In 2018 moeten alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven geharmoniseerd zijn. Wat gaat er precies veranderen?
Het doel van deze harmonisatie is om verschillen tussen peuterspeelzalen en kinderopvang weg te nemen en te zorgen voor een betere afstemming tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs.
Wat verandert er?
-
Er komen exact dezelfde kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven.
-
Alle peuterspeelzalen (dus niet alleen VVE groepen) moeten vanaf 2018 twee gekwalificeerde beroepskrachten op de groep hebben.
-
Er komt structurele (verplichte) scholing voor pedagogisch medewerkers om de kwaliteit te waarborgen.
-
Er komt een betere mix van mbo- en hbo- functies op de werkvloer.
-
Alle kinderen worden structureel gevolgd door middel van een observatiesysteem.
-
Er is één financieringsstructuur voor werkende ouders (voor peuterspeelzaal en kinderopvang).
-
De gemeente dient een betaalbaar aanbod voor eenverdieners (kostwinners) en niet werkende ouders te organiseren. Dit is erg afhankelijk van beleidskeuzes die gemeenten maken.
Consequenties
-
Veel peuterspeelzalen worden omgevormd tot peuteropvang
-
Alle vrijwilligers (nog 1800 in Nederland, vooral in de dorpen) moeten worden geschoold of komen als derde op de groep.
-
Gemeenten moeten plannen maken om de transitie peuterspeelzalen goed te laten verlopen.
-
Gemeenten moeten een betaalbaar aanbod organiseren en financieren voor de eenverdiener/niet- werkende ouder.
Onderverdeling
Door de harmonisatie ontstaan er drie groepen ouders:
-
Werkende ouders die gebruik maken van de kinderopvangtoeslag voor peuterspeelzaalwerk of kinderopvang (via het rijk).
-
Eenverdieners/niet- werkende ouders die gebruik maken van de peuterspeelzaal op grond van inkomensafhankelijke bijdrage (via de gemeenten).
-
Ouders die gebruik maken van de VVE regeling (via gemeenten). Deze kinderen hebben een VVE indicatie en krijgen in veel gevallen een groot deel van de kosten vergoed (per gemeente verschillend).
Meer informatie hierover is te lezen in de
brief van het Minsterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Heb je hier vragen over? Neem contact op met onze expert,
Laura Zwoferink.