Passend onderwijs in een onderwijswereld die niet passend is 25 maart 2014 Door Bert van de Waerdt

De laatste twee weken bekruipt mij steeds meer het gevoel dat we met elkaar een onderwijswereld willen creëren die passend moet zijn, maar niet passend te krijgen is. En ik bedoel dan niet vanuit het perspectief van Genesis 3, hoewel het daar natuurlijk wel zijn oorsprong heeft.

Door Bert van de Waerdt, expertiseteamleider Passend Onderwijs

Grijstinten

Afgelopen woensdag hoorde ik professor Stevens roepen: “Met het kind is het oké!” Ik moet eerlijk bekennen dat ik deze uitspraak meer en meer ga aanhangen. Natuurlijk weet ik dat sommige leerlingen niet ‘oké’ zijn. Maar neem van mij aan dat sommige leerkrachten ook ‘niet oké’ met deze leerlingen om kunnen gaan! Natuurlijk is dit heel zwart-wit tussen alle grijstinten. Waar wordt de excellente leerling nu écht gehoord én gezien?! Het volgende bleef ook haken: “Passend onderwijs kan alleen vorm krijgen via de leerkracht voor de klas die vooral mooie verhalen deelt met zijn of haar collega’s, zodat we weer trots zullen zijn op ons beroep.”

Vier ervaringen

Ik wil je meenemen in vier ervaringen van deze week, die niet ingezet zijn om te ontmoedigen, maar om temeer de schouders zelfbewust te rechten en te doen wat goed is voor leerlingen! En leerlingen zijn onze ‘core business’. Zij vormen het uitgangspunt, maar ook het doel waartoe we geroepen zijn.

1: Passie binnen een gouden rand

Als eerste ontmoette ik deze week een competent team. Althans, zo dacht ik te zien en te horen aan de manier waarop zij deelnamen in het gesprek. Mensen met een warm onderwijshart, niet te beroerd om hard te werken, maar wel verslagen bij het overzien van het vele werk. De onderliggende roep was: “Geef ons overzicht, want wij denken dat we ons werk niet meer goed doen.” Dit hoorde ik niet alleen in woorden, maar zag ik ook op gezichten. Na een morgentje hard stoeien over onderwijs en zorg, over structuren, manieren en papieren, konden we om half twaalf elkaar in de ogen kijken en zeggen: “Mag het een tandje minder?!” Alle aspecten uit de theorie van HGW en OGW werden op deze school gevonden: luistergesprekken, kindgesprekken, opbrengstgesprekken, groepsbesprekingen, effectieve instructie, zelfstandig werken en ga zo maar door! Geen wonder dat de directeur deze morgen de opening verzorgde met het maken van een schilderij met vele, sombere kleuren, onoverzichtelijke lijnen: een warboel met daaromheen een gele lijn. We doen ons werk vanuit passie binnen een gouden rand! Laten we vanmorgen vooral eens stil zijn! Gelukkig werd die stilte aan het einde van de morgen doorbroken met een opgeluchte zucht: ‘We doen het dus goed! We gaan ervoor! Kom maar op!”
Heerlijk om dit met een team te mogen meemaken!

2: Verloren talent

Een tweede ervaring was die van een jongen met een IQ van 85, op zoek naar een plek op het voortgezet onderwijs. Als we het hebben over intelligentie, dan zegt dit cijfer mij in deze situatie niets! Intelligentie wordt op andere manieren gevonden: het ontwerpen en ook maken van een leren tas voor zijn zus, een bruidsjurk inclusief boeket van papieren servetten voor zijn juf, een creatieve poster voor Wereldwaterdag, die de plaatselijke media haalde, het zingen van Non, je ne regrette rien van Edith Piaff op een niveau dat gehoord wordt in het concertgebouw van Amsterdam.
Een keuze voor voortgezet onderwijs kan niet gemaakt worden: een passende plek op een passende vmbo-school is er niet. De motivatie: een leerling met zo’n laag IQ nemen we niet aan. Het onderwijs blijkt dus niet in staat om leerlingen te ondersteunen in het ontplooien waar ze goed in zijn. Hier gaat talent verloren!

3: Wat langzamer

Een derde ervaring is die van een meisje met een onderzochte en aangetoonde verwerkingssnelheid van 75. De basisschool is in staat geweest om haar met allerlei aanpassingen en ondersteuning te brengen tot een Cito-niveau van vmbo/havo met een verwachte eindscore van 538. Dat biedt perspectief! Maar het voorgesprek op het voortgezet onderwijs ging een andere richting op: “Een leerling met een dusdanige lage verwerkingssnelheid hoort niet op onze school, daar beginnen wij niet aan.” Na contact met de basisschool zegde de school toe om op basis van de eindcito een beslissing te nemen. Die Citoscore levert echter een enorme domper op: 530! Onder invloed van maatregelen tijdens de Citoweek bleek de prestatie onder druk te zijn gezet. Onbewust en onbedoeld. Een verontschuldigend telefoontje van directie en ib’er volgt. “We zijn erg geschrokken, het valt ons erg tegen, we snappen ook niet hoe dit kan.” Om dan de nuchtere opmerking van deze leerlinge aan haar moeder te horen: “Mam, het geeft niets, hoor! Ik wil eigenlijk gewoon naar vmbo-bk, dan doe ik later nog wel de havo. Het gaat bij mij toch allemaal wat langzamer!”. De school voor voortgezet onderwijs zegt deze casus nog in beraad te hebben, maar voorspelt een negatieve uitslag. Hoezo ‘passend onderwijs’?

4: Over de muur

De vierde ervaring in één week betreft een vijfjarig jongetje met een IQ van 130, lage frustratietolerantie en kenmerken van ADHD. In groep twee neemt hij een loopje met alle regels, gaat telkens met de juf in discussie, flipt om ‘niets’. De juf met meer dan 25 jaar onderwijservaring geeft aan dat ze het ‘best zwaar’ vindt! Maar dat ze hem er’ wel onder’ krijgt! Met alle liefde probeert ze de wereld voor deze leerling te structuren, om vervolgens tegen de grenzen van het klaslokaal te stuiten. De ontwikkeling van de 130 IQ’s staat niet stil en wordt elke minuut ingezet om vooral niet te doen wat de juf wil. Lezen neemt een hoge vlucht, abstract denken en handelen lijkt meer en meer de overhand te nemen. Het begrip van de wereld om hem heen in het leggen van verbanden is verbazingwekkend: “Mam, ik las vorige week bij de dokter in een boek dat je bij een bloedneus een minuut je neus dicht moet knijpen. Dan gaat het over.”
De school adviseert om maar eens naar een kinderarts te gaan om te onderzoeken of er sprake is van ADHD. Wellicht dat medicijnen helpen! Je snapt het al, het probleem van het onderwijs wordt opgelost door zo’n kleine man over de muur te kieperen. Hoezo ‘passend onderwijs’?


Wie het weet mag het zeggen! Hard werken om passend onderwijs ook écht passend te maken mag nooit voorbij gaan aan de leerling zelf. Daar doen we het tenslotte voor!