Naaktselfies: dubbeldom 13 oktober 2014

Ze stonden weer bij het hek, vorige week: verslaggevers die graag wilden zien hoe kort de rokjes zijn van ‘die reformatorische meisjes’. Vorige week maandag schreef Trouw* dat het Van Lodenstein College kledingcoaches had aangesteld om leerlingen aan te spreken die “niet netjes” in de les verschijnen. Trouw publiceerde de brief aan de ouders en volstond met een neutrale beschrijving, maar HP/De Tijd** vond dat deze gereformeerde school de meisjes betuttelt, FOK! sprak over dwarsbomen en bij PowNed stelde iemand voor dat de school maar moet fuseren met het Ibn Ghaldoun, zodat de meisjes in ‘vlotte miniboerka’s met daaronder dubbelgebreide zwarte kousen’ naar school kunnen.

Kledingvoorschriften in het onderwijs

Bestuursvoorzitter van het Van Lodenstein College De Potter legde het beleid netjes uit maar kon niet voorkomen dat de kledingcoaches werden weggeschreven als de rokjespolitie en de griffosharia. Dat deze media een link legden met islamitische fundamentalisten was in navolging van een column op Refoweb, dat kennelijk de bron is voor de brief van Trouw. Columnist Boer K. maakte daarin een vergelijking met de kledingpolitie in Iran. Onbegrijpelijk dat deze website plaats biedt aan zo’n laagbijdegrondse column die de naam van een overleden predikant aangrijpt (‘woordvoerder’ Hadirefo Salami M’Ahlan) om dit kledingbeleid te hekelen. Evenals al die andere media vergeet hij dat er ook op niet-reformatorische scholen en bij tal van bedrijven en winkels kledingregels zijn en dat er zelfs een officiële leidraad van de overheid is voor kledingvoorschriften in het onderwijs.

Boter op het hoofd

Nu bleek afgelopen week ook dat die overheid boter op het hoofd heeft. Op dezelfde dag dat media hun gal spuwden over lange rokken op refoscholen startte op 650 scholen een campagne voor seksuele weerbaarheid. Met een flinke portie staatssteun worden 90.000 leerlingen getrakteerd op het boek “Verhalen voor onder je kussen”. Het wordt behandeld bij Nederlands, een eigenaardige plek voor lessen over “het aangeven van wensen en grenzen rondom seks”. Het boek lijkt er juist op gericht om allerlei nog bestaande grenzen te doorbreken. Dat je geen dom meisje bent als je naaktfoto’s via Snapchat of WhatsApp aan je vriendje stuurt, maar dat die knul die ze doorstuurt “een hufter” is. Dat het “hartstikke goed” is als je met je lesbische vriendin hand in hand de kantine inloopt. Dat je als moslimmeisje helemaal niet zo zuinig hoeft te zijn op je maagdelijkheid. En dat je zeker condooms bij je moet hebben bij een bezoek aan het strand.
 
Het boek bevat meeslepende verhalen, stelt Rutgers WPF, want daarmee overwin je “de weerstand tegen voorlichtingsboodschappen”. Nou, bij mij nam die juist toe. De vrije seksuele moraal die dit boek promoot, maakt juist slachtoffers. Neem die naaktselfies: tegelijk met het boek presenteerde Sense een onderzoek dat een derde van de jongeren wel eens verzoeken krijgt om een naaktfoto of -video te maken en dat bijna een kwart dat wel eens heeft gedaan. Een week eerder publiceerde Eenvandaag vergelijkbare cijfers. “Dat hoort er gewoon bij,” zei Marijke Naezer van de Radboud Universiteit in een reactie. Voorlichting moet zich richten op het tegengaan van het doorsturen van die foto’s, vindt ze. Of zorg dat je gezicht niet herkenbaar is op zo’n foto. 

Naaktselfies

Het versturen van eigen naaktfoto’s gebeurt al jaren, maar de drempel om dat te doen is een stuk lager geworden door populaire apps als WhatsApp en Snapchat, met name bij jongeren. Binnen de besloten WhatsApp-groep vertrouwen ze erop dat de ander de foto niet doorstuurt en bij Snapchat gaan ze ervan uit dat de foto binnen enkele seconden gewist wordt. Juist dat laatste is bedrieglijk.
 
Snapchat is na Facebook en Instagram het derde populaire sociale medium van jongeren tussen de 18 en 34 jaar, maar de helft van de Snapchat-gebruikers is tussen de 13 en 17 jaar. Snapchat kreeg de naam dat het een veilige plek was om zulke gewaagde en prikkelende foto’s uit te wisselen, omdat ze niet bewaard konden worden. Het effect was echter tweeledig: daardoor gingen mensen steeds sneller over grenzen heen én er ontstonden diverse apps die toch snel een kopie van de foto bewaren, zoals Snapsave, Snapsaved of Snapkeep.
 
Tot wat voor soort foto’s Snapchat allemaal heeft geleid, zal mogelijk binnenkort blijken, want onlangs werd bekend dat er in totaal 13 gigabyte aan foto’s is onderschept vanuit Snapchat. Hoe dat kon gebeuren is nog onzeker, maar intussen hebben hackers daar de hand op weten te leggen. Het wachten is nu op een doorzoekbare database waarin iedereen kan bladeren door honderdduizenden Snapchat-foto’s. Volgens Business Insider hebben duizenden mensen intussen de foto’s gedownload. Uit de bijbehorende waarschuwingen blijkt dat op veel foto’s geslachtsdelen zichtbaar zijn.

Voorzichtigheid geboden

Deze onthulling zet de reacties bij Rutgers WPF, Sense en Eenvandaag over de naaktselfies in een ander daglicht. Als nu voor iedereen duidelijk is waar Snapchat voor wordt gebruikt, als nu blijkt dat je apps als Snapchat niet kunt vertrouwen en dat die juist het versturen van naaktfoto’s uitlokken, als je weet dat de politie waarschuwt omdat veel van deze foto’s terechtkomen in het circuit van kinderporno - waarom volsta je dan met het advies dat je er voorzichtig mee moet zijn? Een bijkomend probleem is dat Snapchat weliswaar populair is, maar door zo’n lek zomaar naar de rand kan verdwijnen om vervangen te worden door alternatieven als Slingshot (van Facebook), Bolt (van Instagram) en varianten daarop als Secret, Whisper en Gossup. Deze kwetsbare jongeren verdienen daarom een beter advies: stop met die naaktfoto’s en wees zuinig op je lichaam. Waarom vertelt niemand die 90.000 pubers hoeveel waardevoller je verkering en huwelijk worden als je exclusief voor elkaar bent? Dat er ook veel jongeren zijn die niet met elkaar naar bed gaan?
 
Ik heb een tegendraads voorstel. Laten we die 90.000 pubers én de Refoweb-columnist het boekje van ds. C.P. de Boer sturen over “Kleren maken de m/v”. En laten we alle dominees en ambtsdragers het boek van Sense sturen over “Verhalen voor onder je kussen”, zodat ze weten welke bierkaai ze moeten bevechten.

Bronnen
*: Trouw
**: HP/De Tijd

Deze blog verscheen ook als column in het Reformatorisch Dagblad, 11 oktober 2014.