Met enthousiasme voor een groep meisjes én jongens 19 december 2018 Door J. (Jan) Verburg

Wat zijn ze druk! Gelijk als ze binnenkomen voel je dat er in de groep iets gaande is. Vooral bij de jongens is de een nog ‘grappiger’ dan de ander. De meisjes kunnen er trouwens ook wat van. Iedere keer weer worden de hoofden fluisterend bij elkaar gestoken. Hoe krijg je hun aandacht voor de catechisatieles die jij hebt voorbereid?

“Weet je wat de oorspronkelijke betekenis van ‘enthousiasme’ is? Entheos komt uit het Grieks en betekent letterlijk vertaald: God in zich hebbend. In de loop van de tijd is de betekenis nog al eens veranderd en vervlakt, maar het blijft een mooi woord. Op die manier mag je je best doen om jongens en meiden te bereiken.” Onderwijsadviseur Jan Verburg geeft praktische tips voor groepsdynamiek in het jeugdwerk en op catechisatie.

1. Laat zien dat jij de gastheer bent

Ontvang de jongeren bij de deur en geef ze eventueel iedere avond een hand. Je kunt vanaf het begin de leiding pakken door staand te beginnen en na verloop van tijd op een tafel te gaan zitten. Het is wel belangrijk dat je een manier zoekt om de touwtjes na verloop van tijd ook iets te laten vieren, anders kan er met je groep een strijd om de macht ontstaan. Laat de jongeren steeds weten dat je uit bent op echt contact.

2. Gebruik geen meisjes als voorbeeld

Moet je iemand corrigeren? Houd het genderneutraal. Jongens willen één ding niet: als een meisje zijn. Als je zegt “Ik zie Machteld heel goed luisteren”, denken jongens: zo moet ik dus niet doen. Daarnaast kun je een opbouw aanbrengen in je manier van waarschuwen. Dat hoeft niet alleen met woorden, maar kan ook non-verbaal. Je kunt bijvoorbeeld even pauzeren in je verhaal of op een jongere af te stappen en hem of haar aankijken terwijl je doorpraat. Als je iemands naam meteen al noemt, heb je daarna niks meer in huis.

3. Wees je bewust van fases in groepsvorming

Sommige fases in het groepsproces komen in het klein steeds weer terug, zeker als je in een ander zaaltje zit dan gebruikelijk of als er een nieuw iemand in de groep bijkomt. Zoiets kan de balans verstoren. Tot een jaar of vijftien zijn met name jongens heel gevoelig voor contextverandering. Meisjes hebben daar ook last van, maar passen zich over het algemeen makkelijker aan. Twijfel niet teveel aan jezelf als die ‘groep waarmee je kunt lezen en schrijven’ die je overgedragen krijgt bij jou ineens zit te klieren. De jongeren moeten wennen aan de nieuwe context en met jou weer een eigen klik krijgen.

 4. Houd rekening met de pikorde

We zeggen wel eens: jongens of mannen een komen nieuwe groep binnen met verticale bril en meisjes en vrouwen kijken horizontaal. Jongens willen weten wie de meeste status heeft, het grappigst is en de mooiste auto heeft. Meisjes kijken naar waar het gezellig is en letten op vriendelijkheid. Jongens komen pas tot rust als ze weten hoe de pikorde is. Ze willen bijvoorbeeld plenair laten zien hoe grappig ze zijn. Het beste kun je daar rustig een beetje in meebewegen en om lachen. Als je er te snel bovenop zit, ga je strijd aan met een natuurlijk proces. Reageer bijvoorbeeld zo: “Leuke grap! Over drie kwartier wil ik er nog een paar van je horen.” Met opmerkingen zoals ‘dit was de laatste keer’ breek je contact af en dat daar moet je in het begin van de groepsproces mee oppassen. 

Tot slot:

Zoek contact met andere jeugdwerkers, catecheten of mensen uit het onderwijs. Iedereen heeft een blinde vlek en je hebt mensen om je heen nodig om je daarop te wijzen. Wat zijn patronen in jouw communicatie met je groep? Heb je naast aandacht voor de inhoud van je catechisatieles bijvoorbeeld ook voldoende oog voor het contact met de jongeren? Het kan goed zijn om eens iemand mee te laten kijken.