Terugplaatsing van speciaal naar regulier onderwijs. Wenselijk? 13 maart 2014

Het is een misvatting te denken dat leerlingen bij de invoering van passend onderwijs niet meer naar het speciaal (basis)onderwijs zouden mogen. Feit is wel dat kritischer gekeken zal worden naar de lengte van de plaatsing in het s(b)o. Het streven is namelijk om plaatsingen in het s(b)o een meer tijdelijk karakter te laten hebben. Is dit wel wenselijk en haalbaar?

Door drs. Arie Visser, onderwijsadviseur i.s.m. Maxim van der Vliet, kenniskringlid Passend Leraarschap


De KPC Groep deed onderzoek naar factoren die bijdragen aan een succesvolle terugplaatsing van leerlingen van speciaal onderwijs naar regulier onderwijs. Het ging in dit geval om terugplaatsing van cluster 4-leerlingen naar het regulier basisonderwijs. Uit het onderzoek blijkt dat zowel het regulier als speciaal onderwijs positief reageert op terugplaatsing. Het speciaal onderwijs vindt 81% van de terugplaatsingen geslaagd. Voor het regulier onderwijs is dat 77%. Zo’n 10% van de terugplaatsingen wordt als niet succesvol aangemerkt.
Bij terugplaatsing is het belangrijk om niet alleen naar de mogelijkheden van de school te kijken (visie, attitude, ondersteuningsstructuur), maar ook naar factoren in het team (handelingsbekwaamheid van de leraar, kennis, attitude) en naar factoren in de groep of klas (samenstelling, sfeer, attitude). Voor de overstapper blijkt vooral de houding van de leerkracht in het reguliere onderwijs bepalend te zijn. “Deze weg begint met de vraag: accepteren wij dat alle leerlingen anders zijn? Moeten alle leerlingen altijd allemaal hetzelfde doen en kunnen? Of mogen we ook individueel kijken naar de leerling? Dat kan in hele kleine dingen zitten. Bijvoorbeeld: moeten alle leerlingen een presentatie voor de hele klas houden of mag je ook presenteren in een klein groepje? Of mag je ook een schriftelijk werkstuk inleveren in plaats van een presentatie? Moet je met iedereen kunnen samenwerken, of mag je dat ook beperken tot een paar medeleerlingen? Of hoef je niet samen te werken en mag je ook alleen werken? Acceptatie dat iedereen verschillend is, gaat ook over de normen die wij hebben over sociale contacten in de klas. Kan je ook gerespecteerd worden in de klas, als je maar één echte vriend hebt op school, of misschien wel helemaal geen? Het is belangrijk om het hier als team over te hebben” (p. 12 van het rapport ‘Van speciaal naar regulier onderwijs’).
Twee andere belangrijke conclusies uit het rapport willen we nog delen. Er wordt wel teruggeplaatst, maar er is weinig overdracht (wat werkt nu bij deze leerling e.d.). Ook geven de leerkrachten in het basisonderwijs in het algemeen aan nog te weinig kennis van gedragsproblemen te hebben.
Meer inclusief denken betekent dat ook kinderen met specifieke behoeften erbij horen, maar het moet wel mogelijk zijn. Soms zijn speciale settingen (voor een bepaalde periode) nodig. De kernvraag moet steeds zijn: Wat heeft dit kind nodig om tot een optimale ontwikkeling te komen? Wat vraagt dat van hem als leerling; wat vraagt dat van de leraar, het team, de school en uiteraard de ouders? En welke school past daar het beste bij? Zo bezien kan het voorkomen dat een kind een prima plaats heeft in het speciaal onderwijs, maar dat terugplaatsing ook de moeite waard kan zijn. Het KPC-rapport moedigt hiertoe aan. Laat je inspireren door de bijbehorende website: www.speciaalgewoon.nl.