Punnikwerkje of Powerpoint 27 mei 2015 Door S.M. (Steef) de Bruijn, lector Nieuwe media

Het moet omstreeks 1970 geweest zijn. De voorzitter van een schoolbestuur kondigde zijn aftreden aan als de ledenvergadering het schoolbestuur zou verplichten om dia’s in de school te introduceren. Een computer in de klas? Dat maakt “van de school een vreugdeloze leerfabriek voorzien van geautomatiseerd leerproductieproces”, noteerde een bezorgde onderwijsadviseur in 1986. Anno 2015 weten jongeren niet eens wat een dia is en vragen ze ook niet meer om een computer in de klas. Chromebooks, iPads, Macbooks of gewoon: je smartphone. Ict op school, welke kant gaat dat op? Nog meer gas geven of juist remmen? Punnikwerkje of PowerPoint?

Carpe diem

Nomen est omen. De naam van een school is meestal een teken aan de wand. Een naam als Wegwijzer, De Brug of Springplank zal voorbijgangers niet verrassen. Vuurvlinder, Madelief en Koperwiek roepen het beeld op van een groene school. De Boaz-Jachinschool legt op z’n website uit waar de naam vandaan komt en dat is niet overbodig, net zo min als bij De Bornput of In den Climtuin. Maar wat beweegt een school om zich Carpe Diem te noemen: pluk de dag?
 
Nederland kent geen enkele school met deze naam maar in de Verenigde Staten is er zelfs een scholengroep die zich Carpe Diem noemt. Drie scholen draaien al, vier volgen dit najaar, allemaal in het zuiden en oosten van de VS. De resultaten zijn verbluffend, want de scholen staan al enkele jaren bovenaan de ranglijsten. Kennelijk loont het om de dag te plukken? Welk onderwijsconcept zit achter dit motto verborgen?
 
Deze Carpe Diemscholen zijn gebouwd rond de leerling en niet rond een bureaucratisch onderwijssysteem, vertelt oprichter Rick Ogston in een video waarin hij de scholen beschrijft. Dat leidt tot ”blended learning”, een mengvorm van persoonlijke aandacht in de klas en een digitaal curriculum.
 
Dat laatste springt het meest in het oog, want het hart van de Carpe Diemschool bestaat uit een grote zaal met 300 computerschermen. Elke leerling heeft een eigen ‘cel’ waarin hij geconcentreerd bezig is met z’n eigen vakken en zelf z’n tempo bepaalt. “Niemand is op hetzelfde moment bezig met hetzelfde vak en dezelfde pagina”, zegt Ogston. Een meisje vertelt dat ze nu Engels doet op het niveau van de derde klas van een Nederlandse VO-school, maar geschiedenis volgens de eerste en wiskunde in de tweede klas. “We starten met de leerlingen op het punt waar ze zich bevinden en ze bepalen hun eigen tempo.”
 
Dat onderwijsconcept prikkelt de leerlingen voortdurend om het onderste uit de kan te halen en de dag te plukken. Ogston verpakt het mooi: “Jongelui leven vandaag de dag met hun smartphone en tablets en helaas schakelen ze die aan als ze naar huis gaan en weer uit als ze op school komen. Wat wij doen is de technische ervaring, kennis en handigheid die ze bezitten ook op school benutten, zodat ze het leuk vinden die vaardigheden te gebruiken voor het leren van wat wij voor hen belangrijk vinden.” De computer past de lesstof aan aan de leerling en reikt verdiepingsstof aan, maar houdt ook de voortgang in de gaten en toetst de leerling elke dag.
 
De computer staat weliswaar centraal, maar “de onderlinge relatie is ontzettend belangrijk.” Op elk moment kan een leerling een mail sturen naar zijn coach die hem dan persoonlijke begeleiding geeft. Daarnaast kunnen de leerlingen op allerlei momenten terecht bij workshops waar docenten in kleine groepen met hen in gesprek gaan en projecten begeleiden. De ontmoeting, interactie en samenwerking staan centraal en de leerlingen waarderen de kleinschaligheid. De leerlingen houden zes jaar lang dezelfde docent. “We kennen elke leerling heel goed. Geen kind kan voor je wegkruipen”, vertelt een docent.

Krijtbord

Een school aan de westkust van de Verenigde Staten, iets ten zuiden van San Francisco, draagt een heel andere naam op de gevel: Waldorf-school. De oorsprong van deze naam is ook bijzonder: die verwijst niet naar een vruchtensalade met appel en walnoten, maar naar een sigarettenfabriek in het Duitse Stuttgart. De eigenaar daarvan richtte in 1919 een school op voor de kinderen van zijn duizend werknemers. Hij vroeg Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, om het onderwijssysteem in te richten. Inmiddels zijn er wereldwijd zo’n duizend Waldorf-scholen, die in Nederland beter bekend zijn als de vrijescholen.
 
De Waldorf-scholen zijn om allerlei reden bijzonder, maar dat geldt zeker voor die in het Californische Los Altos. Dit is het ‘Wassenaar’ van de Verenigde Staten, met een gemiddeld inkomen van 158.000 dollar per inwoner. Hier wonen de bobo’s van Silicon Valley en het zijn juist deze computerexperts die hun kinderen het privé-onderwijs van de Waldorf-school geven en zich 17.750 dollar per jaar kunnen veroorloven voor een basisschoolleerling.  
 
 Dat zal dan toch wel zo’n Steve Jobsschool zijn waar iedere kleuter al een iPad krijgt? Integendeel. Deze Waldorf-school heeft zelfs geen computerlokaal en maakt gebruik van krijtborden. Breuken? Die leer je niet met een app op je iPad maar door koekjes te bakken en die te halveren, of door een appel in kwarten of zestien partjes te verdelen. “Drie weken lang aten we ons door de breuken heen”, vertelt een leerkracht in een krantenartikel over de school. Elders in de school zijn leerlingen met een haakwerkje bezig of breien ze sokken.
 
De Waldorf-school roeit bewust tegen de stroom in en wil niet alleen maar lesgeven aan kinderen. Behalve het hoofd willen de docenten ook het hart en de wil van het kind bereiken. “Deze hele-kindbenadering, waardoor jonge mensen opbloeien als hun fysieke, cognitieve, emotionele en morale vaardigheden zich ontwikkelen, is de hoeksteen van ons curriculum en van ons schoolmilieu.” Zelfbeheersing, onafhankelijk denken, samenwerken, flexibiliteit, creativiteit, musiceren, bewegingsonderwijs, bewondering voor de schoonheid van deze wereld, het ontwikkelen van sociale en emotionele intelligentie – allemaal kernwaarden die hoog in het vaandel van de Waldorf-school staan. “Waar kun je kinderen beter voorbereiden op de 21e eeuw?”  

Dementie

De Waldorf-school kwam in het zonnetje te staan door een voorpagina-artikel van The New York Times in 2011. Driekwart van de kinderen heeft ouders die werken in de technologiesector. Waarom sturen ouders die zelf hoog in de boom zitten bij Google, eBay, Apple en Microsoft, hun kinderen naar een school zonder computers, met krijtborden en boekenkasten vol encyclopedieën? Een van de Google-medewerkers verwoordt het zo: “Het idee dat een app op je iPad mijn kinderen beter kan leren lezen of rekenen is belachelijk.” Zijn dochter van elf weet nog niet eens hoe Google werkt. De vader maakt zich geen zorgen, want de huidige technologie is zo gebruiksvriendelijk dat ze dit later snel onder de knie zal krijgen.
 
Natuurlijk riep dit verhaal veel vragen op. Zouden die techneuten stiekem door hebben dat het helemaal niet verstandig is om kinderen vroeg achter een computer of iPad te zetten? Willen ze, omdat ze zelf in de keuken kunnen kijken, hun eigen kinderen liever niet blootstellen aan al dat mediageweld? Heeft die Duitse hoogleraar Spitzer toch gelijk, met z’n boek over digitale dementie? Een ict’er die z’n kinderen zonder computer wil opvoeden, dat klinkt als een chirurg die zich niet in z’n eigen ziekenhuis wil laten opereren en dat is geen goed signaal.
 
Het artikel heeft – met tientallen andere documentaires over de Waldorf-school in z’n kielzog- een omslag in het denken veroorzaakt. Waarom geeft Google, sinds 2012, zijn medewerkers cursussen in mindfulness, mediteren en concentreren? Keert de wal het schip? Is de tijd rijp om computers en smartphones kritisch tegen het licht te houden? Wat betekent dat voor scholen die nu juist massaal laptops of tablets aanschaffen?

Individualisering

Reformatorische scholen kunnen lessen trekken uit een vergelijking van de Carpe Diem-scholen en de Waldorf-scholen. De Carpe Diem-scholen laten zien dat intensief gebruik van digitale leermiddelen en een zorgvuldig op de leerling afgestemd onderwijsaanbod niet ten koste hoeft te gaan van persoonlijke aandacht van de leraar en dat leerlingen er ook intensief met elkaar samenwerken. Dat is een belangrijke notie, want de zorg bij invoering van ict in de klas en gepersonaliseerd leren is dat leerlingen daardoor heel individualistisch worden en dat de leraar naar de marge verschuift. De Carpe Diem-scholen wekken de indruk dat dat ook anders kan.
 
De Waldorf-scholen laten zien dat het mogelijk is een krijtbord te handhaven en de computer buiten de deur te houden. Heel wat reformatorische ouders zouden in hun handen wrijven als ze het schoolklimaat van deze scholen zien. Weliswaar bestaan er onderzoeken die aangeven dat leerlingen van deze scholen een achterstand oplopen bij wiskunde, maar daar staat tegenover dat de nadruk op vorming en persoonlijke ontwikkeling bij deze scholen weldadig aandoet.
 
Aan beide schoolsystemen zit uiteraard ook een schaduwzijde. Bij de Carpe Diem-scholen staat de digitale leerweg centraal en is sprake van een flinke prestatiedruk. Het is de vraag of er dan voldoende oog is voor nadelen van intensief mediagebruik en multitasken, zoals verlies van concentratie en oppervlakkigheid. Bovendien is nog niet duidelijk welke meerwaarde die inzet van ict heeft. Een recent rapport van de Nederlandse VO-raad was opvallend sceptisch over het nut van gepersonaliseerd leren. Dat de Carpe Diem-scholen zo goed presteren, komt misschien juist door die goede leraren en persoonlijke aandacht.
 
Bij de Waldorf-scholen bestaat weer het gevaar dat kinderen een schijnwerkelijkheid ervaren die mijlenver verwijderd is van de huidige samenleving. Dat heeft meer weg van wereldvreemd zijn dan van vreemdelingschap. Het principieel weren van de computer hangt samen met een kritische maatschappijvisie en staat niet los van de antroposofische opvattingen over reïncarnatie en de ziel. Deze scholen onderschatten ook de belangrijke taak die het onderwijs kan vervullen in het mediawijs maken van jongeren.
 
Het afgelopen jaar hebben vertegenwoordigers van de zeven reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs samen met het lectoraat Nieuwe media diep nagedacht over deze thema’s. De notitie die daaruit ontstond is inmiddels door de bestuurders van de scholen geaccordeerd. De kortste samenvatting is dat het een kruising is tussen Carpe Diem en Waldorf. Wat stempelt het onderwijs van deze scholen? Niet het “pluk de dag” van de Romeinse dichter Horatius of het reïncarnatiegeloof van Steiner. Zo’n school kan het wachtwoord van de pelgrim als naam voeren: Linquenda, deze aarde moet eens verlaten worden.
 
Bron beeld 1: http://www.schoolleadership20.com
Bron beeld 2: http://emersonwaldorf.org
 
Dit artikel verscheen in de themabijlage bij het Reformatorisch Dagblad, ‘Media- en onderwijs. In gesprek over ict op school’. Deze themabijlage verscheen op de dag van het symposium ‘Media- en onderwijs’ van het lectoraat Nieuwe media in vorming en onderwijs, 27 mei 2015.