leerling(en) een ontwikkelingsperspectief opstellen; ook als het om ondersteuning bij gedrag gaat. Voor de duur van het verleende arrangement schrijf je dan een ontwikkelingsperspectief. Daarin vermeld je onder andere het uitstroomperspectief en het uitstroomniveau. Bij jonge leerlingen is dat natuurlijk lastig te bepalen. Bij hen kan dat dan globaal benoemd worden, bijvoorbeeld: reguliere uitstroom.

Een eigen leerroute/niet verplicht ontwikkelingsperspectief

Als je voor een leerling een eigen leerroute opstelt, zonder arrangement van het samenwerkingsverband, dan zou het zo moeten zijn dat je deze leerling nog voldoende kunt bieden binnen het ondersteuningsprofiel van je school, met een beredeneerd aangepast aanbod. Voor deze leerling mag je dan natuurlijk voor eigen gebruik een ontwikkelingsperspectief opstellen, waarin je bijvoorbeeld het uitstroomniveau en de uitstroombestemming vastlegt samen met de ouders. Zo’n ontwikkelingsperspectief voor eigen gebruik is zelfs aan te bevelen. Op die manier zie je het ontwikkelingsperspectief als een langlopend (globaal) handelingsplan.
Een belangrijke vuistregel bij het wel of niet opstellen van een ontwikkelingsperspectief voor eigen gebruik is het wel of niet mee laten tellen van tussentijdse toetsscores en/of scores van de eindtoets bij het groepsgemiddelde.
Een leerling met een ontwikkelingsperspectief wordt vaak adaptief getoetst. Strikt genomen hoeft in zo’n geval geen ontwikkelingsperspectief opgesteld te worden. Maar het is wel aan te bevelen om dat voor eigen gebruik toch te doen. Hiermee wordt namelijk een dossier (bewijslast) opgebouwd voor een eventueel latere aanvraag voor een arrangement of toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Ook voor de Inspectie kan zo’n ontwikkelingsperspectief dan dienen als verantwoordingsdocument.

Vanuit een ander gezichtspunt bekeken: als de te verwachten uitstroom vmbo met lwoo of PrO is, dan is het aan te bevelen een ontwikkelingsperspectief op te stellen.
Het welbevinden van een leerling, de stimulerende en belemmerende factoren en de onderwijsbehoeften van een leerling zullen ook altijd een rol spelen bij het de vraag ‘wel of geen ontwikkelingsperspectief’.
De Inspectie spreekt in het nieuwe kader alleen over een ontwikkelingsperspectief in de zin van een onderwijsarrangement aanvragen bij het samenwerkingsverband. Vanuit het oude kader wordt alleen gekeken naar de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen in groep 8.

Praktisch aan de slag!

Sinds september 2015 kan iedere school die ParnasSys gebruikt via Beheer > Ontwikkelingsperspectief zelf aangeven welke notities uit de Map er standaard in het ontwikkelingsperspectief moeten worden ingelezen. Denk dan bijvoorbeeld aan stimulerende en belemmerende factoren en onderwijsbehoeften. Op die manier kun je zo veel mogelijk aansluiten bij datgene wat je al vanuit de basisondersteuning hebt vastgelegd voor een leerling.
Vervolgens kan er bij de leerling, via Begeleiding > Ontwikkelingsperspectief, een ontwikkelingsperspectief worden toegevoegd. Hier heeft ParnasSys dan al veel automatisch opgehaald en klaargezet, zoals NAW, schoolloopbaan, IQ, medicijnen, beperkingen en de in Beheer gekozen notitiecategorieën. Zo hoeven er geen zaken overgeschreven te worden.
Een mooie ontwikkeling is ook dat je als ib’er zelf in het ontwikkelingsperspectief een soort samenvatting of integratief beeld van het hele dossier moet schrijven. De beoordelaar van zo’n ontwikkelingsperspectief als onderdeel van een aanvraag voor een arrangement hoeft dan niet een heel dossier door te nemen.
Wat buiten het bestek van dit artikel valt is het opstellen van een beredeneerd aangepast aanbod voor een leerling met een ontwikkelingsperspectief. Dat is misschien nog wel een grotere uitdaging dan het opstellen van een ontwikkelingsperspectief.

Samenvattend

Er zijn drie soorten ontwikkelingsperspectieven:
  • Een ontwikkelingsperspectief in het kader van passend onderwijs bij het aanvragen van een onderwijsarrangement bij het samenwerkingsverband (BRON noemt een onderwijsarrangement een ontwikkelingsperspectief)
  • Een ontwikkelingsperspectief als een eigen leerroute voor een leerling. Dit ontwikkelingsperspectief is voor eigen gebruik binnen de school.
  • Een ‘oud’ ontwikkelingsperspectief in de betekenis van het vorige Inspectiekader.

Leerlijnen

Wat buiten het bestek van dit artikel valt, is het opstellen van een beredeneerd aangepast aanbod voor een leerling met een ontwikkelingsperspectief. Dat is misschien een nog wel grotere uitdaging dan het opstellen van een ontwikkelingsperspectief. De module leerlijnen binnen ParnasSys biedt daarbij mogelijkheden. Op deze website lees je hier meer over. Op het tabblad ‘Achtergrond’ kun je bijvoorbeeld meer informatie vinden over de leerlijnen van Passende Perspectieven, die heel goed voor dit doel gebruikt kunnen worden. Wil je meer informatie over de mogelijkheden van de module leerlijnen voor jullie school, dan kun je contact opnemen met Bertine Haverhals, (0182) 54 03 84.

Meer weten?

Driestar onderwijsadvies organiseert intern, maar ook op locatie, verschillende bijeenkomsten (op drie niveaus) rond het onderwerp ontwikkelingsperspectief.  Klik hier voor meer informatie. Je kunt ook contact opnemen met onderwijsadviseur Bert van der Mel, 06 - 53 14 19 59.

Meer nieuws

    • Cursus of post-hbo-opleiding: wat wordt jouw volgende stap?

      Als onderwijsprofessional ben je je leven lang gericht op leren, ook voor jezelf. Je wilt groeien als professional en dat gaat het beste als jouw persoonlijke groei, vaardigheden en kennis gecombineerd worden.

    • Online informatiebijeenkomst Taal actief 5 voor de christelijke school

      Van de veel gebruikte taalmethode Taal actief komt er een nieuwe versie; namelijk versie 5. Net zoals bij de huidige versie van Taal actief 4 is Taal actief 5 aangepast voor de christelijke en reformatorische scholen.

    • Driestar educatief gaat webwinkel volledig vernieuwen

      We hebben goed nieuws! Driestar educatief gaat haar webwinkel volledig vernieuwen.

    • Mooie scores Keuzegids voor de master Leren en Innoveren

      Studenten geven in de Nationale Studenten Enquête aan tevreden te zijn over de masteropleiding Leren en innoveren bij Driestar hogeschool die samen met de hogescholen CHE en Viaa gegeven wordt. Op vier van de vijf onderdelen scoort de master bovengemiddeld, en op één onderdeel gemiddeld. Dat is te lezen in de Keuzegids masters 2024.

    • Janneke de Jong-Slagman benoemd als lector Geletterdheid bij Driestar educatief

      Binnen het onderzoekscentrum van Driestar educatief start per 1 augustus 2024 het lectoraat Geletterdheid. Dit nieuwe lectoraat heeft als doel een bijdrage te leveren aan een positieve, inhoudsgerichte leescultuur bij zowel leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs als bij studenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Dr. Janneke de Jong-Slagman is benoemd als lector en zal leidinggeven aan dit lectoraat.