Borgboek bij dyscalculie 19 oktober 2015

Dyscalculische leerlingen dreigen somtypen die ze op een gegeven moment beheersen weer te vergeten. Er bestaan verschillende manieren om hier wat aan te doen. Eén van die manieren is het borgboek. Of beter gezegd: de borgboeken.

Het protocol

Bij leerlingen die het dyscalculieprotocol doorlopen, richt je je primair op de resultaten van de methodetoetsen (en secundair op de cito-lvs-rekentoetsen). En bij de methodetoets richt je je primair op de minimumstof en secundair op de resterende stof.
Let op: secundair wil niet zeggen dat die stof onbelangrijk is. Primaire stof moet coûte que coûte goed en secundaire stof zoveel als mogelijk. En de cito-lvs-toets kan in een aantal gevallen van primair belang zijn. Het voert in het bestek van dit artikel te ver om hierop nader in te gaan.
 
Beheerst een leerling blijkens de methodetoets een aantal somtypen, dan kun je op één ding wachten: het moment dat ze weer zijn vergeten. En dat moment dient zich meestal snel aan. Om dit te voorkomen, zet je de borgboeken in.

Wat is een borgboek? 

Een borgboek is een bundel kopieën van het rekenboek. Op elke gekopieerde pagina zet je een kruisje (of iets dergelijks) bij de opgave die toewerkt naar een bepaalde toetsopgave van het desbetreffende blok. (Het betreft sowieso opgaven die toewerken naar de minimumstof van de bloktoets en eventueel opgaven die toewerken naar de resterende stof van de bloktoets.)
 
Zodra de leerling een blok (zeg: het eerste) heeft afgerond en aan het volgende blok (zeg: het tweede) begint, gaat de leerling gewoon de aangekruiste sommen van het eerste blok in het borgboek nog eens maken (een eerste herhaling dus). Vertel haar/hem van te voren uiteZodra de leerling het daaropvolgende blok (zeg: het derde) gaat doen, maakt hij/zij in het tweede borgboek de aangekruiste sommen van het eerste blok nòg eens (een tweede herhaling dus). En ook de aangekruiste sommen van het tweede blok in het eerste borgboek (eerste herhaling). En zo voort. In schema:
 
Eerste blok Tweede blok Derde blok
gewoon maken gewoon maken gewoon maken
eerste borgboek eerste borgboek eerste borgboek
tweede borgboek tweede borgboek  

Tijd

Nu zit je met de vraag: heeft een leerling daar tijd voor? Als je op de volgende manier insteekt wel. We maken onderscheid in lessommen die in directe zin rechtstreeks toewerken naar een toetsopgave in de bloktoets en lessommen die in indirecte zin toewerken naar een toetsopgave. Bij directe lessommen is de manier van aanbieden precies hetzelfde als bij de toetssom. Bij indirecte lessommen moet je denken aan opgaven die wel min of meer hetzelfde bedoelen, maar toch wat anders zijn. (Bijvoorbeeld: de lessommen zijn in de vorm van contexten en de toetssom in de vorm van een tabel.) Welnu, deze indirecte sommen kun je eventueel overslaan. (Een dyscalculische leerling maakt de denksprong niet dat het min of meer om dezelfde soort opgave gaat. Je zult al moeite genoeg hebben om ze de opgave die in directe zin naar de toetsopgave toewerkt, aan te leren.) Op deze manier komt er tijd vrij, leert de ervaring.

Niet altijd toe te passen

Maar kijk uit. Pas de borgboeken niet zo maar toe bij deze of gene leerling! Gebruik die alleen bij leerlingen die in de derde (oranje) en vierde (rode) fase van het dyscalculietraject zitten.

Meer informatie

Vragen over deze materie kun je tijdens consultaties stellen aan de leden van de werkgroep dyscalculie van Driestar educatief.

Wil je nog meer interessante informatie te weten komen die relevant is voor jou als IB’er? Kijk dan op onze website.

Meer nieuws