Jongeren online: de rol van christelijke opvoeders 4 juli 2018 Door Wim van den Bosch

"Ik maak zelf wel uit wat ik doe op mijn mobiel. Daar hebben mijn ouders niets mee te maken. Die hebben er trouwens toch geen verstand van. De laatste keer dat we het over media hadden, reageerden ze zo negatief dat ik het wel laat om er over te beginnen. Online gevaren? Die zijn er vast wel, maar die verhalen zijn wel heel erg overdreven."

Zomaar een uitspraak van een doorsnee jongere. Kort geleden presenteerde Kliksafe een onderzoek over mediagebruik onder christelijke jongeren. Dit onderzoek bevestigt nog eens de stroeve communicatie tussen een deel van de tieners en hun ouders. Het mediagebruik van christen jongeren verschilt niet echt met dat van hun seculiere leeftijdgenoten. De wijze waarop christen jongeren gevaren inschatten en over media praten met hun ouders verschillen echter wel. Jongeren hebben de eigenschap te optimistisch te zijn over online risico's.
 
Opvallend is dat jongeren vanuit een christelijke achtergrond nog minder oog blijken te hebben voor online risico's. Komt dit omdat er door ouders veel nadruk wordt gelegd op tijds- en inhoudsnormen, waardoor er minder aandacht is voor onderwerpen als phishing, grooming en ransomware?
 
Meer dan de helft van de jongeren geeft aan dat hun ouders de belangrijkste gesprekspartners zijn als het gaat over online risico's. De overgrote meerderheid van de seculiere jongeren doet dit ook in de praktijk. Echter: van jongeren met een christelijke achtergrond spreekt nog niet de helft van de jongeren met hun ouders over negatieve online ervaringen. Zij geven drie keer vaker dan hun seculiere leeftijdgenoten aan dat ze hun problemen zelf op willen lossen.
 
Ik vind deze uitkomsten schokkend. Ondanks de zogenaamde digitale vaardigheid van jongeren, blijken ze onvoldoende toegerust om veilig gebruik te kunnen maken van nieuwe media. Waar dit onderzoek minder inzicht in geeft, maar waar ik me ook zorgen over maak, is het verschil wat jongeren laten zien tussen waarden die ze hanteren in het echte leven en hun gedrag online. Hier ligt een taak voor christelijke opvoeders. Thuis, op school en in de kerk.
 
Blijkbaar ervaren christelijke opvoeders verlegenheid bij het vormgeven aan een positief mediagesprek. Dit zorgt ervoor dat jongeren minder toegerust gebruik maken van moderne media. Deze jongeren zijn ook leerlingen op scholen. Zowel op het primair onderwijs, als het voortgezet onderwijs. Regelmatig blijkt het mediagedrag van leerlingen niet in rapport te zijn met de christelijke waarden van de school. Iedere leraar kan hiervan voorbeelden noemen uit zijn/haar dagelijkse praktijk. Dit stelt de school voor veel vragen:
 
Welke rol kan de school vervullen, als mede-opvoeder naast het gezin? Hoe kunnen we onze leerlingen helpen in hun ontwikkeling op het gebied van mediawijsheid? Moeten we als school ook gebruik maken van sociale media, of stimuleer je hiermee ongewenst gedrag? Hoe bereik je de ouders in deze thematiek? Hoe kun je je ICT-beleid zo vormgeven dat deze ook ten dienste staat van de mediavorming in de school? De vragen waar scholen mee worstelen, stapelen zich op.
 
Veel van deze vragen kwamen aan bod tijdens de opleiding Mediawijsheidcoach. Leraren uit  primair onderwijs en voortgezet onderwijs ontmoeten elkaar en denken na over mogelijke antwoorden. Ook vind er uitwisseling plaats van persoonlijke ervaringen en vraagstukken. Aan de hand van diverse actuele thema’s wordt gewerkt aan een persoonlijke bewustwording en visie. Door middel van opdrachten in de dagelijkse praktijk wordt het geleerde toegepast.
Koen Visser van de School met de Bijbel uit Streefkerk verwoord het als volgt: ‘De opleiding tot mediawijsheidcoach zorgt bij mij voor bewustwording als het gaat om de plaats van nieuwe media binnen het onderwijs.’
 
Ik hoop dat nog meer leraren zich willen inzetten om hun leerlingen te begeleiden in deze complexe thematiek. Ook christelijke jongeren hebben een gedegen toerusting nodig.

Meer weten over de opleiding Mediawijsheidcoach? Ga dan naar de opleidingspagina of neem contact op met de onderwijsadviseur.