Br-uisen in het dyscalculieprotocol 26 april 2016

Br-uis staat voor: BeRekeningen UItSchrijven. Br-uisen pas je toe bij rekenzwakke leerlingen die het dyscalculieprotocol volgen. We publiceerden deze bijdrage reeds eerder, maar deze keer hebben we nieuwe ervaringen toegevoegd. Deze vind je onder het kopje ‘Ja maar’.

Primitieve strategie

Een van de grote manco’s bij vrijwel alle rekenzwakke leerlingen is dat ze opgaven vaak met een te primitieve strategie uitrekenen. Je instrueert ze weliswaar hoe ze de gewenste strategie moeten uitvoeren en bij die instructie doen ze het vaak wel op die manier, maar zodra de leerling zelfstandig de sommen van de opgave gaat maken, blijkt hij vaak terug te vallen op (veel) te primitieve uitrekenmanieren. Er staan in het gunstigste geval behoorlijk wat goede antwoorden in het schrift, maar het bereikte lesdoel (de sommen correct berekenen op de geïnstrueerde manier) is niet bereikt. Daardoor is de oefening eigenlijk zinloos geweest.

Br-uisen

Wat kun je daar aan doen? Het beste is de leerling elke som hardop of fluisterend laten berekenen. Dat vraagt om de nabijheid van de leerkracht en dat is praktisch niet haalbaar in de klas. Het volgende dat gedaan kan worden, is br-uisen. Dit is weliswaar wat minder effectief dan het onder controle hardop of fluisterend uitrekenen, maar toch dermate nuttig dat effecten zijn aangetoond.
 
Br-uisen is de berekening uitschrijven, meer niet. Toch zijn er op basis van ervaringen een aantal opmerkingen te maken, want brui-sen en br-uisen is twee: je kunt het op de goede manier doen en op diverse verkeerde manieren.

Verschillende manieren 

  • Bij gebruik van een leeg rekenschrift schrijft de leerling op de linker pagina de som en op gelijke hoogte op de rechter pagina de berekening.Zorg er voor dat de som en de berekening steeds op gelijke hoogte staan. Doordat je bij de berekening vaak meer regels nodig hebt, moet bij de volgende som een aantal regels worden overgeslagen op de linker pagina.
  • Bij gebruik van een werkschrift, schrijft de leerling op een los leeg hokjesblad de berekening. De som krijgt dan een code: een nummer of letter. Dit nummer of deze letter noteert de leerling in het werkschrift èn op het hokjesblad. Op het hokjesblad noteert hij elke volgende berekening ònder de voorgaande berekening. 
Een voorwaarde is dat er netjes wordt geschreven. Als je klodderwerk tijdens leuke lessen over laat maken, is dit euvel meestal snel verholpen.

Wat noteer je als leerling bij een berekening? Alleen tussenantwoorden? Alle getallen waaraan je denkt? Dat kan heel verschillend zijn en daar is geen pasklaar antwoord op te geven. Twee dingen zijn van belang.
  • Ten eerste: de leerling noteert zoveel, dat als hij even vergeten is waar hij gebleven is, hij direct kan teruglezen waar hij was.
  • Ten tweede: de berekening is achteraf na te lezen door de leerkracht. Blijkt namelijk dat een antwoord fout is, dan kan hij nagaan wáár dat precies is fout gegaan.

Extra (reken) tijd?

Omdat br-uisen extra tijd vergt, moet een leerling dan minder sommen maken? Ja, dat valt te overwegen. Door te br-uisen kruipt hij intensiever door sommen heen en hoeven in een aantal gevallen minder sommen van een opgave worden gemaakt.
Dat is evenwel lang niet altijd aan te bevelen. Vaak heeft een leerling nodig alle sommen van een opgave te maken, omdat hij een langzame leerder is die een berg sommen nodig heeft om alles meester te worden. Zo’n leerling heeft gewoon extra rekentijd nodig.
Het dyscalculieprotocol èn de PO-raad schrijven voor leerlingen t/m groep zes 60 minuten extra voor en voor leerlingen in groep zeven en acht 90 minuten extra. Echter: deze extra rekentijd moet de leerling verwoordend bezig zijn en niet br-uisend.
 
Br-uisen kun je met en zonder een model doen. Het bovenstaande beschreef br-uisen zonder model. Vaak is het gebruik van een model zoals bijvoorbeeld de getallenlijn aan te bevelen. Dat maakt br-uisen een stuk ingewikkelder. In het kader van het dyscalculieprotocol heeft Driestar educatief een module ontwikkeld waarin dit aspect onder meer ook aan de orde wordt gesteld.

Ja maar

 En dan de vraag ‘ja maar hoe krijg ik mijn leerling hiervoor gemotiveerd’. De praktijk wijst namelijk uit dat geen enkele leerling dit leuk vindt. Diezelfde praktijk wijst ook het volgende uit.
 
  • Ten eerste dat je bij de instructie aan de klas dit ook door alle uitleg-volgende leerlingen laat doen. ‘Bij de instructie’, dus niet bij de verwerking. Dit haalt al wat tegenwind uit de zeilen.
  • Ten tweede is het van belang dat je afgezonderd met de leerling eerst enkele gesprekjes met haar/hem voert. Daarin geef je het hoe en waarom aan.
  • In een aantal gevallen (niet altijd dus) blijkt ook het volgende te helpen. Je kunt, ten derde, de leerling tijdens enkele rt-sessies een aantal sommen ‘zonder’ en een aantal sommen ‘met’ laten maken. Daarna bekijk en vergelijk je de resultaten. Zo ervaart hij/zij zelf het nut ervan.
  • Als vierde een voor sommige leerlingen erg motiverende: je geeft de opgave(n) waarbij gebr-uist wordt een cijfer. Dat cijfer baseer je op de wijze van berekenen en niet zozeer op de antwoorden. Dat kan in een uiterst geval betekenen dat als de leerling geen enkel goed antwoord heeft, maar wel steeds de goede strategie gebruikte, hij/zij toch nog een voldoende voor de opgave kan krijgen (een zes of zo). De gemaakte fouten zijn dan namelijk geen denkfouten maar (vaak) slordigheids- / schoonheidsfouten. En die tellen minder zwaar.
  • Als vijfde de meestal meest motiverende: de leerling hoeft, als hij moet bruisen, niet de gehele opgave te maken: de helft of zo. Het br-uisen is namelijk zo’n intensieve activiteit, dat je daardoor met minder gemaakt werk kunt volstaan.

Meer informatie?

Meer relevante informatie voor jou als ib'er vind je op onze website.

Meer nieuws

    • Cursus of post-hbo-opleiding: wat wordt jouw volgende stap?

      Als onderwijsprofessional ben je je leven lang gericht op leren, ook voor jezelf. Je wilt groeien als professional en dat gaat het beste als jouw persoonlijke groei, vaardigheden en kennis gecombineerd worden.

    • Online informatiebijeenkomst Taal actief 5 voor de christelijke school

      Van de veel gebruikte taalmethode Taal actief komt er een nieuwe versie; namelijk versie 5. Net zoals bij de huidige versie van Taal actief 4 is Taal actief 5 aangepast voor de christelijke en reformatorische scholen.

    • Driestar educatief gaat webwinkel volledig vernieuwen

      We hebben goed nieuws! Driestar educatief gaat haar webwinkel volledig vernieuwen.

    • Mooie scores Keuzegids voor de master Leren en Innoveren

      Studenten geven in de Nationale Studenten Enquête aan tevreden te zijn over de masteropleiding Leren en innoveren bij Driestar hogeschool die samen met de hogescholen CHE en Viaa gegeven wordt. Op vier van de vijf onderdelen scoort de master bovengemiddeld, en op één onderdeel gemiddeld. Dat is te lezen in de Keuzegids masters 2024.

    • Janneke de Jong-Slagman benoemd als lector Geletterdheid bij Driestar educatief

      Binnen het onderzoekscentrum van Driestar educatief start per 1 augustus 2024 het lectoraat Geletterdheid. Dit nieuwe lectoraat heeft als doel een bijdrage te leveren aan een positieve, inhoudsgerichte leescultuur bij zowel leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs als bij studenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Dr. Janneke de Jong-Slagman is benoemd als lector en zal leidinggeven aan dit lectoraat.