Een nieuwe Bijbeltoets voor het primair onderwijs, maar waarom? 20 februari 2020

Er is een Bijbeltoets ontwikkeld voor het primair onderwijs. Wat houdt die toets in, wordt er niet al teveel getoetst in het onderwijs, en wat kunnen scholen met de uitkomst? Lees de antwoorden op deze vragen in het interview met Chiel Noort, schoolleider en ontwikkelaar van de Bijbeltoets.

Een Bijbeltoets, wat houdt dat in?

De Bijbeltoets die ontwikkeld is, bestaat voor het grootste deel uit kennisreproductie. We proberen uit te zoeken wat het niveau van kennis is van de bovenbouw van onze reformatorische scholen. Wat weten de kinderen van de Bijbelse feiten? Kennen ze enkele kernnotities uit de kerkgeschiedenis? Kunnen ze eenvoudige vragen vanuit de belijdenisgeschriften beantwoorden? 

Waarom heb je die toets ontwikkeld? Wat drijft jou daarin?

Onderwijs ontwikkelt zich. Waar vroeger veel aandacht was voor feitenkennis, is dat nu waarschijnlijk minder. Maar weten de kinderen dan ook minder? De methode Namen en Feiten wordt niet overal meer gebruikt. Op een aantal scholen is er Hoor het Woord voor in de plaats gekomen. Soms in combinatie met Namen en Feiten. Heeft dat invloed op de kennis van kinderen? Dat weten we volgens mij niet goed. Waar vroeger (ook) de lange catechismusvragen werden geleerd, merk ik nu dat op sommige scholen Kort Begrip daar voor in de plaats gekomen is. Zo’n verandering vindt plaats zonder dat we de gevolgen daarvan weten.
 
De eerste reden van deze toets is dan ook om te zoeken naar een vergelijking, een maat waar je je op zou kunnen richten als school. De tweede reden is dat kinderen op de basisschoolleeftijd juist heel goed zijn in reproduceren. Daar kun je ze ook in oefenen. De Bijbelse Geschiedenis is daar uitermate voor geschikt. Gebruiken we die vaardigheid ook voldoende? Misschien werpt deze toets daar wat licht op. Tenslotte, en dat is bepaald niet de minst belangrijke: de Bijbel houdt ons voor dat we de woorden van God in ons hart zullen hebben en ze onze kinderen inscherpen (Deut. 6). Dat is, in de eerste plaats, voor ouders geschreven, maar de school mag daarin helpen onderwijzen, zoals het doopformulier zegt. 

Wordt er niet al teveel getoetst in het onderwijs?

Er wordt veel getoetst, ja. Waarschijnlijk kan er hier en daar best wel wat af. Maar deze toets duurt ongeveer een half uurtje voor de kinderen. Dat zal er denk ik niet voor zorgen dat ze er overspannen van zullen raken.

Wat kunnen scholen met de uitkomsten?

Scholen kunnen de uitkomst van de eigen school vergelijken met die van andere reformatorische scholen. Daarbij krijgen ze ook wat kaders aangereikt, zoals de methode die ze gebruiken, de kerkelijke betrokkenheid van de achterban, enzovoorts. Zo kunnen ze conclusies trekken uit uitkomst. Steken ze positief of negatief af qua kennisniveau? Is dat te verklaren uit de manier van werken of vanuit de achtergrond van de kinderen? Het is aan de school om te zien of ze het anders willen doen of dat de huidige werkwijze naar hun mening voldoet. En uiteraard kan een herhaling na een jaar een idee geven van de vorderingen.

Hoe kijken ouders en kerken naar zo’n toets?

Het is aan de school om ouders en kerkenraden te informeren. Naar mijn mening kan de uitkomst van zo’n
toets een mooi gesprek opleveren. Zou er verschil zijn tussen de gezinnen? En hoe komt dat misschien? Hoe bevorder je van huis uit Bijbelse kennis van kinderen? Weten ouders dat wel? Kunnen we ze daarbij helpen? Voor kerkenraden is het goed om te weten wat de basisscholen doen aan kennisoverdracht. Op de catechisatielessen zou daarop aangesloten kunnen worden. En misschien is het nodig dat ook vanuit kerkelijk erf gestimuleerd wordt dat kinderen meer met de Bijbel bezig zijn.
 
Al met al: redenen genoeg voor mij om te hopen dat we dit als reformatorische scholen willen oppakken!

Meer informatie

Wil je graag meer weten over dit onderwerp? Neem dan even contact op met Chiel Noort.

Meer nieuws