The big-five van mediawijsheidskillers 8 november 2019 Door J.J. (Sjaak) Jacobse

De schrik zit er weer goed in: een week met grote zaak rondom sextortion in Leiden waarbij een bende tientallen jongeren afgeperst heeft met een vals verkregen naaktfotos én een ‘dramatische kaping’ op Schiphol die explodeerde door fakenews op sociale media (‘drie kapers met messen’, ‘chaos in het vliegtuig’, ‘er is een F-16 opgestegen’).

Na zo’n week realiseer ik mij hoe kwetsbaar we zijn en hoe lastig het is om écht wijs en weerbaar in deze samenleving te staan.  Mediawijsheid moét; maar het is roeien tegen de stroom in én het vraagt om een lange adem. Ik ben daarom blij dat er een week van de mediawijsheid is en veel scholen hieraan meedoen.

Het is tijd om nu door te pakken. Ik daag daarom de scholen uit om de big-five van mediawijsheidskillers aan te pakken. Wat zijn dat? Het zijn vijf drogredenen om niet aan mediawijsheid te hoeven werken.
Ik kom ze in allerlei varianten tegen op mediawijsheid-safari in het onderwijs:

1. “Het is dweilen met de kraan open”

De pessimist heeft het allemaal eerder gezien: hebben al die jaren vanaf waarschuwen voor televisie en internet iets veranderd in ons gedrag? Misschien is het tegengestelde wel waar.
En trouwens: hoe dacht je bij te blijven? Je denkt een hippe les te hebben over nepnieuws, maar de klas is al op de hoogte van deepfake: een techniek om videobeelden te manipuleren. Kortom: je loopt hopeloos achter en het zet geen zoden aan de dijk. Je doet dit alleen voor jezelf.

2. “We moeten niet vormen maar verbieden”

De zorgdrager of beslisser is alert en strijdvaardig. Als geen ander onderkent deze de gevaren. We moeten iets doen en het tij keren. Werken aan mediawijsheid is een schadelijke vorm van gedogen. We halen techniek in huis die we niet de baas kunnen en gaan daarna het gesprek aan over de wijze waarop we de gevolgen kunnen beperken. Dat is omgekeerde wereld. Laten we de durf hebben om een wal op te werpen om ‘onze kinderen’ te beschermen. Eruit met die troep!

3. “Persoonsvorming en mediavorming laat zich niet sturen”

De theoreticus overpeinst wat er aan de hand is en ziet hoe alles met alles samenhangt en dat het ook niet verwonderlijk is dat het ingewikkeld geworden is. Ja, vorming is ontzettend belangrijk. Alles moet staan in het teken van vorming. Dat moet in je genen, in je attitude zitten! Maar maak niet de fout om te denken dat je kunt werken aan persoonsvorming en mediawijsheid. Nee, die laten zich niet sturen. Dan denk je veel teveel vanuit maakbaarheid.

4. “Dit hoort niet op het bordje van de school”

De principiële collega begint met een ‘eigenlijk’. Allemaal leuk en mooi hoor. Maar waarom zadelt de maatschappij ons via curricullum.nu op met allerlei dingen die niet thuis horen in de school? Moeten wij hier de problemen van ouder en van de samenleving op gaan lossen? En als school, kerk en gezin helemaal niet op een lijn zitten op dit punt: moeten wij dan gaan werken aan mediawijsheid? Laat mij gewoon mijn vak uitoefenen. Dat is al ingewikkeld genoeg.

5. “Geloven we nu ineens wel in ‘goede mensen’?”

De dogmaticus ziet met lede ogen aan hoe het humanistisch mensbeeld hand overhand de school binnen kruipt. Mediavorming kan dan weliswaar nodig zijn, maar dit verbinden met christelijke waarden en waardenvorming getuigt van een veel te optimistisch mensbeeld. We zijn niet tot enig goed in staat; en dat blijkt overtuigend in de praktijk. Moeten we dan leerlingen waarden gaan bijbrengen die ze per definitie niet kunnen verinnerlijken? Kweek je daarmee geen ‘goede mensen’ met een dun laagje vernis?

Begrijp me goed: deze big-five zijn geen onzin argumenten, maar bevatten een kern van waarheid die onderdeel is van de uitdaging. Mediavorming aanvliegen vanuit persoonsvorming is niet eenvoudig. Het is makkelijker om alleen te verbieden en te waarschuwen. Maar met die eenzijdige aanpak laat je ten diepste de nieuwe generatie in de kou staan.  Vorming voor de toekomst is absoluut noodzakelijk, en het eindresultaat is maar in zeer beperkte mate meetbaar.  Wie als schoolleider de nek uitsteekt om een speerpunt te maken van mediawijsheid gaat weerstand oproepen bij collega’s, ouders en leerlingen. Dat is niet verwonderlijk: het gaat over dingen die ons echt raken: omgaan met angsten, verlangens en onzekerheid.

Gebruik daarom het thema van de mediawijsheid ‘aan of uit’ om mediawijsheid in je school ‘aan’ te zetten door als collega’s het gesprek hierover aan te gaan en toe te werken naar écht draagvlak om een mediawijze school te worden.

Samen werken aan mediawijsheid? Neem contact met mij op!