Onderzoek toont aan dat ongeveer 90% (!) van de zeer rekenzwakke kinderen rekenangst heeft. In-triest.
De praktijk heeft diverse insteken opgeleverd die hieraan in meer of mindere mate iets kunnen doen. Eén ervan is de Philpot-aanpak. Eerst beschrijven we de herkomst van de naam Philpot en vervolgens geven we de aanpak weer.
Philpot
Philpot was predikant in Engeland. Na zijn sterven hebben zijn dochters enkele dagboekbundels samengesteld met daarin voor elke dag van het jaar fragmenten uit zijn preken. Spurgeon was ook predikant in Engeland. Hij heeft zelf dagboeken samengesteld met meditatieve stukjes voor elke dag.
In Nederland was er een pasgetrouwd echtpaar dat een jaar lang elke dag uit een dagboek van Spurgeon las. Spurgeon beschreef het geloof in Christus heel rijk. Zo rijk dat dit echtpaar er niet bij kon. Geestelijk waren ze nog niet zo ver. Het jaar daarna lazen ze elke dag een dagboek van Philpot. In dat dagboek ging het vaak over het geestelijk getob van mensen die op zoek zijn naar Christus. Dat sloot naadloos aan bij de beleving van dit echtpaar. Dit zorgde voor bemoediging, omdat ze het gevoel hadden: die man snapt ons.
Aanpak
Voer van tijd tot tijd gesprekjes met de rekenzwakke leerling. Niet in bijzijn van andere kinderen, maar met haar/hem alleen. Zo’n gesprekje hoeft niet lang te duren. Vijf minuten is vaak al lang genoeg.
Daal in de gesprekjes af naar het diepe emotionele dal van de leerling. Anders gezegd: verplaats je in haar/zijn beleving en geef op basis daarvan ik-signalen af. Ik-signalen hebben het karakter van ‘als ik jou was, dan zou ik me zo en zo voelen’. Enkele voorbeelden.
‘Jij vindt rekenen heel erg moeilijk. Elke dag moet je die lastige sommen maken. Als ik jou was, zou ik me steeds heel akelig voelen.’
‘Ik keek gisteren en vandaag een paar keer onder rekenen speciaal naar jou. Het leek of je moest zuchten. Als ik jou was, zou ik elke dag zuchtend naar school toe gaan.’
‘We hebben vakantie gehad en de meeste kinderen vinden het fijn om weer naar school te gaan. Als ik jou was, zou ik het eigenlijk niet fijn vinden weer naar school te gaan. Ik een naar gevoel hebben door het rekenen.’
Zo zijn er veel ik-signalen te bedenken. Als je met een emotionele dal-bril dagelijks naar de rekenzwakke leerling kijkt, heb je ze soms voor het oprapen.
Verwacht niet dat de meeste rekenzwakke kinderen uitgebreid zullen reageren op jouw ik-signalen. Dat hoeft ook niet. De blik waarmee het kind je aankijkt, zegt soms al genoeg en is soms al genoeg. Doordat je dit van tijd tot tijd doet, voelt het kind zich een beetje begrepen en vooral gewaardeerd. Dat lost weliswaar niets op, maar opluchten doet het wel.
Hannie, een moeder van ruim veertig nu, kon als meisje slecht rekenen. Elke dag ging ze met buikpijn naar school. Enkele jaren zat ze bij een meester in de klas die haar van tijd tot tijd op die manier benaderde. Die jaren waren een verademing voor me, vertelde ze. Het rekenen bleef moeilijk, maar ach, dat was toen niet zo heel erg meer.
C.C. (Kees) Geluk
orthodidact