Werk of school. Wat zou jij kiezen? 16 januari 2020 Door J.A. (Arjan) Meerkerk

‘Dat kan ik samenvatten met de letters W en E’, antwoordde een leraar wis- en natuurkunde in de bovenbouw op de vraag wat zijn leerlingen motiveert voor zijn vak. ‘Voor de kerstvakantie staat voor de meeste leerlingen de W van Werk centraal; ze zijn dan haast niet te motiveren voor het vak. Ze zijn echter zeer gemotiveerd voor werk, en daarvan is meer dan genoeg voor vmbo’ers! Het is dat hun ouders het hun verboden hebben, anders waren de meesten al lang van school af...’

‘Na de kerstvakantie komt de E van Examen in zicht,’ vertelt de leraar verder. ‘Vaak kan ik de leerlingen daarmee iets beter motiveren.’ Een exemplarisch voorbeeld van de weerbarstige motivatiepraktijk van leraren in het voortgezet onderwijs. Ik heb veel respect voor deze vmbo-docent die erin slaagt om zelf gemotiveerd te blijven lesgeven in deze uitdagende context!

Wat motiveert leerlingen?

Een goede leraar denkt bij het voorbereiden van iedere les na over hoe hij zijn leerlingen kan motiveren, stimuleren en uitdagen. Soms kun je daarin zeker nog wel stappen zetten. Denk aan het uitwisselen van ervaringen, nieuwe materialen en je verdiepen in de theorie rond formatieve toetsing, motivatie, puberbrein en activerende didactiek. Maar denk je bij de start van een periode ook wel eens bij je planning na over wat leerlingen motiveert en stimuleert?
 
Ontwikkelingen doordenken
De vmbo-leraar die ik hierboven citeer, is zich goed bewust van de maatschappelijke context waarin zijn leerlingen leven en welke invloed dat heeft op hun motivatie. Dat gebeurt in mijn ogen veel te weinig. En dat terwijl er zoveel in beweging is. De maatschappelijke trends en ontwikkelingen en eisen voor het onderwijs overspoelen de scholen. Slagen we er nog in om ons onderwijs te verzorgen volgens de bedoeling die we daarmee voor ogen hebben terwijl we tegelijkertijd onze ogen niet sluiten voor wat onze leerlingen drijft? Als lerarenteams deze ontwikkelingen niet goed doordenken en van antwoorden voorzien, zal het hen ook niet goed lukken om op de lange termijn hun leerlingen te blijven motiveren.

Maatwerk in het rooster

Onlangs begeleidde ik een studiebijeenkomst waar leraren nadachten over de invloed van de maatschappelijke trends op de inrichting van hun onderwijs. De school zit in een transitiefase naar meer eigenaarschap en maatwerk in het lesrooster voor de leerlingen. Op de school zijn reeds keuzemomenten in het lesrooster in het kader van persoonsvorming. Samen dachten we na over het waarom van deze ontwikkeling. Ik daagde hen uit om de vertaalslag van relevante literatuur naar hun eigen praktijk te maken. Het was een mooie studiedag: er werden kritische vragen gesteld, dilemma’s gedeeld, kaders/begrenzing aangebracht en inspirerende voorbeelden en ervaringen uitgewisseld. Zoals een leraar die de leerlingen keuzemogelijkheden aanbiedt bij de verwerking van de leerstof. Ze merkt dat leerlingen daardoor meer plezier krijgen in haar vak en motivatie vertonen om zich te ontwikkelen.

Ontplooiing voor het leven

Het motiveert mij om als onderwijsadviseur zó bij te dragen aan schoolontwikkeling en de toekomst van leerlingen. Want ik ben er diep van overtuigd dat de leerlingen erbij gebaat zijn als hun leraren zich buigen over de uitdagingen waar zij mee te maken hebben. Niet om de problemen over te nemen of er eenvoudige oplossingen voor aan te dragen. Maar wel om naast hen te staan en zich gemotiveerd in hun positie verplaatsen. Ik ben er van overtuigd dat je als leraar op die manier het beste in staat bent om én identificatiefiguur te zijn én de leerling te motiveren voor je vak en tot ontplooiing te brengen voor het leven. En dan komt dat met dat werken straks ook wel goed.

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze blog? Neem dan even contact met mij op.