Mediagebruik onderweg 16 augustus 2016 Door Ir. S.M. de Bruijn

'Een stap naar de hemel en een stap naar de hel, zegt u? Nou, dat laatste zie ik wel, maar dat eerste, daar merk ik weinig van in m'n gezin.' Soms staan moeders in tranen bij je: 'U moest eens weten...'

Waarom bestaat er niet zoiets als een ‘handboek mediaopvoeding’? De Leidse pedagoog prof. Ter Horst vertelt in een van zijn opvoedingsboeken dat hij ooit uitgenodigd was op een studiedag van een christelijke vrouwengroep. Voorafgaand daaraan zaten de dames aan een flink stuk zelfgebakken appeltaart. ‘Toen hoorde ik achter me een damesstem poeslief vragen: “En mevrouw Jansen, is het u gelukt om uw kinderen een christelijke opvoeding te geven?” Toen ik me omdraaide zag ik de al wat oudere mevrouw Jansen verdrietig het hoofd schudden en de vragenstelster triomfantelijk glimlachen.’

De appeltaart smaakte Ter Horst niet meer en ter plekke bedacht hij een nieuwe lezing met als titel: ‘Opvoeden is niet zoiets als het bakken van een appeltaart’. Niet: stop A erin, voer B uit en dan volgt C. ‘Een kind is geen product van onze opvoeding, we kunnen het niet maken, wel breken.’ Om die reden bestaat er geen kookboek voor mediaopvoeding. Natuurlijk zijn er allerlei tips en adviezen, maar die zijn slechts lapmiddelen als de basis van die mediaopvoeding ontbreekt. Wat is die basis dan? Die hangt nauw samen met het doel van de opvoeding. ‘De voornaamste plicht der ouders is hun kinderen op te voeden tot een godzalig leven’, schrijft ‘schoolmeester’ Johannes de Swaef in zijn opvoedboek uit 1621, ‘De geestelijke kwekerij’. In het lectoraat Nieuwe media van Driestar Educatief hebben we dat uitgewerkt tot vier opvoedingsdoelen. Twee daarvan wil ik hieronder beschrijven.

Amish

Regelmatig verzuchten mensen dat ze het liefst vluchten naar een verlaten eiland zonder wifi, 4G en ook zonder computers. Eeuwen geleden hadden kluizenaars en kloosterlingen zo’n zelfde drang. Om de verleidingen van de wereld te ontvluchten, brachten pilaarheiligen jaren door boven op een metershoge zuil en lieten heremieten zich inmetselen. 

Ook vandaag de dag klinkt er regelmatig bewondering voor de Amish of trekken mensen zich terug in een klooster. Wilhelmus à Brakel is niet zo positief over het geïsoleerd leven en spreekt over kloosters als ‘meststallen, moordkuilen en onreine Sodoms. (...) Deze manier van leven verfoeien wij.’ De mens is een sociaal wezen en heeft gezelschap nodig. Hij moet zijn licht laten schijnen voor de mensen en zijn gaven tot nut van anderen gebruiken. Een derde belangrijk argument van A Brakel is dat mensen elkaar het goede voorbeeld moeten geven en moeten opscherpen. Door je af te sluiten van anderen word je eerder een beest of een duivel dan een engel, schrijft hij. ‘De voortdurende eenzaamheid belet ons ons verdorven hart te leren kennen, ons daarover te vernederen en te trachten het te heiligen.’ Dat strookt ook met de bede uit het hogepriesterlijk gebed: ‘Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze’ (Joh. 17:15).

Als je deze lijn doortrekt naar mediagebruik, past een christen niet de houding van de kluizenaar. Hij heeft een goddelijk beroep. Zijn werk is scheppingsopdracht en daarin mag hij dienstbaar zijn aan anderen en aan de samenleving (Gal. 6:10). Maar daar ligt weer een ander uiterste op de loer: de christen die zich zo op z’n gemak voelt in de wereld dat hij zich er te veel aan hecht. Aan z’n gedrag en bezit zie je meteen dat hij z’n pinnen vast in de grond geslagen heeft, alsof dit zijn eindbestemming is. Terwijl de kluizenaar de vijand vanbinnen onderschat, heeft zo’n inwoner weinig oog voor de valstrikken die de wereld voor hem spant.

Pelgrim en burger

In het Media Attitude Model stellen we twee andere levenshoudingen voor die tussen deze uitersten in staan en elkaar goed in evenwicht kunnen houden: die van pelgrim en burger. De pelgrim beseft dat hij op reis is naar de eeuwigheid. Hij is geen toerist of globetrotter, ook geen rondzwervende nomade, maar hij is onderweg naar een beter Vaderland. Tijdens die reis is hij, zoals Augustinus al beschreef, burger van twee rijken: de aardse stad en de hemelse stad. Hij doet zijn werk trouw omdat God hem daartoe roept, maar ook dat staat in het teken van zijn pelgrimsreis. Hij voelt zich hier nooit helemaal thuis: ‘Hier beneden is het niet.’

Ieder beseft dat deze lat erg hoog ligt. Dit vereist een radicale koerswijziging, want niemand wordt als pelgrim geboren. Hoe je pelgrim wordt, valt niet beter te illustreren dan met het schitterende boekje van John Bunyan, waarin Christen de stad Verderf verlaat. Na bijna weggezakt te zijn in poel Mistrouwen en op een dwaalspoor geraakt naar het huis van Wettisch, mag hij uiteindelijk door de smalle poort gaan. Toegepast op mediaopvoeding: dat begint niet met hier en daar wat buigen en snoeien, maar met de verandering die Paulus in Efeze 2 beschrijft: van ‘dood door de misdaden en zonden’ tot ‘levend met Christus’. 

Is dit een nuttig antwoord voor die moeder in tranen? Natuurlijk is het haar dagelijks gebed dat al haar kinderen tot bekering komen, maar intussen moet ze met lede ogen aanzien dat die verslaafd zijn aan de smartphone. Laat haar desondanks volhouden om, zoals De Swaef schrijft, de kinderen het kwade af te wennen en het goede in te planten en hun zo de vreze des Heeren te leren (Ps. 34:12), zodat ze net als Christinne haar kinderen mee mag nemen door die smalle poort. En daarbij leert die levenshouding van pelgrim en burger ons veel over het omgaan met media.

1. Een pelgrim is op reis. Hij wil voorkomen dat hij vertraging oploopt en is zuinig op zijn tijd. Ook bij zijn mediagebruik vraagt hij zich telkens af wat dat met zijn tijd doet. YouTube bevat zowel onzinnige als nuttige video’s, maar ook het bekijken van die laatste categorie kost meer tijd dan je vooraf in gedachten had. Schakel YouTube uit op de smartphone en schakel ‘Autoplay’ uit (bij het tandwieltje rechtsonder) op de pc zodat er geen nieuwe video start. Geef als opvoeder het voorbeeld in de WhatsAppgroep van het gezin door tijdverslindende gesprekken te beëindigen en anderen te corrigeren. Tijd voor ontspanning is nuttig en nodig, maar moet beperkt blijven. Baken dat zorgvuldig af met programma’s als Kliksafe Mobi, Qustodio of Covenant Eyes.

2. Een pelgrim neemt niets mee wat hem onderweg hindert. Matigheid is een christelijke deugd die niet alleen mediagebruik beïnvloedt. Als opvoeder kun je het voorbeeld geven door te laten zien dat je niet gehecht bent aan dure apparaten en direct elk nieuw model aanschaft. De bewuste keuze voor een smallere internetverbinding in plaats van glasvezel, of voor wifi in plaats van een databundel, past daarbij. Matigheid en zelfbeheersing blijken uit het niet onmiddellijk reageren op elk signaal en door smartphones op te bergen tijdens de maaltijd en de koffiepauze. Een pelgrim voelt ook aan dat de satan hem voortdurend op z’n reis wil afleiden en tegenhouden. Hij kent z’n zondige hart en is blij met elk filter dat die verleidingen uit z’n buurt houdt.

3. Een pelgrim valt op. Hij gaat niet op in de massa maar is herkenbaar als vreemdeling en schaamt zich er niet voor dat hij een afwijkende koers volgt. In een WhatsAppgesprek protesteert hij tegen roddels en kan hij het niet verdragen als anderen de naam van zijn Koning onteren. Zijn Facebook-profiel kan net zo min neutraal zijn als zijn boekenkast en lectuurmand: je ziet eraan waar zijn hart naar uitgaat en wat zijn reisdoel is.

In een volgende aflevering nemen we de bagage van de pelgrim nog wat meer onder de loep.

  Deze blog werd eerder gepubliceerd in het Kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk, en is het tweede deel in een drieluik. Lees ook deel een en deel drie!